ook het mysteriespel opgevoerd waarvan de titel hierboven staat genoemd. Practische moeilijkheden hebben, als ik goed ben ingelicht, verhinderd dat het stuk in de open lucht werd gegeven; men speelde in een zaal. Deze reprise is dus niet geheel gelijk te stellen met de oorspronkelijke opvoeringen op de Markt te Brussel en elders. Maar zooveel is toch zeker, dat hiermede voor een oogenblik een interessant stuk middeleeuwsche traditie voor de oogen der toeschouwers herleefde. Men kreeg nu althans uit de verte een indruk hoe het mysteriespel het voor een vijftal eeuwen ‘gedaan’ moet hebben.
Men herinnere zich dat de ‘Sevenste Bliscap’ ook reeds herhaaldelijk werd opgevoerd in onze dagen, o.a. in den Bosch in 1913 bij gelegenheid van de aldaar gehouden Nationale Tentoonstelling van Oude kerkelijke kunst. De belangstelling voor het middeleeuwsche tooneel is ten onzent dan toch nog lang niet dood, ook al hoort men wel eens uitingen die daarop schijnen te wijzen.
Pastoor W. Smulders heeft een tekstboekje van Die Eerste Bliscap samengesteld voor de opvoeringen te Nijmegen. Hij ging daarbij uit van de nieuwe het vorig jaar verschenen editie van Dr. W. de Vreese. Slechts op enkele ondergeschikte punten werden daarin wijzigingen aangebracht of emendaties verricht. Verder werd een interlineaire vertaling in modern nederlandsch toegevoegd; ongetwijfeld waren de congressisten die met deze uitgave in de hand de opvoering van het stuk volgden daarmede meer gediend dan met een samenhangende moderne omzetting die naast den middeleeuwschen tekst staat. Daarenboven zijn de oorspronkelijke en de hedendaagsche tekstdeelen door den druk scherp van elkander onderscheiden.
Het zwakke punt in dit werkje is zeker de vertaling. Men kan niet anders zeggen dan dat deze over het algemeen zeer vlak en zeer kleurloos is; nergens worden we verrast door een plotseling mooi teekenend woord of een rake weergave. De oorspronkelijke zinnen zijn bijna steeds op den voet gevolgd, en waar er maar een modern woord te vinden was dat in vorm op het middelnederlandsche leek en er niet al te duidelijk in beteekenis of gevoelswaarde van verschilde, daar werd dit klakkeloos overgenomen. De oorspronkelijke tekst wordt over 't algemeen vrij goed beoordeeld; men stelt de Erste Bliscap gewoonlijk boven de Sevenste, het slot van de geheele serie. Toch is ze zeker niet bijzonder sterk in aesthetisch opzicht; de dramatische handeling heeft een vlak verloop en lang niet overal is het den dichter gelukt zijn theologische gedachtengangen en probleemstellingen ook in werkelijk mooie taal uit te drukken. Maar van het weinige aanwezige schoon blijft nu in