De Nieuwe Taalgids. Jaargang 81
(1988)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 503]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dergelijk(e) als .../ dat ... en dergelijks als .../ dat ...P.C. Paardekooper0 InleidingDe ANS (225v) bespreekt dergelijk(e) samen met het verwante soortgelijk(e), met het tekstwoord dusdanig(e) en met zodanig(e) dat afgezien van als zodanig eveneens tekst is. Ze ‘vertonen in betekenis veel overeenkomst met zulk(e). Ze onderscheiden zich echter syntactisch van aanwijzende voornaamwoorden doordat ze vooraf gegaan kunnen worden door het onbepaald lidwoord een.’ ‘Bij vooruitwijzend gebruik kunnen zowel dergelijk(e) als soortgelijk(e) gevolgd worden door een bijwoordelijke bepaling of bijzin van vergelijking: alleen dergelijk(e) ook door een bijzin van graadaanduidend gevolg.’ In de nu volgende beschrijving probeer ik aan te tonen dat dergelijk(e) vrij zeker bijna altijd lid is van een onbep.-lw-patroon (waarin het ϕ-lw natuurlijk een belangrijke rol speelt). Ook het sterk verwante zo 'n/zulk(e) ϕ vormen zo'n patroon. Verder komen algemenere dingen ter sprake: de bouw van het onbep.-vn-patroon iets dergelijks als ..., de plaats van dit soort als-groepen tussen de andere, en - niet het minst belangrijk - ons onvermogen om een definitie te geven van vn-achtige woorden en zelfs van de vn's alléén. - Ik benadruk nogmaals heel sterk dat zulke definities alleen uit vormelementen mogen bestaan. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 Buitenbouw syntagmatiek van 'n dergelijk(e) als .../dat ...1.1 'n Dergelijk(e) als .../ ϕ dergelijk(e) als ... als ww-patroondeelHet ligt voor de hand dat een onbep.-lw-patroon geen ww-patroondeel kan zijn, maar zelfs dergelijk (als)... kent die mogelijkheid niet (zo (als) ... kent hem wél):In 1.2.3.1 kom ik terug op een eventueel zelfstandig gebruikt 'n dergelijk(e) ϕ dergelijke. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.2 'n Dergelijk(e)/ ϕ dergelijk(e) als zn-patroondeel1.2.1 Het onbep.-lw-patroon met zo 'n/zulk ϕ/zulke ϕInderdaad is 'n dergelijk(e) ook formeel sterk verwant met zo 'n. Daarom nu eerst een kleine uitweiding over dat woord. Is het één woord, zoals onze spelling suggereert en zoals ook de meeste woordenboeken doen? Een voorafgaande opmerking: op allerlei plaatsen in onze syntaxis blijkt dat je | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 504]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet altijd als dwingende keus op mag leggen dat een foneemgroep óf één óf twee woorden is: er zijn allerlei tussengevallen bijvoorbeeld bij vz-uitdrukkingen. In het gebied van die overgangen lijkt zo 'n toch wel erg dicht bij de tweewoordigheid te staan: ik denk vooral aan z'n zelfstandige pendant zo een, waarin een toch identiek lijkt met de zelfstandige pendant van het onbep. lw 'n; vgl. trouwens ook het zelfstandige wat voor een tegenover het bijvoeglijke wat voor 'n. Daar komt nog wat bij: zoals bekend is het lw 'n uitg. voor meervouden en voor stof-zn's; het is daar vertegenwoordigd door het nul-lw (ϕ)Ga naar voetnoot1. Zo ook is zo'n uitg. voor meervouden en voor stof-zn's, en het ligt voor de hand om daar eveneens een nul-lw aan te nemen. Let wel: zo 'n is dus een patroon, en wel een onbep.-lw-patroon, net als zulk ϕ en zulke ϕ:Ga naar voetnoot3 Bij zo/zulke/zulk als bwbn-patroondeel krijgen we dan consequent: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 505]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.2.2 De verhouding tussen 'n/ϕ, zo/zulk(e) en dergelijk(e)In levende taal beperkt dergelijk(e) de die/dat-rijGa naar voetnoot4 tot 'n/ ϕ; net als zo/zulk(e). Ook met geen is daar geen combinatie mogelijk:
Maar zelfs als die verbinding wél mogelijk zou zijn, blijft het feit bestaan dat geen hier een versmelting is van niet + 'n/ ϕ, zodat het onbep. lw toch onmisbaar blijft.Ga naar voetnoot5 Het ligt dus voor de hand om ook dergelijk(e) te zien als 'een bep. bij dat onbep. lw. Overigens sluiten zo/zulk(e) en dergelijk(e) mekaar bijna helemaal uit:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.2.3 Verbindingen met andere voorbep.Dergelijk(e) kent geen enkele andere verbinding met leden van de die/dat-rij, zelfs niet met wat voor 'n/wat voor ϕ dat toch eveneens 'n/ϕ bevatGa naar voetnoot6:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 506]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tegenover het uitg. laatste voorbeeld met een bez. nv staat het feit dat ϕ dergelijk(e) wél verbindingen kent met de nabep. van + vn: ϕ dergelijke afspraken van me Verbindingen met al/alle (rij 7) zijn probleemloos zolang natuurlijk het nul-lw maar aanwezig is:Ga naar voetnoot7
