| |
| |
| |
Aankondigingen en mededelingen
A.L. Sötemann over zijn dichter en de wereld
J.C. Bloem is een van de meest verkochte en waarschijnlijk ook meest gelezen dichters van Nederland, maar er is betrekkelijk weinig over hem gepubliceerd. Gelukkig heeft de Historische Uitgeverij te Groningen vorig jaar een bundel met nieuwe bijdragen over de dichter laten verschijnen (Verlangen zonder doel en zonder naam) en die dit jaar laten volgen door nog een boek, getiteld Een dichter en zijn wereld; over J.C. Bloem. Dit boek is een herdruk van verschillende opstellen van degene die zo vaak en zo inzichtgevend over de dichter van het verlangen en de nederlaag heeft geschreven, A.L. Sötemann. Uit alle stukken spreekt Sötemanns grote affiniteit met Bloem, die inderdaad ‘zijn dichter’ is (‘Vriendschap en affiniteit’ heet het slotopstel, over Bloem en de grote typograaf Jan van Krimpen, maar de titel slaat ook terug op de banden die de auteur met de door hem besproken dichter binden). Het omvangrijkst is de biografische schets ‘Bloem en de wereld’, gevolgd door een ‘Chronologisch overzicht van Bloems gedichten’, te zamen een ingrijpende omwerking van de studie Over de dichter J.C. Bloem: zeker een achtste van de tekst is nieuw, zoals een vluchtige vergelijking met de oude versie leert. Een vermakelijke toevoeging is het volgende. In zijn HBS-tijd bezocht Bloem voetbalwedstrijden waarbij zijn klasgenoot, de latere dichter Van Goethem, in het doel stond. Bloem stelde zich dan ‘in formeel tenue, gehoed en voorzien van een wandelstok, naast de doelman op [...], om gedurende de tijd dat de tegenpartij de keeper met rust liet, hun conversatie over de poëzie voort te zetten’. De schets is in zijn beknoptheid (hoewel meer dan honderd bladzijden) nog steeds het meest veelzeggende beeld dat van de dichter J.C. Bloem is opgeroepen, geschreven met de sympathie die zich in gepaste distantie uit. De twee andere stukken gaan alleen over het werk van
Bloem, maar ook dan natuurlijk weer over zijn wereld en zijn visie op de wereld. ‘De wereld van Bloem’ is een gelukkige combinatie van twee bijdragen, een over De verlangen en een ander over Media vita. Uit het vroegere Media vita-opstel, een van de mooiste beschouwingen van Sötemann, is de al even treffende analyse van ‘Spiegeling’ afkomstig, die nu gecombineerd is met de gedetailleerde besprekingen van ‘Grafschrift’. Aan het slot van dit stuk wordt Sötemanns fascinatie voor Bloem nog eens aangeduid met woorden als ‘vakmanschap’, ‘groot talent’ en ‘métier’. Maar er is meer: ‘daarenboven, of misschien zelfs wel in de allereerste plaats, is het nodig dat de dichter een wezenlijk geldige visie op het bestaan tot uitdrukking brengt’. Bloem doet dat op overtuigende wijze, daarvan weet Sötemann ons helder en stijlvol te overtuigen. Op de omslag van de verzorgde uitgave prijkt het portret van de dichter door Toon Kelder. Een dichter en de wereld telt 184 bladzijden en kost f 39,50 (ISBN 9065543716).
GJD
| |
In verband met de zin
Van In verband met de zin. Inleiding in de Nederlandse spraakkunst van J. Luif is een tweede druk verschenen. De auteur behandelt hierin de traditionele grammatica en hij gebruikt daarvoor de traditionele terminologie. Alleen op onderge- | |
| |
schikte punten heeft hij soms zijn eigen inzichten laten prevaleren.
