Onze Taaltuin. Jaargang 4
(1935-1936)– [tijdschrift] Onze Taaltuin– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTaalboekenMijn bespreking van ‘grammatica in taalboeken’ in O. Taaltuin van het afgeloopen halfjaar is dunkt mij wel duidelijk gericht geweest op den eisch: stelselmatig onderwijs in de leer van de innig verbonden taal èn stijl. Dat deze eisch neerkomt op die van de ‘stilistische grammatica’ als grondslag voor het middelbaar en - toch óok nog? - voorbereidend hooger onderwijs in de moedertaal, spreekt van zelf. Ik meen daarvoor, althans voorloopig, te mogen verwijzen naar mijn artikelen en opmerkingen terloops over methodiek in de tot nu verschenen jaargangen. Het is in dit verband niet zonder humor, dat er in de Gids van October een ‘vernietigend’ oordeel wordt uitgesproken over mijn Moderne Nederlandsche Grammatica (van 1928) èn... de grammatica van Van Ham en Hofker, en wel door den heer Dominicus, wiens ideaal van onderwijsdoel van de Middelbare school in mijn revue terloops bleek te culmineeren in het schrijven van een netten brief zonder spel-, taalen stijlfouten. De heer Dominicus betoogt thans uitvoerig, met ‘de stukken’ erbij, dat de klachten over de resultaten van dat onderwijs zouden verstommen, wanneer o.a. niet zoo vele leeraren hun dierbare kleinen overlaadden met geleerde ballast, als in die twee grammatica's is opgestapeld. Nu zal ik mij niet opwerpen als advocaat van Van Ham en Hofker. Vooral niet, omdat zéer vele leeraren inderdaad onderwijs geven volgens die spraakkunst, en dus er altijd een kansje ís voor de door den heer Dominicus - zij het ook lichtvaardig - onderstelde fatale causaliteit: het onderwijs is te geleerd, en daarom schrijven de leerlingen zoo'n abominabel Nederlandsch. Met mijn grammatica staat het echter anders. | |
[pagina 224]
| |
Die is nl. door de Middelbare School niet aanvaard! De scholen waar dit ‘moderne’ boek werd ‘ingevoerd’, zijn met den natten vinger aan te wijzen. En van die enkele collega's heb ik indertijd geestdriftige dankbetuigingen ontvangen, die mij de smaad en skepsis van felle critici ruimschoots hebben verzoet. Men heeft overigens dat boek zelfs beschouwd als nog te moeilijk voor studénten, en voor ‘modern geöriënteerde’ candidaten voor de acte M.O.! Ook was het voor dezulken in het oog van sommige leiders gevaarlijk, vanwege de gruwelen over de naamvallenGa naar voetnoot1) die er in te vinden zijn. De heer Dominicus moet er dus glad naast zijn, wanneer hij de oorzaak van het slechte onderwijs in het Nederlandsch zoekt in het gebruik van mijn Grammatica. Ik zou naast de zijne een andere causaliteit willen stellen, nl. dat de resultaten van het onderwijs slecht zijn, omdat de leeraren dien éenigen waarlijk methodischen leergang in den Nederlandschen stijl hebben verworpen, en doorsukkelen met hun ‘excursies in het rijk van taal en van schoonheíd’. Maar de heer Dominicus zal misschien zeggen, dat de zaak veel te ernstig is, om er grapjes over te verkoopen? Dan moet hij het zelf ook niet doen. - Hoe incompetent sommige docenten bij het M.O. zijn, om de methodiek èn den wetenschappelijken achtergrond van een stilistische grammatica voor de H.B.S. en Gymnasia te begríjpen, bleek onlangs uit een recensie van de in 1934 verschenen Beknopte Stilistische Grammatica van het Nederlandsch voor Gymnasia, H.B.S. A en B, Lycea en Kweekscholen, door ondergeteekende en Drs. G.A. van Es, te vinden in het Weekblad voor Gymnasiaal en Middelbaar Onderwijs no. 52. Mijn haren (volgens een vroegeren criticus ‘vlokjes classicisme à la Huydecoper’) rezen te berge bij het lezen van wat deze recensent er in legt en er uit haalt. Zijn conclusie ‘Ondanks groote verdiensten zal óok deze Beknopte Stilistische Grammatica voor de school waarschijnlijk niet aanbevelenswaardig blijken’ deed mij echter glimlachen. Ik had namelijk juist het bericht ontvangen, dat déze mislukkeling na een exploitatie van nauwelijks een jaar, is uitverkocht: La grammaire qu'on proclame morte, encore très bien se porte. De heer Domínicus daarentegen zal uitroepen ‘Caveant Consules’, casu quo ‘Cave Canem’, want nú zal het Onderwijs in de Moedertaal wel ganschelijk naar den Kelder gaan! G.S. OVERDIEP |
|