Bordewijk en Jack the Ripper
Bij de herdruk van enkele fantastische vertellingen van Bordewijk in 1947 schreef Vestdijk het te betreuren dat deze auteur dit genre niet meer beoefende. Vooral het verhaal ‘Marion Quinn’ (67 blz.) vond hij geslaagd, ‘een roman in deze stijl zou een gebeurtenis kunnen zijn in onze literatuur’ (Het parool, 2.1.1948). Bij het verschijnen van deel 6 van het VW (1984), dat o.m. de 3 bundels Fantastische Vertellingen bevat, (h)erkent men de FV als ‘oervormen van een oeuvre’ (Dautzenberg), zij het dat ze nog steeds zeer uiteenlopend worden gewaardeerd. Ook nu weer wordt ‘Marion Quinn’ herhaaldelijk als het beste verhaal aangemerkt. Het speelt zich af in Londen tussen dec. 1887 en juni 1889, en bevat ruw gezegd Bordewijks hypothese omtrent de identiteit en werkwijze van de legendarische vrouwenmoordenaar Jack the Ripper. Elf moorden passeren de revue. De slachtoffers, allen prostituées, zijn op identieke wijze verminkt, hun ingewanden zijn geheel of gedeeltelijk verwijderd en in de nabijheid van het lijk geëxposeerd. ‘Marion Quinn’ (1924) is niet Bordewijks eerste moordverhaal. In ‘Dr. Kalkemeijer en de dood’ (1919) pleegt mevrouw Praefittlich in de ogen van de verteller de perfecte misdaad. Deze ‘moderne vrouw’, ‘lijdend aan nevrose en instabiliteit’, vermoordt de chauffeur van haar man, per ongeluk, want het was de bedoeling haar man te onthoofden met een listig gespannen kabel over de oprijlaan waarover hij met een open sportauto kwam aangesuisd. De chauffeur kwam die avond echter alleen naar huis... In een vlaag van godsdienstwaanzin spijkeren een boer en zijn gezin de knecht op een kruis (‘In plenitudine Christi’, 1919). ‘Marion Quinn’ is evenmin Bordewijks laatste moordverhaal. In ‘Veuve Vesuvius’ (1946) doet een vrouw ‘haar kerel’ stikken in een
hoofdkussen om zo haar dochter voor incest te behoeden. De constatering van W. Smulders in De nieuwe taalgids van juli 1988 dat ‘vrijwel nergens in Bordewijks werk een dode valt door mensenhand’, lijkt, dat moge intussen duidelijk zijn, niet voldoende gerechtvaardigd.
Siem Bakker
Instituut Nederlands, K.U. Nijmegen