De praktische bruikbaarheid van deze inleiding wordt verhoogd door een drietal overzichtshoofdstukken aan het slot, waarin de belangrijkste informatie over woordsoorten, constituenten en zinsdelen kort wordt samengevat. Bovendien zijn oefeningen en vraagstukken opgenomen en een lijst van termen met hun Duitse, Engelse en Franse equivalenten.
De herdruk van dit zeer praktische boek bevat geen veranderingen t.o.v. de eerste druk die in 1986 onder het imprint van Martinus Nijhoff verscheen. Deze tweede druk is uitgegeven bij Amsterdam University Press, bevat 162 pagina's, kost f 34,50 en heeft het ISBN 90 5356 1412.
M.C.v.d.T.
| |
Denken over dichten
‘Dertig eeuwen poëticale reflectie’ liggen opgetast in een bundel die is samengesteld door leden van de vakgroep Literatuurwetenschap aan de Universiteit Utrecht. Het boek omvat zeven hoofdstukken: Griekse Oudheid; Romeinen en vroege christenen; Middeleeuwen; Renaissance en Barok; Verlichting; Negentiende eeuw; Twintigste eeuw. Die hoofdstukken bevatten steeds twee componenten: samenvattende beschouwingen waarin de essentiële gegevens uit de betreffende periode worden weergegeven, en daarin of daarachter vrij uitgebreide bloemlezingen uit contemporaine bronnen, alle in vertaling. Voor de Neerlandistiek in strikte zin heeft de bundel, zo zou men even kunnen denken, niet zoveel te bieden: de enige Nederlandse naam in het register is die van Willem Bilderdijk. Maar aangezien het Nederlandstalige ‘denken over dichten’ alleen in internationale context te bestuderen valt, verdient het boek hier wel degelijk een aankondiging. Wat me er speciaal in bevalt, is het feit dat de oudchristelijke poetica, met Augustinus als kernfiguur, er adequaat in behandeld wordt. Dat oudchristelijk denken heeft eeuwen lang een diepgaande invloed uitgeoefend maar is in het onderzoek relatief achtergebleven. Het boek is een vrucht van jaren onderwijspraktijk. Die oorsprong zal wel veroorzaakt hebben dat niet is aangegeven welke op het titelblad genoemde auteur welk hoofdstuk geschreven heeft: uiteraard kennen studenten hun docenten, maar of alle bijdragers zo'n grote naamsbekendheid hebben dat iedere Nederlander hen moeiteloos kan plaatsen, is toch de vraag. Denken over dichten; dertig eeuwen poëticale reflectie, onder redactie van J. den Boeft, F. Brandsma, A.J. Hoenselaars e.a., is in 1994 verschenen bij Amsterdam University Press. Het boek telt 214 blz. en kost f 49,50.
M.A.S.v.d.D.
| |
Biografie Willem Elsschot
Bij uitgeverij Tirion te Baarn verscheen onlangs Willem Elsschot; tussen droom en daad, geschreven door Jean Surmont. Deze weinig spectaculaire biografie is volgens de auteur ‘geschreven in het licht van de semiotiek: het literaire oeuvre van Elsschot staat centraal’. In een groot aantal hoofdstukken worden leven en werk van Elsschot aan elkaar gekoppeld. Het boek wordt afgesloten met een omvangrijk nawerk. In de Nederlandse pers is deze biografie zeer kritisch ontvangen, zowel vanwege de geringe bijdrage aan de Elsschotvorsing als om het grote aantal
| |
| |
fouten en slordigheden. Daarbij komt dat het betoog nogal springerig is, de stijl weinig charmant en de verzorging van het boek rommelig.
(Jean Surmont: Willem Elsschot; tussen droom en daad. Baarn, Tirion, 1994. 271 blz. Prijs f 29,50).