Met het hoofdtw (rij 11) is eveneens een verbinding mogelijk (zoals ook bij zo/zulk(e)). Ik geef twee types: dat zonder en dat met van:
Zelfde kent geen verbinding met 'n dergelijk(e): 'n zelfde dergelijk boek (uitg.)Ga naar voetnoot8 Verbindingen met bwbn-patronen, bn's en vd-patronen geven geen problemen:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.2.3.1 Zelfstandig gebruikt 'n dergelijk(e) /ϕ dergelijkeWe moeten hier in details gaan: 'n dergelijk(e) en 'n dergelijk(e) dat ... zijn nu uitg., maar 'n dergelijk(e) als ... kan wél: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 507]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 ϕ dergelijke lijkt me hoogstens mogelijk in gezelschap van een als-groep: Ik geef de resultaten in een schema, dat de mogelijkheden van zo een, zulk en zulke ter vergelijking vermeldt:
Alleen de kolommen onder alleen geven dus verschillen: zo een/zulk(e) ϕ heeft daar bijna overal wél een mogelijkheid. De overeenkomst tussen zo een/zulk(e) ϕ en 'n dergelijk(e)/ϕ dergelijke is dat als-groepen overal een zelfstandig gebruik mogelijk maken. In 1.3 spreken we over 'n dergelijk(e) klein(e)/ ϕ dergelijke kleine. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.2.4 Verbindingen met bv nabep. en met nabep. bij ϕ dergelijk(e)Eén verbinding met een bv nabep. (van me enz.) hebben we in 1.2.3 al besproken om te laten zien dat het bij m'n enz. enkel ging om een kwestie van rijen en niet om een van par. We bespreken nu andere bv nabep. Zn-patronen laten in het algemeen geen beperkingen zien:
Verbindingen met dat-zinnen zijn nu vrij zeldzaam, maar in beginsel mijns inziens wel mogelijk: Verbindingen met als-groepen leveren geen probleem: (het) (worden)[ϕ dergelijke koncerten elke week als we al zo lang gehad hebben] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 508]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ww-patronen als bv nabep. (bv bijzinnen dus) blokkeren de dat-zin allemaal en de als-groep zodra die wat langer wordt: Met een korte als-groep: Precies dezelfde mogelijkheden vinden we bij zulk(e) ϕ: (Overigens blokkeren de als-groep en de dat-zin mekaar onderling weer bij 'n dergelijk(e)/ ϕ dergelijk(e) en bij zo 'n/zulk(e) ϕ:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.2.5 Het onbep.-lw-patroon 'n dergelijk(e)/ ϕ dergelijk(e)Dat wat voor 'n/wat voor ϕ en zo 'n/zulk(e) ϕ een onbep.-lw-patroon vormen, is zonder meer duidelijk. Tegenover de voorbep. zo/zulk(e) staat dan de nabep. dergelijk(e) en in de meeste gevallen blokkeren die mekaar; als uitzondering hebben we onbeklemtoond zo 'n gezien: zo' n dergelijk gebouw Zelfde is rijgenoot van dergelijk(e) (zoals al opgemerkt), maar het kent meer verbindingen als met 'n/ ϕ alléén: diezelfde, deze zelfde, dezelfde, hetzelfde, een zelfde.Ga naar voetnoot9 Misschien moeten we te zijner tijd de naam van dit patroon dus wel veranderen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 509]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ik herhaal dat zo/zulk(e), dergelijk(e) en zelfde alle drie een als-groep kunnen krijgen en dat de eerste twee bovendien een verbinding met een dat-zin kennen: ze zijn syntactisch dus sterk verwant. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.3 Dergelijk(e) als bwbn-patroondeelDergelijk(e) is dus noch ww- noch zn-patroondeel; bw-patroondeel kan het evenmin zijn (in tegenstelling tot zo):Kent het dan nog wél een mogelijkheid als het bwbn-patroon zn-patroondeel is? Terwijl zo ... mooi(e), zulk(e) ... klein(e) door een onbep. lw onderbroken worden (zie 1.2.1), is dat bij dergelijk(e) klein(e) niet het geval: 'n dergelijk klein probleemWil dergelijk klein één patroon zijn, dan moet één van de volgende ontledingen goed zijn: In het eerste en derde geval is het bwbn-patroon dergelijk klein een zn-patroondeel, in het middelste een onbep.-lw-patroondeel. Voor die laatste opvatting voel ik het meest omdat ook dergelijk klein enz. hier uitg. zijn zonder 'n/ ϕ:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 510]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Algemener uitgedrukt: dergelijk noch dergelijk klein kunnen zinsdeel zijn; zo ook kunnen dergelijk(e) noch dergelijk klein(e) zn-patroondeel zijn; daarvoor is het gezelschap nodig van 'n/ ϕ. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2 Buitenbouw syntagmatiek van dergelijks als .../ dat ...2.1 Dergelijks als .../dat ... als onbep.-vn-patroondeelBij deze buitenbouw is de als-groep vaak problematisch, de dat-zin die na dergelijk(e) al tekstachtig was, is nu helemaal uitg.: We komen nu aan een algemenere kwestie: er zijn minstens drie woorden iets:
