presenteerd. Via het in het woordenboekgedeelte opgenomen verwijzingssysteem vindt men in dit hoofdstuk telkens die termen bijeen die met een gegeven grammaticaal begrip synoniem of verwant zijn, en krijgt men inzicht in de positie van elke term ten opzichte van het grammaticasysteem als geheel. In het laatste hoofdstuk zijn dan tenslotte alfabetische registers opgenomen van enkele honderden grammaticale termen in het Duits, Engels en Frans met hun Nederlandse equivalenten.
Als uitgangspunt is de terminologie van de ANS genomen, maar daar zijn de nodige aanvullingen aan toegevoegd: het werk moet bruikbaar zijn bij alle gangbare handboeken op het gebied van de Nederlandse grammatica. Daarom zijn ook termen op het gebied van fonologie, morfologie en semantiek opgenomen.
De samenstellers hebben dusdoende vrij veel tot de ‘traditionele grammatica’ gerekend: gekloofde zin, balansschikking, tangconstructie, plaatsonderwerp, schimonderwerp, getalsonderwerp, aanloop, uitloop, achter-pv, steunpronomen, rode en groene volgorde, morfeem, geleed woord, het is hier allemaal te vinden. Echte Paardekooperiaanse termen als binnenbouw, buitenbouw, syntagma en paradigma ontbreken echter. Misschien dat die nog eens voor opname in aanmerking komen. Dit Grammaticaal woordenboek lijkt een bijzonder handig compendium te zijn en voor een herdruk zou men alleen maar kunnen wensen dat er nog meer termen in opgenomen worden. De bruikbaarheid zal toenemen als er ook wat minder traditionele termen te vinden zijn, eventueel met een verwijzing naar de speciale gebruiksmogelijkheid binnen een bepaalde taalkundige opvatting. Dit praktische hulpmiddel lijkt ons zo'n uitbreiding ten volle waard.
Het Grammaticaal woordenboek is uitgegeven bij Martinus Nijhoff te Leiden; een prijs is ons niet opgegeven.
M.C.v.d.T.