Gert Jan de Vries
| |
Nederlandse literatuur in de tijd van Rembrandt
Van het enkele jaren geleden verschenen Dutch Literature in the age of Rembrandt van mevrouw Schenkeveld-van der Dussen is nu een Nederlandse versie op de markt gekomen. Ten opzichte van zijn Engelse voorganger zijn er in Nederlandse literatuur in de tijd van Rembrandt enkele kleine veranderingen aangebracht. Het eerste hoofdstuk is in tweeën gesplitst, waardoor het betoog in dit gedeelte overzichtelijker is geworden. Het eerste hoofdstuk concentreert zich nu op de sociaal-culturele context van de literatuur en het tweede op de positie van auteurs en het contact met hun publiek. Verder is de bloemlezing aan het einde van het boek met enkele gedichten uitgebreid, is er een lijst met beknopte informatie over de belangrijkste schrijvers en hun werken toegevoegd en bevat Nederlandse literatuur in de tijd van Rembrandt een slotbeschouwing. In die slotbeschouwing wordt de benadering van literatuur die in het boek gevolgd werd - een gerichtheid op de maatschappelijke inbedding van literatuur - beredeneerd. Aangetoond wordt dat zo'n benadering van zeventiende-eeuwse literatuur geen modegril is, maar gebaseerd op belangrijke eigenschappen van de literatuur zelf. Literatuur had in de zeventiende eeuw immers de taak om de door de elite gedeelde maatschappelijke waarden in stand te houden. Zij was daardoor meer dan later een belangrijke schakel in het maatschappelijke bestel.
Nederlandse literatuur in de tijd van Rembrandt heeft een dubbel nut. Allereerst functioneert het als inleiding tot de literatuur uit de ‘lange’ zeventiende eeuw. Met het boek kun je op de hoogte raken van de stand van kennis over het deel van de zeventiende-eeuwse literatuur dat nauw bij het dagelijks leven aansloot. In de bijlage is het materiaal voor verdere studie te vinden: de belangrijkste uitgaven van het werk van de auteurs die ter sprake waren en secundaire literatuur. Dat maakt het boek geschikt voor tertiaire opleidingen. Daarnaast is het voor gevorderden een aangename synthese. Als lezer word je door een deskundige gids rondgeleid in het literaire leven van de zeventiende eeuw. Die gids werkt met verplaatsing van het perspectief. Steeds kijk je vanaf de literaire markt in een ander daarmee verbonden straatje: literatuur en religie, literatuur en ideologie, literatuur in het dagelijks leven, literatuur en de natuur, literatuur en de beeldende kunst. In de herinnering schuiven de doorkijkjes over elkaar heen en vormen het beeld van de zeventiende-eeuwse stad der letteren, waarbij de illustraties in het boek de verbeelding verder helpen.
Het zou wenselijk zijn als er meer boeken verschenen van het soort Nederlandse literatuur in de tijd van Rembrandt. Zoals mevrouw Schenkeveld met haar boek bewijst, is het geen onmogelijke opgave om alleen een beknopt overzichtswerk te schrijven over een literaire periode. Soortgelijke boeken zouden over andere perioden van onze literatuurgeschiedenis geschreven kunnen worden: handzame, mooi uitgevoerde boeken, zoals de historici al hebben met hun Delta-reeks over Vaderlandse Geschiedenis. Een dergelijke reeks voor de Nederlandse literatuurge- | |
| |
schiedenis zou een gat vullen tussen Nederlandse literatuur, een geschiedenis en de katernen over ‘Het literaire leven’ die in de jaren tachtig werden uitgebracht. (Martinus Nijhoff; E.K. Grootes e.a.) Een boek als Nederlandse literatuur in de tijd van Rembrandt biedt veel meer informatie dan een deeltje uit de reeks ‘Het literaire leven’ en heeft het nog steeds aantrekkelijke, coherent geconstrueerde verhaal dat Nederlandse Literatuur mist.
M.A. Schenkeveld-van der Dussen, Nederlandse literatuur in de tijd van Rembrandt, Utrecht, Erven J. Bijleveld, 1994. ISBN 9061313511.
