| |
| |
| |
Aankondigingen en mededelingen
Nederlands-Buitenlands
Op 20 november 1993 hield de Landelijke Vereniging van Neerlandici een congres over het vertalen uit en in het Nederlands onder de titel ‘Nederlands-Buitenlands’. De lezingen die op dat congres zijn gehouden zijn nu in een bundel bijeengebracht. We vinden daarin: W.G. Klooster, ‘Ter inleiding’; Kitty M. van Leuven-Zwart, ‘Vertaalwetenschap, vertaaltheorie, vertaalkunde: wie van de drie?’; Luc Korpel, ‘Aan eenen vreemden leiband. Het vertalen en de ontwikkeling van de Nederlandse taal en cultuur (1760-1820)’; Ernst van Altena, ‘Vertalen: een te vol kofferwoord’; Frank Ligtvoet, ‘Nederlands vertaalbeleid in het buitenland’; Jan Landsbergen, ‘Machinaal vertalen in Nederland en buitenland’; Hugo Brouckaert, ‘Problemen van de juridische vertaling’; José Lambert, ‘De verstziende liplezers’ (over het nasynchroniseren van films).
Nederlands-Buitenlands is een uitgave van de Stichting LVVN te Amsterdam, de bundel omvat 110 blz., ISBN 90-73479-03-7, prijs f 27,50, te bestellen bij de LVVN, postbus 11398, 1001 GJ Amsterdam.
M.C.v.d.T.
| |
Jaartaal
Onder de titel Jaartaal. De debuutwoorden van 1994 is een vervolg verschenen op de gelijknamige publikaties uit 1992 en 1993. Het betreft hier een bundeling van door Frans van Lier verzamelde nieuwe woorden als afroepauto, spitspendel, inkijkoperaties, kliklijnen e.d. Veel van die nieuwe woorden zal wel geen lang leven beschoren zijn, maar voor latere lexicografen moet dit boeiende stof leveren. Voor de eigentijdse lezer is het amusant.
Jaartal 1994 is uitgegeven door Thomas Rap, het omvat 48 blz., ISBN 90-6005-433-4, de prijs is f 8,50.
M.C.v.d.T.
| |
Bilderdijkmuseum
Sinds enige tijd zijn drie onderzoeksvoorzieningen op het gebied van het Nederlands protestantisme in een locatie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam samengebracht, te weten het Studiecentrum voor protestantse boekcultuur, het Historisch documentatiecentrum voor het Nederlands protestantisme en het Bilderdijkmuseum. Van dat laatste is een deelcatalogus verschenen: Catalogus van de gedrukte werken aanwezig in de collectie van het Bilderdijkmuseum gevestigd te Amsterdam verzorgd door F.C.L. Verouden. Het werk vormt een complement op de eerder verzorgde catalogus van handschriften door M. van Hattum (1987). Uiteraard bevat de catalogus veel werk van de grote meester zelf en daarnaast publicaties over zijn werk. Daarnaast werken uit en over de kring rond Bilderdijk en diverse andere werken uit vooral de achttiende eeuw waarvan het minder duidelijk is wat hun rol in het Bilderdijkmuseum is. Wat dat betreft is het jammer dat in de catalogus geen woord te lezen staat over de oorsprong en groei van deze
| |
| |
verzameling.
Het boek (160 pp.) is te verkrijgen door f 20,- over te maken op postgiro 2908198 t.n.v. Stichting Vrienden VU-bibliotheek, De Boelelaan 1105, Amsterdam, onder vermelding van ‘Catalogus Bilderdijk-Museum’.
M.A.S. - v.d.D.
| |
Voortgang
Met overslaan van een jaar is verschenen nr. XIV van Voortgang, Jaarboek voor de Neerlandistiek voor de jaren 1993 en 1994. Het is een nummer van ruim 300 bladzijden, dat zoals gebruikelijk een keur van artikelen bevat over Nederlandse letterkunde en taalkunde. In de afdeling taalkunde staat de befaamde dissertatie van Reichling Het woord centraal. De afdeling letterkunde bevat naast een artikel van Marijke Spies over de Eglentier, onder meer een beschouwing over taal- en letterkundige sparsa van de achttiende-eeuwse predikant Cornelis Tuinman, door Roland de Bonth, en een polemiek over jeugdliteratuur tussen Harry Bekkering en Anne de Vries.
