Vraag en antwoord
VRAAG 3. Zoudt U ons niet eens willen uitleggen waar onze kleurnamen vandaan komen?
A.W. te P.
ANTWOORD. Oranje komt van den Oranjeappel en violet van het viooltje; rose van de roos en purper van de purperslak; paars komt van de perzik (malum persicum), mauve van de malve, krijt komt van de kalkrotsen van Creta, lila komt van Perzisch nîla, een naam der indigo-plant. Brons komt van het te Brindisi gedolven aes Brundisium. Groen komt van groeien, en blos, blozen van bloeien en bloesem, gelijk ros en rossig komen van roest. Geel komt van goud, en wit komt van weit, de witte tarwe tegenover de donkere, die wij thans rogge of koren noemen. Denk aan wittebrood tegenover zwartbrood. Bruin komt van φϱύνη de pad. Rood komt van den rooden eik (Latijn ruber en robur) of van het roode bloed skr. rudhirám. Blauw van den loodnaam Blei, en zoo wordt ook het Engl. black en Nederl. bleek begrijpelijk. Zwart komt van lat. surdus dat donker en doof beteekent en wijst dus op lichteloosheid; gelijk blind als privatief verwant is met blond = stralende haarkleur. Grijs en grauw komen van de haarkleur der grijsaards. Goor komt van modder evenals vaal en pallidus van palus, paludes, moeras.
Aanvankelijk werden deze kleurnamen dus allemaal als vergelijkingen gevoeld, gelijk we die nog dagelijks gebruiken in samenstellingen als: vuurrood, bloedrood, vleeschkleurig, scharlakenrood, karmijnrood, karmozijnrood, vermiljoenrood, kersrood, wijnrood, koraalrood, zalmkleur, rozerood, violetrood, roetzwart, ravenzwart, koolzwart, gitzwart, leliewit, melkwit, marmerblank, zilverwit, hagelwit, sneeuwwit, krijtwit, aschblond, appelgrauw, muisvaal, parelgrijs, staalgrijs, kanariegeel, zwavelgeel, citroengeel, saffraangeel, botergeel, stroogeel, wasgeel, lijkkleurig, goudgeel, kaneelbruin, vlaskleurig, kastanjebruin, leverkleurig, havannabruin, grasgroen, smaragdgroen, mosgroen, zeegroen, olijfgroen, reseda, indigoblauw, saffierblauw, lazuur, loodkleur, leikleur enz.
En natuurlijk vinden wij dan naderhand allerlei verschuivingen en reïnterpretaties, zoodat sommigen in Bruin de beer: een diernaam voelden aan de kleur ontleend, en anderen een kleurnaam bedoelden aan het dier ontleend. En zoo kan men omtrent een bepaald woord in een bepaalden tijd twijfelen of zelfs zeker zijn, dat het toen juist andersom ging, zooals b.v. in de zwarte voor een neger enz. En zoo kunnen er onder de boven opgegeven etymologieën, die tot een diepen voortijd teruggaan, best een paar onzekere of zelfs verkeerd geinterpreteerde voorbeelden schuilen. Maar ontwijfelbaar zeker is in de groote lijn de richting waarin al deze woorden zich ontwikkeld hebben, uit den concreten naam van een ding met een opvallende kleur naar den naam der abstracte kleur zelve.
J.v.G.