woordenboek Nederlands, bewerkt door C.B. van Haeringen, 16e druk (1973) vermeldt alleen ‘onzijdig’. Mogelijk is reeds aan het einde van de jaren vijftig, maar zeker in de jaren zestig het genus veranderd: erna vindt men uitsluitend ‘onzijdig’. De klemtoon is ook veranderd. Koenen 1937 en Koenen-Endepols 1966 leggen de klemtoon op de tweede syllabe, maar de ‘Grote Van Dale’ uit 1961 op de laatste, zoals ook Kramers uit 1973 en alle woordenboeken na dit jaar.
Een korte tussenbalans: pakean evolueerde van een de-woord naar een het-woord, de klemtoon verplaatste zich van de tweede naar de laatste syllabe en één woordenboek geeft een nevenvorm, namlijk pakkie-an. De betekenis is ‘pak, kostuum, kleding’. Alle woordenboeken wijzen op de Indonesische herkomst, sommige vermelden ook dat het woord in een ‘Indische omgeving’ wordt gebruikt. Tot 1980 geeft geen woordenboek de precieze bron. Na 1980 is het woord verdwenen, behalve in de ‘Grote Van Dale’. Na 1980 komt wel een ander woord voor, pakkie-an, maar met een andere betekenis en een beperkt gebruik: het wordt voorafgegaan door een bezittelijk voornaamwoord en veelal vergezeld van een negatie. Een enkele keer wordt ook een sociolinguïstische beperking vermeld: het woord pakkie-an is informeel (Van Dale. Groot woordenboek Nederlands-Frans). De band tussen het nieuwe pakkie-an en het oude pakean wordt alleen gelegd door de ‘Grote Van Dale’, en wel via de al langer bestaande woordvorm pakkie-an. Deze verklaring is ook te vinden in P.A.F. van Veen Sprekende getuigen. Over de herkomst van onze woorden (Baarn: Mingus, 1987): ‘de kaalkop is onze aanpassing van de veel gegeten vis kakap en het pakkie (a) an al dan niet deftig van pakaian = kleding, van pakai = gebruiken, aantrekken van kleren’. De ‘Grote Koenen’ van Drewes neemt als bron bagian ‘deel, aandeel’ aan.
Eén ding is zeker: het woord pakean ‘kostuum, kleding’ is in het Algemeen Nederlands verdwenen. In het jargon van enkele groepen komt het nog wel voor, zoals in het mariniersjargon: pakean deftig ‘passagierstenue, net uniform, net pak’ (B. van Dam en C. Vervoort Het Maleis in het mariniersjargon. Doctoraalscriptie Vakgroep Nederlands. Leiden 1987). Blijft te beantwoorden de vraag of pakkie-an in de collocatie dat is mijn pakkie-an niet als bron bagian heeft (Luiking-Drewes' ‘Grote Koenen’), óf via het Nederlandse pakean het Indonesische woord pakaian (‘Grote Van Dale’).
Voor de verklaring van Luiking-Drewes lijkt de betekenis van bagian in het Indonesisch te pleiten. Het woord betekent ‘deel’, ‘aandeel’, ‘deelname’, ‘afdeling’. De uitingen hal ini bukan bagian saya of ini bukan bagian saya betekenen naast ‘dat is mijn deel, enz. niet’ ook wel ‘dat is mijn taak, zorg niet’, vooral in het taalgebruik van sprekers met een andere moedertaal dan het Indonesisch (correct Indonesisch is echter ini bukan perkara saya ‘mijn zaak’, of ini bukan susah saya ‘mijn zorg’). Indonesisch, voorheen Maleis, in vreemde mond zou dan de brontaal zijn. De stemloze initiale p zou verklaard kunnen worden uit herinterpretatie van de stemhebbende b, die met name door Indonesisch sprekende Javanen fortis wordt gerealiseerd. De interpretatie van de stemhebbende velare occlusief /g/ als k is nog bevredigender te verklaren: in het Nederlands komt het foneem /g/ niet voor. De finale klemtoon in pakkie-an is niet in strijd met de klemtoon in de brontaal; het Indonesisch bezit geen vast - betekenisonderscheidend dan wel vormkenmerkend - woordaccent, waardoor de realisering met finaal accent mogelijk is.
Voor de uit de ‘Grote Van Dale’ te destilleren verklaring pleit de woordvorm. Een /i/ in de voorlaatste syllabe in plaats van een /e/ komt meer voor als deze