Siegfried Huigen
| |
Lustrumbundel Het is kermis hier
In de week van 25 tot 29 oktober 1993 was het feest bij Nederlands aan de Vrije Universiteit. Toen werd het 75-jarig bestaan van de opleiding gevierd. Op de laatste dag van het lustrum hielden docenten lezingen voor studenten en oudstudenten over letterkunde, taalkunde en taalbeheersing. Zij hebben bij de behandeling van de verschillende onderwerpen, op bescheiden wijze en soms heel persoonlijk, gepoogd ook iets te zeggen over de toekomst van het vak. Inmiddels is de bundel verschenen met de uitgewerkte tekst van die lezingen. Daaraan is toegevoegd de tekst van de toen ook uitgesproken inaugurele rede van Dick van Halsema. De inhoud van de bundel is als volgt:
Theo A.J.M. Janssen: Betekenis en interpretatie, of hoe taal en wereldbeeld elkaar aanvullen; Anne de Vries: ‘Een droevig dieptepunt’? Kinderpoëzie in het begin van deze eeuw; H. Duits: ‘In 't minnen ging hij de maat te buiten’. Rabus. Hooft en anderen over het liefdeleven van Henri IV; Ad Zuiderent: De compositie van dichtbundels; Cor Geljon: Literaire competentie: profiel met perspectief. Het literatuuronderwijs in de jaren negentig; Fred de Bree: ‘Aloeette’: lied 125 van het Gruuthuse-handschrift; J.A. van Leuvensteijn: Spreektaal versus schrijftaal. Twee onderscheiden ontwikkelingen; Jan Noordegraaf: Oorsprongsproblemen; Gisela Redeker: Hoe bereik ik de donateur? Persuasiviteit in fondswervingsbrieven; Margreet Onrust: Schriftelijke taalbeheersing: tussen doel en middel; Saskia Daalder: ‘Grammaticale zinnen’: een uitgespeeld begrip; Marjan Huisman & Marca Schasfoort: Moet ik het zeggen? Perspectieven voor mondelinge taalbeheersing; Tieme van Dijk: Bang voor Schrödingers kat?; Roel Zemel: Walewein en de verre geliefde; J.D.F. van Halsema: Te zoeken in deze angstige eeuw. Sporen van ‘décadence’- voorstellingen in de Nederlandse letterkunde aan het einde van de negentiende eeuw. Het is kermis hier. Lezingen ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van Nederlands aan de Vrije Universiteit. Onder redactie van Tieme van Dijk en Roel Zemel. Stichting Neerlandistiek VU Amsterdam Nodus Publikationen Münster 1994, ISBN 90-72365-36-4. 166 pag. De prijs bedraagt f 25,- (excl. f 5,- verzendkosten). Wie een exemplaar wenst, richte een bestelling aan: Stichting Neerlandistiek VU, De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam (Opleiding Nederlands: dr. J. Noordegraaf). Het boekwerk kan ook besteld worden door overmaking van f
30,- op postgiro 2790626 t.n.v. Stichting Neerlandistiek BU te Alphen aan den Rijn.
R. Zemel
| |
| |
| |
Rijklof Michaël van Goensprijs 1994
De Commissie voor opdrachten op het gebied van de Nederlandse Letterkunde, optredend als jury van de Van Goensprijs voor artikelen over Nederlandse literatuur van studenten of recent afgestudeerden, heeft besloten de prijs voor 1994 niet uit te reiken. Van de publikaties die onder de aandacht van de Commissie zijn gebracht voldeed er slechts één aan de formele kriteria voor de prijs. De Commissie achtte dit een onvoldoende grondslag om tot toekenning over te gaan. De Van Goensprijs zal in 1996 opnieuw uitgeloofd worden. De Commissie overweegt de omschrijving van de in aanmerking komende teksten te verruimen, zodat behalve artikelen in vaktijdschriften ook andere wetenschappelijke publikaties bekroond zullen kunnen worden.
L. Klumper
|
|