Voortgang XIV kan men bestellen bij de Stichting Neerlandistiek VU, Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, 1081 HV Amstredma. De prijs bedraagt f 37,50, exclusief verzendkosten.
M.A.S. - v.d.D.
| |
Leesvaardigheid Nederlands
Aan het einde van de middelbare school moeten leerlingen een artikel uit Intermediair of een andere zakelijke tekst kunnen begrijpen. Dat is een van de belangrijkste doelstellingen van het onderwijs in het Nederlands. Deze vaardigheid wordt wel geoefend, maar - zo vinden Hendrix en Hulshof (HH) - dat gebeurt vooral aan de hand van deeloefeningen (woordverklaring, verbanden tussen tekstdelen benoemen etc). In die situatie willen ze met Leesvaardigheid Nederlands. Omgaan met zakelijke teksten verandering brengen. Het boekje behelst een voorstel om het tekstbegrip klassikaal te oefenen aan de hand van complete teksten.
Na enige verplichte figuren (een schets van de benaderingen van tekstbegrip in het onderwijs Nederlands tot nu toe, doelstellingen en enkele didactische kwesties) presenteren HH hun ‘samenhangende procedure voor lezen’, die uit de volgende vijf stappen bestaat:
1 | voorbereiding. Hierin geeft de docent de leerlingen achtergrondinformatie over tekst, schrijver en onderwerp. |
2 | eerste lezing, waarbij de leerlingen zich oriënteren op de tekst. |
3 | studerend lezen en samenvatten. In deze fase (en de volgende) vindt het echte werk plaats. Eerst worden de leerlingen met behulp van een uitgekiende serie tekstafhankelijke vragen gestimuleerd om echt in de tekst door te dringen. Vervolgens moeten ze aan de hand van hun antwoorden de tekst samenvatten. |
4 | verwerking en beoordeling. Terecht merken HH op dat de samenvatting niet het einde mag zijn van de schoolse tekstbehandeling. Het gaat er toch om wat de lezer met de tekst doet. Daarom wordt de leerlingen in deze fase ertoe gestimuleerd om tot een verantwoordeling van het betoog te komen. Heeft de auteur hem overtuigd
|
| |
| |
| of niet? Zij geven die stimulansen in de vorm van andere gegevens: fragmenten uit betogen van andere auteurs over hetzelfde onderwerp. De confrontatie van de verschillende meningen en argumenten zal de leerlingen sneller prikkelen tot het vormen van een eigen mening. |
5 | andere activiteiten. Een tekst die in de vorige fasen zo grondig verwerkt is, kan een geschikte basis vormen voor de oefening van andere activiteiten, zoals gericht schrijven en spreken. |
Daarop volgen twee hoofdstukjes over het leesonderwijs in de huidige praktijk en zoals het na invoering van de nieuwe examenprogramma's zal zijn. Het boek eindigt met ruim opgezette demonstraties van de vijf-stappen-procedure aan enkele artikelen. HH hebben daar veel zorg aan besteed: niet alleen aan de keuze van de artikelen, maar ook aan de extra informatie over de onderwerpen waarover ze gaan. De geïnteresseerde leerkracht kan er zo mee aan de slag.
Ton Hendrix en Hans Hulshof, Leesvaardigheid Nederlands. Omgaan met zakelijke teksten. Bussum, Coutinho 1994. ISBN 90 6283 953 3. 166pp. f 29,50
Frank Jansen
| |
Rapporteren voor techneuten
Rapportage-techniek van Elling e.a. is bedoeld om mensen in de beroepspraktijk te helpen bij het schrijven van allerhande rapporten, memo's en brieven. Het boek beoogt bovendien studenten van technische of bedrijfsgerichte opleidingen voor te bereiden op het schrijfwerk dat zij tijdens en na hun studie zullen moeten uitvoeren.