Iets2 en iets3 zijn negatief verwant doordat een beetje enzovoort als rijgenoot uitg. zijn, maar vooral door iets positiefs: iets2 kan telkens één voorbep. van iets3 als nabep. krijgen, maar dan zijn meteen alle andere voorbep. geblokkeerd:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 511]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Iets heel kleins is dus een versmelting waaraan zeker de nabep. (dat ...) niet meedoet, en één voorbep. evenmin (in ons geval de rij van heel klein). De vraag is of ook 'n niet buiten de versmelting blijft en of het niet in de vorm van z'n nul-pendant vóór iets2 aanwezig is:
Ik ben me ervan bewust dat ik hier meer problemen opwerp als oplos, maar dat lijkt me beter als erover zwijgen. De gesuggereerde hypthese heeft in elk geval als pluspunt dat ook dergelijks de band zou hebben met 'n/ ϕ. Overduidelijk is de verwantschap tussen allerlei voorbep. bij iets3 en de ene nabep. bij iets2. Dat rijverschil gaat samen met paradigmatische overeenkomst. Wat immers rijkundig als voorbep. onafsplitsbaar is bij iets3 is als nabep. bij iets2 eveneens onafsplitsbaar:Combinaties van twee vn's zijn zeldzaam maar mogelijk: naast iets dergelijks (ϕ iets dergelijks?) komt bv. ook voor die van jou met eveneens onafsplitsbare nabep. Vn's veroorzaken vaak beperkingen tegenover de naast verwante niet-vn's; zo is iets dergelijks beperkt tegenover dergelijke dingen, maar zo is iets dergelijks ook beperkt tegenover iets heel moois: in het voorlaatste type is de rij van iets2 bv. weer kleiner als de rij van iets2 in het laatste type, want nu is enkel niks dergelijks en meer dergelijks nog mogelijk; wat dergelijks en meer dergelijks lijken me uitg. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.2 Dergelijks als bwbn-patroondeelGroot is het aantal mogelijkheden hier zeker niet: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 Nevenschikkingen3.1 Met ϕ dergelijk(e) als .../dat ... en dergelijks als .../dat ... alléénHier zijn mogelijkheden met het sterk verwant zelfde als ..., met ánder(e) als ... en ook met gewone bwbn-patronen: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 512]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Met onbep. vn's is er hier geen mogelijkheid: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.2 Met ϕ dergelijk(e) enz. + zn of met iets dergelijks (ϕ iets dergelijks?)Hier is vrijwel geen enkele beperking: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 Binnenbouw van de als-groep na dergelijk(e)/dergelijks(Die van de dat-zin na dergelijk(e)/dergelijks eist hier geen bespreking, omdat ie in geen enkel opzicht afwijkt van de andere dat-zinnen van graadaanduidend gevolg.) Als uitgangspunt dient een klein overzicht van wat een als-groep bij zo/even + stell. trap en bij een vergr. trap maximaal kan bevatten:We vinden hier een beginstuk, twee tussenstukken en een eindstuk. In ons voorbeeld gaat het om een vergelijking tussen twee koppels: Jan/Piet en getekend/geschilderd. Ook de stell, of vergr. trap zelf kunnen lid zijn van één koppel, maar dan is het maximale aantal koppels hier één:Harder/120 kilometer vormt nu het enigste koppel. Bij als-groepen na niet-woorden is enkel laatstgenoemd type mogelijk: het niet-woord is per se lid van het enigste koppel:Het koppel is nu nergens/bij ons. Bijna altijd gaan zelfs drie eigenaardigheden samen: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 513]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Terug naar dergelijk(e)/dergelijks: 1 dergelijk(e)/dergelijks dat de als-groep mogelijk maakt kan zelf een deel van één koppel zijn:Het koppel is een dergelijke ramp/die brand vorig jaar. Dergelijke is deel van het eerste lid. 2 toch zijn er nu meer koppels mogelijk maar dergelijke valt daar nu helemaal buiten:De koppels zijn toen/vorig jaar en Jan/mij. Tot dusver is de toestand vrijwel gelijk aan die van de als-groepen bij zo/even + stell. trap en bij de vergr. trap. 3 tussenstukken zijn in gevallen als van het laatste type voorbeeld, wél mogelijk:
Hier vinden we dus respectievelijk één, twee en één tussenstuk. - Beperkingen zijn overigens dat een type als als moest, als kon, als hoefde uitg. zijn.
