Schakels met het verleden
L.E. Wirth-van Wijk
1 De tweeklanken
Veel is er gediscussieerd in de Nederlandse fonetiek en fonologie over de tweeklanken ei, ui, ou. Het eerste element gaat zo geleidelijk over in het tweede, dat die overgang met het oor nauwelijks te bespeuren valt. Daarnaast is er onzekerheid over de waarde van het tweede element. Volgens de metingen van de trillingsgetallen door Mol (zie de tabel in Van den Berg's Foniek, p. 20) eindigt de ou ergens bij de [o], de ui ergens in de buurt van [Ø] en de ei komt niet verder dan [I]. Dat zijn trillingsgetallen van trillingen die veroorzaakt worden door de tongarticulatie; met liparticulaties houdt Mol geen rekening.
Van den Berg (p. 31) verwijst daarnaast nog naar S.G. Nooteboom, Production and perception of vowelduration (p. 49, 50) waar laatstgenoemde constateert dat de tweeklanken ei, ou en ui zich in hun duur net gedragen als de lange vocalen.
Van den Berg komt tenslotte tot de conclusie dat fonologisch gezien de tweede elementen van de tweeklank ei (en ook ui?, Van den Berg is niet helemaal duidelijk op dit punt), en ou fonologisch als onderliggende j, resp. onderliggende vv ingedeeld moeten worden.
Bovenstaande verwijzing, via Van den Berg, naar Nooteboom, bevat wat ik hier bedoel met een ‘schakel met het verleden’. We vinden hier een overeenkomst met de toestand van de taal van Montanus, die ik beschreven heb in mijn monografie over het fonetische deel van zijn werk van 1980. Evenals een lange klinker bestaat bij Montanus een tweeklank uit ‘snap + staag’, ook bij Montanus was de duur van lange klinker en tweeklank gelijk.
In mijn artikel in T.N.T.L. 1983 (p. 207-216) kwam ik daarna tot de conclusie, dat de tweede elementen van de tweeklanken ei en ou nog steeds de stage ij, resp. uu van de Spreeckonst zijn. Over de ui spreek ik daar niet, dat verzuim wil ik hier goedmaken, want nadere bestudering van de ui in de Spreeckonst heeft mij versterkt in de mening, dat wij in het moderne Nederlands nog steeds te doen hebben met de stage klinkers van de Spreeckonst als tweede elementen van de tweeklanken ei, ou (au) en ui.