De beroepsgerichte oriëntatie is opvallend. Elling e.a. gaan bij het formuleren van adviezen uit van de eisen die in het echte (lees: bedrijfs-) leven aan teksten worden gesteld. Deze eisen komen voort uit drie functies die kenmerkend zijn voor beroepssituaties: (1) het schrijven is vooral gericht op maatregelen of besluiten, (2) er zijn verschillende lezers met verschillende interesses en (3) lezers zijn niet bereid veel tijd te steken in leeswerk.
Rapportage-techniek kent - behalve een inleiding - vier onderdelen. Het eerste deel, Schrijfstrategieën, besteedt aandacht aan de organisatie van het schrijfproces. In drie hoofdstukken wordt uiteengezet hoe schrijvers planmatig te werk gaan en hoe zij ‘schrijfprocessen in een groep’ efficiënt en effectief kunnen organiseren. Het tweede deel, Tekstopbouw, behandelt de eisen die aan rapportonderdelen worden gesteld en technieken om tekst in te delen in coherente hoofdstukken, paragrafen en alinea's. Daarnaast gaan Elling e.a. in op een aantal tekstgenres: rapporten van haalbaarheidsstudies, voortgangsverslagen, ontwerprapporten, brieven, faxberichten en e-mail. Het derde deel, Schrijven, richt zich op meer lokale kwesties, op formuleren en overtuigend schrijven. Hierin wordt aandacht besteed aan kwesties als duidelijk, bondig en aantrekkelijk formuleren en aan oirbare en minder oirbare strategieën om lezers (besluitvormers en specialisten) van standpunt te doen veranderen. Het vierde en laatste deel, Visualisering en vormgeving, is gewijd aan richtlijnen voor het weergeven van nonverbale informatie en aan de uiterlijke verzorging, bijvoorbeeld: hoe maak je functioneel gebruik van tabellen, grafieken, schema's, foto's en welke eisen kun je stellen aan lettertypes, papiersoort, titels, kopjes, opsommingen?
R. Elling, B. Andeweg, J. de Jong & C. Swankhuisen, Rapportagetechniek;
| |
| |
schrijven voor lezers met weinig tijd. Groningen, Wolters Noordhoff, 1994. 290 blz. f 49,50. ISBN 9001 29131. Gebruikers van Rapportage-techniek kunnen voor f 25,- bij de uitgever een on-line hulpprogramma bestellen: Ganesh Helper 2.0. (diskette 3.5. inch). Als zij beschikken over Microsoft Windows 3.1 of hoger, een kleurenbeeldscherm, muis en minimaal een 386 met een intern geheugen van minimaal 2 Mb, dan kunnen zij - terwijl zij achter de pc in het eigen tekstverwerkingsprogramma aan het schrijven zijn - dit ‘hypertekst’-hulpprogramma raadplegen. Ganesh is de elektronische variant van het boek en bevat veel adviezen en voorbeelden (ISBN 9001 87091 0). Het boek en het programma samen vormen een mooi paar dat brede belangstelling verdient.
Daniël Janssen
| |
N.a.v. ‘25 jaar Generatieve Fonologie in Nederland’ (NTg87:6, 1994, pp. 481-498).
Op bovengenoemde artikel kregen wij een aantal reacties. Jaap Spa merkt op dat hij in 1974 weliswaar naar Nederland terugkeerde, maar geen aanstelling kreeg aan de Vrije Universiteit (pp. 498-491 van ons artikel), maar aan de Universiteit van Amsterdam. Dat bevestigt de conclusie dat er aan de V.U. zeer weinig generatieve fonologie werd beoefend, tot aan de komst van Booij in 1981.
Jan de Vries (Rijksuniversiteit Leiden) vult onze passage over Leiden (p. 492) aan, met name m.b.t. de periode vóór 1970. Toen - 1966/1967 - gaf Uhlenbeck colleges over Chomsky's Topics in the Theory of Generative Grammar, waarin hij volgens De Vries ‘‘voorspelde’ dat de T.G.G., zoals toen genoemd, de meeste vorderingen zou maken op het gebied van de fonologie (juist of niet). Van Coetsem, herinner ik me nog goed, weerde zich op dat college enorm’. In 1971/2 gaf de Vries werkgroepen over Chomsky's Aspects of a Theory of Syntax en ‘Remarks on Nominalization’.
