vergelijkt, komt onwillekeurig op het denkbeeld dat deze groen: gruunvormen uit Brabant naar het Noordoosten zijn gekomen; maar het kan ook best omgekeerd zijn. Dit is in elk geval zeker, dat het Zuid- en Noord-Oostelijk groon: greun-gebied aan elkander gezeten heeft en later door het opkomende groen-gruun-gebied van elkander is gescheiden.
3o. In Groningen en Oirsbeek vinden wij een latere diphtongeering van gruun tot gruin.
4o. Ook Friesland heeft eenmaal de tegenstelling tusschen groon: greun, en groen: gruun gekend, maar greun en gruun respectievelijk gedelabialiseerd tot green en grien. Green hoort men alleen meer in de omstreken van Hallum, en Hindeloopen. Verder heeft bijna heel Friesland grien of grieën.
5o. Maar ook de drie anglische infiltratiegebieden in het Zuiden vertoonen de delabialisatie. a. Aalst en omstreken met Boom hebben grien. b. Ook Leuven heeft grien. c. Verder hebben Genck en Peer grien, en Gemert grieën; en Bree met Asch hebben green.
J.v.G.