Nieuwe Griffioenen
Twee verhalen over ridder Walewein, een bloemlezing uit het werk van de zeventiende-eeuwse arts Johan van Beverwijck, en hoogtepunten uit Wolff & Dekens briefroman Cornelia Wildschut - dat zijn de laatst verschenen delen in de door Querido uitgegeven Griffioenserie.
Walewein, een volle neef van de legendarische koning Arthur, wordt in de meeste Arthurromans voorgesteld als het toonbeeld van een hoofse ridder. Zo ook in de Roman van Walewein en Keie. Bescheiden, dapper en hulpvaardig als hij is, staat hij tegenover de uiterst onhoofse hofmaarschalk Keie. Maar in andere opzichten is deze roman soms minder traditiegetrouw. Je zou bijvoorbeeld verwachten dat de held na de redding van een schone jonkvrouw bij haar in bed belandt, omdat hij in andere Arthurromans steevast als een middeleeuwse James Bond opereert. Die verwachting wordt meteen al onderuit gehaald: na het eerste avontuur, waarin Walewein een jonkvrouw uit een put verlost, laat hij haar verrassend genoeg een eigen slaapplaats toewijzen. In Walewein, de neef van koning Arthur ontmoeten Walewein en Lancelot de zwarte ridder Moriaan, die op zoek is naar zijn vader en gezamenlijk beleven ze allerlei avonturen. De beide Arthurverhalen zijn in modern Nederlands vertaald en van een toelichting voorzien door Ludo Jongen.
Volgens de Dordtse medicus Johan van Beverwijck (1594-1647) is het verwekken van kinderen ‘een werk dat niet al te ernstig uitgevoerd moet worden’ en daarom zou het ‘niet onverstandig zijn dat men hieraan wat opgevrolijkt door een klein glaasje begon’. Wijn, mits met mate genuttigd, is ‘een goede grondstof voor de voortplanting, in het bijzonder om schrandere kinderen te krijgen’. Dit soort, tot leesverslaving leidende adviezen staan in het hoofdstuk over de voortplanting, het laatste in een bloemlezing uit een drietal medische handboeken van Van Beverwijck. Te zamen vormden die boeken destijds een complete, voor een breed publiek geschreven medische encyclopedie, waaraan ook Jacob Cats, als leverancier van toepasselijke gedichten, een bijdrage leverde. De bloemlezing, De schat der gezondheid geheten (naar Van Beverwijcks eerst verschenen handboek), is samengesteld door Lia van Gemert.
Cornelia (Keetje) Wildschut is een bevallige, rijke koopmansdochter met zwermen aanbidders. Ze kan doen en laten wat ze wil, maar niets of niemand boeit haar echt. Levensmoe is deze achttienjarige en dat is natuurlijk het gevolg van een verwaarloosde opvoeding. Vader Paulus verschaft zijn dochter wel geld en luxe,