Zowel De Vries als Ariane van Santen (Rijksuniversiteit Leiden) en Jan Noordegraaf (Vrije Universiteit, oud-student Leiden), melden dat de opmerking over taalkunde in Leiden, nl. dat ‘bij Nederlands de opkomst van de generatieve grammatica bemoeilijkt werd door Stutterheim’, nuancering behoeft. Laatstgenoemde heeft in 1970 bij Stutterheim een kandidatencollege gevolgd dat gewijd was aan Kraak & Klooster's Syntaxis van 1968, de eerste Nederlandse inleiding op het gebied van de generatieve grammatica.
Alex de Jager & Wim Zonneveld
| |
Oproep voor lezingen Internationaal embleemcongres te Leuven (1996)
De ‘Society for Emblem Studies’ organiseert haar vierde internationaal congres aan de K.U. Leuven van zondag 18 (registratie) tot vrijdag 23 augustus 1996 (excursiedag). De hoofdthema's van de conferentie en het onderwerp van plenaire zittingen zijn:
a) | de emblemataliteratuur in de Nederlanden (Latijn en Nederlands) |
b) | het gebruik van emblemen op school |
Een congresdag zal plaatsvinden in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel. Daar zal een tentoonstelling te zien zijn, gewijd aan een unieke verzameling embleemboekmanuscripten, tijdens de zeventiende eeuw vervaardigd door leerlingen van
| |
| |
de Zuidnederlandse jezuïtencolleges: Vijf lezingen zullen het thema van de tentoonstelling toelichten. Andere onderwerpen die de organisatoren bij voorkeur aan bod willen laten komen zijn: embleemmanuscripten, het jezuïtenembleem, het embleem en de ‘ars memorativa’, de aanwending van emblemen in andere literaire genres en in de kunsten, het vervaardigen en drukken van embleembundels. Voorstellen voor lezingen over onderwerpen in verband met andere aspecten van de embleemstudie worden eveneens in aanmerking genomen.
De congrestalen zijn het Engels, Frans, Duits, Spaans en het Nederlands. Wie spreekt in het Nederlands of het Spaans, wordt vriendelijk verzocht voor zijn toehoorders een geschreven Engelse vertaling van zijn tekst beschikbaar te houden.
Wie een lezing wenst te geven (ca 20'), dient tegen 1 oktober 1995 een samenvatting van ongeveer 500 woorden (met vermelding van naam, functie of instituut) te sturen naar:
Prof. dr. Karel Porteman, Faculteit Letteren: Departement Literatuur, Postbus 33, B-3000 Leuven (België) / tel. 16-32.48.53 / fax 16-32.50.25 e-mail: Karel.Porteman@arts.kuleuven.ac.be
Informatie over hotel in Leuven wordt bezorgd. Goedkoop logies in universitaire studentenhuizen is mogelijk. Conferentie-uitstap: Antwerpen, Museum Plantin-Moretus.
K. Porteman
| |
Verborgenheden van het boekenvak
Op zaterdag 10 juni 1995 organiseert de Nederlandse Boekhistorische Vereniging een studiedag met als titel Verborgenheden van het boekenvak. Op deze dag komen onderwerpen aan bod uit de wereld van boekproduktie en boekgebruik in Nederland en Vlaanderen die een wat verscholen bestaan leiden, misschien zelfs wat precair of geheimzinnig zijn. Ook komen er verschillende professionals aan het woord: mensen die zich beroepsmatig op uiteenlopende manieren met boeken bezighouden, maar over wier werkzaamheden de buitenwacht meestal weinig weet.
De opzet van de studiedag garandeert een ruim aanbod, met onderwerpen uit verschillende perioden van de boekgeschiedenis en uit diverse werkgebieden in de wereld van het gedrukte woord. Het programma wordt geopend met een plenaire lezing door een gerenommeerd mediaevist en vervolgd met lezingen en workshops in kleiner verband.