Dergelijk(e)/dergelijks sluit zich dus vrijwel volledig aan bij de vergr. trap: het kan zelf een half lid zijn van hoogstens één koppel; als het geen half lid van een koppel is, zijn er in beginsel meer koppels mogelijk, en in beperkte mate zijn er tussengroepen mogelijk. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 514]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5 De woordsoort van dergeljik(e)/dergelijks5.1 Het hoort bij de vn-achtigenTot dusver heb ik dergelijk(e)/dergelijks in de ontledingen aanw. vn genoemd zonder die benoeming te rechtvaardigen. Dat moet nu gebeuren. Met vn-achtigen bedoel ik de groep van de vn's, de ‘vn's’ en de vn-bw's; een voorbeeld zijn bij de aanw. woorden respectievelijk die/dat, daar/hier en daar mee enz. Voor een definitie van die vn-achtigen is de tijd nog niet rijp, maar wél kunnen we een belangrijke eigenschap ervan opnoemen: ze zijn óf een deel van de die/dat-rij (bv. die/dat zelf), óf een lid van een versmeltingsrij waarbij de die/dat-rij betrokken is (bv. daar/hier).Ga naar voetnoot10 Welnu: we hebben gezien dat het onbep.-lw-patroon (waarvan dergelijk(e) deel uitmaakt) inderdaad lid is van die die/dat-rij. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5.2 Het hoort bij de aanw.-vn-achtigen (de aanw. woorden).2.1 Het verwijswoordschap van dergelijk(e)/dergelijksDe helft van de aanw. woorden heeft als eigenaardigheid dat ze verwijswoord kunnen zijn:Ook dergelijk(e)/dergelijks kunnen dat zijn: Omdat dérgelijk(e)/dérgelijks hier (deel van een) bv bep. zijn, is de naam aanw. vn ten volle verantwoord. - Anders staat het natuurlijk als dergelijk(e) deel is van een ‘bw’ bep.: ϕ dérgelijke grote boeken Het is dan vanzelfsprekend een aanw. ‘vn’. Die bevindingen kloppen dus niet helemaal met de formuleringen van de ANS (zie Inleiding) die niet van een aanw. vn wil spreken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 515]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5.2.2 Dergelijk(e) en zulk(e) vormen samen één par.: ond./lv met par.-loos vanTerwijl we in het vorige nummer speciaal de verwantschap hebben laten zien tussen dergelijk(e) en beklémtoonde aanw. woorden, bespreken we nu z'n verhouding tot het al dan niet beklemtoonde aanw. woord 'zulk/zulke en het per se onbeklemtoonde die in het ond./lv met par.-loos van:Die hele beperkte rij uit dat ond./lv met par.-loos van heeft precies die drie leden: die en het onbep.-lw-patroon met de twee groepjes aanw. woorden dergelijk(e) en zulk(e). De hele sterke verwantschap tussen die twee groepjes blijkt hier dus eens te meer. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6 BesluitAan de ene kant leert dit stukje beschrijving de noodzaak om af te dalen naar hele concrete dingen: dergelijk(e)/dergelijks zonder dat-zin of als-groep, dat terugwijst (taalverband) of dat situatieverband heeft:Daartegenover staan dan ϕ dergelijke/dergelijks mét zo'n dat-zin of zo'n als-groep. Soortgelijke concretiseringen vonden we bij die: van die (ond.), beklemtoond díé zonder van, onbeklemtoond die zonder van. Maar bij het opklimmen naar een hoger abstractiepeil blijkt onze onkunde in een paar hele belangrijke kwesties: we kunnen nog niet eens een definitie geven van de vn-achtigen en van de vn's, en we weten nog maar heel gedeeltelijk wat alle woorden gemeen hebben die een als-groep mogelijk maken. Zo is de overeenkomst tussen de niet-woorden en de vergr. trap dat ook de laatste een ‘ontkennend element’ bevat (kleiner als eigenlijk hoeft). Maar als zo'n groep na dergelijk(e)/zulk(e) en na zelfde samenhangt met het vn-achtige karakter van die woorden, waarom zijn stell, en vergr. trappen enz. dan niet vn-achtig? Waar ligt precies dié verwantschap? |
|