spelling’ voor de Vereeniging tot Vereenvoudiging op de hem eigene stekelige wijze opmerkte: ‘Dat de geopperde bezwaren sterk overdreven zijn, blijkt vooral, wanneer men de woorden van sommige tegenstanders met hun daden vergelijkt (dát noem ik nl. “stekelig”, Ov.). Prof. Overdiep gaf zelf een schoolspraakkunst in de nieuwe spelling uit, Henri Polak berust erin, dat zijn artikelen in de verfoeide spelling gepubliceerd worden’. - Ik wensch erop te wijzen, dat bedoelde grammatica door mij is geschreven met den heer G.A. van Es samen (Beknopte Stilistische Grammatica) ten behoeve van de middelbare school. Meent de heer de Vooys nu werkelijk dat in Sept. 1934 de uitgever (Tjeenk Willink, Zwolle), na een half jaar wachtens op den uitslag van den ‘strijd’, de met groot geweld doorgevoerde schóolspelling in een schóolboek kon of wilde negeeren? Ik zou den heer de Vooys willen vragen, of gedurende een twintigtal jaren zíjn woorden en daden met elkaar in strijd waren, ómdat hij in een reeks van herdrukken van zijn voor de school bestemde Historische Schets der Nederl. Letterkunde steeds opnieuw de door hem ‘verfoeide’ oude spelling van De Vries en Te Winkel, zelfs de verbuiging, handhaafde? Een zielige vereeniging, waar men nog luistert naar zoo goedkoope argumenten.
G.S.O.