Er wordt onder meer gesproken over de volgende onderwerpen: verborgenheden van het middeleeuwse boekbedrijf; verboden boeken in het zestiende-eeuwse Leuven onder de hamer; de vreemde lotgevallen van kloosterbibliotheken in de Franse tijd en daarna; het restaureren van negentiende-eeuwse boeken; illustraties in negentiende-eeuwse tijdschriften; het maken van een woordenboek zoals de Grote Van Dale; de bovengrondse boekproduktie in de periode 1940-1945, en de boekenclub (ECI) in Nederland.
De in 1994 opgerichte NBV stelt zich tendoel in brede kring belangstelling te wekken voor de geschiedenis van het geschreven en gedrukte woord in de Nederlanden. In het eerste jaar van haar bestaan heeft de NBV een eerste Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis gepresenteerd. Daarnaast werd in september
| |
| |
een driedaags internationaal congres georganiseerd onder de intrigerende noemer ‘Bladeren in andermans hoofd’, gewijd aan lezers en hun boekgebruik vanaf de middeleeuwen tot en met de moderne tijd. De lezingen van dit congres verschijnen in druk bij uitgeverij SUN in Nijmegen. Voor 1995 is er, naast de organisatie van de studiedag, een tweede Jaarboek in voorbereiding en tevens is een excursie gepland naar de expositie van sierpapier in het Amsterdamse Rijksmuseum.
Studiedag Verborgenheden van het boekenvak
Academiegebouw, Domplein, Utrecht
Zaterdag 10 juni 1995, 12.00 tot 18.00 uur
Inlichtingen: F. de Glas, Pr. Beatrixstraat 30, 3981 BK Bunnik, tel: 03405-71399
F. de Glas
| |
Amsterdamse handschriftencatalogus, dl. II en dl. VII
Van de 7-delige gedrukte catalogus van de handschriften in de Universiteitsbibliotheek Amsterdam (UvA) zijn de delen II en VII gewijd aan de handschriften in boekvorm, terwijl in de overige delen de brieven beschreven worden.
Deel II beschrijft ruim 1600 handschriften die tussen 1578 en 1902 in bezit kwamen van de bibliotheek. Om in een kennelijke behoefte te voorzien, is dit deel ongewijzigd herdrukt:
De handschriften der Stedelijke Bibliotheek met de latere aanwinsten. Bewerkt door den Conservator Dr. M.B. Mendes da Costa. Vooraf eenige mededeelingen over de geschiedenis van de bibliotheek en hare handschriftenverzameling, door den Bibliothecaris Dr. C.P. Burger Jr. Amsterdam 1902 (herdruk Amsterdam 1995); xxxix + 277 pp.
Deel VII geeft een beknopte beschrijving van bijna 900 handschriften en is nog uit voorraad leverbaar:
De Handschriften, krachtens bruikleencontract in de Universiteitsbibliotheek berustende. Eerste gedeelte: De handschriften van de Remonstrantsche Kerk beschreven door den Conservator Dr. M.B. Mendes da Costa. De handschriften van het Evangelisch-Luthersche Seminarium en van de Vereenigde Doopsgezinde gemeente, beschreven door den Conservator Dr. J. Berg. Amsterdam 1923; vi + 148 pp.
De boeken zijn verkrijgbaar op werkdagen tussen 11 en 16 uur in de tentoonstellingszaal van de UB. De prijs bedraagt bij afhalen f 55,- resp. f 25,- of f 70,- voor de twee delen samen. Men kan de boeken ook schriftelijk bestellen bij de heer R. Ultee, Universiteitsbibliotheek Amsterdam, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, waarna men een rekening ontvangt. De verzendkosten bedragen f 12,50 (zowel voor één deel als voor de twee delen samen).
Jos Biemans
| |
Aangeboden
Te koop aangeboden: Nieuwe taalgids jaargang 62 nr. 5 t/m jaargang 76 nr. 6. Tel. 05990-12234.
B. Dijkman
|
|