De Nieuwe Taalgids. Jaargang 80
(1987)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 271]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
A. van ElslanderOp 1 oktober 1986 legde Prof. Dr. A. van Elslander na bijna dertig jaar het ambt neer van hoogleraar in de Nederlandse letterkunde aan de Rijksuniversiteit Gent. En het kan niet anders gezegd worden: daarmee verdween een van de meest humane en bescheiden figuren uit de universitaire neerlandistiek, een man die er zijn hoogste eer in stelt dat hij een aantal begaafde leerlingen hun ontplooiingskansen heeft geboden, zoals hij bij herhaling heeft verzekerd. Dit betekent echter allerminst dat Van Elslander zelf zich geen aanzienlijke verdiensten heeft verworven voor de kennis van en het inzicht in onze literatuurhistorie. In de eerste plaats geldt dat voor de rederijkers, aan wie zijn licentiaatsverhandeling al was gewijd en vervolgens ook zijn proefschrift: Het refrein in de Nederlanden tot 1600, dat in 1953 werd uitgegeven door de Koninklijke Vlaamse Academie. In de jaren voordien en sindsdien heeft hij vele malen gepubliceerd over deze en verwante onderwerpen, daarmee een belangrijke bijdrage leverend aan het ‘eerherstel’ van deze literatuur. In dit verband moet ook gereleveerd worden dat de betekenis die het Jaarboek van De Fonteine bezit voor de rederijkersstudie, in groten dele te danken is aan de redacteur Van Elslander, die daarenboven in de reeks uitgaande van zijn Seminarie, niet minder dan vijftien deeltjes ‘Rederijkersstudiën’ opnam. Maar Van Elslanders belangstelling bleef niet beperkt tot de oudere letterkunde, zoals al bleek uit zijn aandeel in de uitgave van Herman Teirlincks Verzameld werk dat hij, samen met Willem Pée, verzorgde voor Manteau. Van meer belang nog is zijn langdurige activiteit om Cyriel Buysse zijn gerechtvaardigde plaats te bezorgen, naast Streuvels, als een van de belangrijkste prozaïsten uit het Zuiden in het laatst van de negentiende en het begin van deze eeuw. Toen Van Elslander in 1960 en 1961 zijn tweedelige pleidooi voor Buysse liet verschijnen bij het Willems-Fonds, was er welgeteld één roman van Buysse in de boekhandel verkrijgbaar. Dat sindsdien de reputatie en de populariteit van deze auteur het hem toekomende niveau hebben bereikt, is voor een zeer groot deel te danken aan de Gentse hoogleraar. Zo heeft hij het ook opgenomen voor de gezusters Loveling, uit wier bescheiden werk hij in 1973 een bloemlezing met een kenmerkende sympathieke inleiding samenstelde onder de veelzeggende titel Niets is ons onbeduidend. Ter gelegenheid van Van Elslanders afscheid is een aantal van zijn verspreide opstellen en toespraken bijeengebracht onder de titel Terugblik. Het boek bevat, naast publikaties over de al vermelde onderwerpen, bijdragen gewijd aan Bredero, Ledeganck, Vermeylen, Van de Woestijne, Roelants, Mussche, Paul de Keyser en Frank Baur, alsook de toespraken bij de erepromoties van G. Stuiveling, G. Schmook en Maurice Gilliams, een rede | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 272]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
over ‘Gent en de literatuur’ en een over ‘Maurice Maeterlinck et la littérature flamande’. Een bibliografie van Van Elslander en een ‘Tabula gratulatoria’ sluiten het af. Terugblik is verkrijgbaar door overschrijving van Bfr. 800 op rekening 290-0023525-72 ten name van ‘Album A. van Elslander’, Blandijnberg 2, B-9000 Gent.
A.L.S. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cyriel Buysse GenootschapNa de dood van Cyriel Buysse in 1932 is zijn werk lange tijd naar de literaire limbus verwezen. Zoals in de voorgaande aankondiging al werd opgemerkt, is het niet de geringste verdienste van A. van Elslander dat deze zich ingespannen heeft het daaruit te bevrijden, onder meer door, te zamen met en in groten dele dank zij de werkkracht van Dr. A.M. Musschoot, tussen 1974 en 1982 zijn Verzameld werk uit te geven in zeven grote delen, alles bijeen zo'n 8500 bladzijden. In hetzelfde jaar 1982 kon ook het onbekrompen uitgevoerde album Cyriel Buysse, 1859-1932 verschijnen ter begeleiding van een aan hem gewijde tentoonstelling. Blijkens een lijst van licentieverhandelingen en proefschriften is het ook in de jaren sinds 1978 dat de auteur aan de universiteiten van Leuven en Gent intensief bestudeerd wordt (vierentwintig verhandelingen in totaal). Men mag verwachten dat de herleefde belangstelling blijvend zal zijn. In elk geval zijn er op het ogenblik bijna tien Buysse-uitgaven verkrijgbaar, waaronder een verzamelbundel. Tot die herleefde belangstelling wordt ongetwijfeld een aanzienlijke bijdrage geleverd door het in 1983 opgerichte ‘Cyriel Buysse Genootschap’. In 1985 verscheen het eerste deel van de goedverzorgde Mededelingen van dit genootschap (120 pagina's), een jaar later gevolgd door een tweede (180 pagina's). Ze bevatten, naast een ‘Kroniek’ door A.M. Musschoot, onder meer enkele beschouwingen door de eerder genoemden en een door André Demedts, een uitgave van brieven aan familieleden en van een onvoltooid in het Frans geschreven toneelstuk Henri Léautour, en een studie van Dr. R. Debbaut ‘De konsekratie van de burger bij Cyriel Buysse, 1894-1903’ - over het viertal romans dat P.H.S. van Vreckem destijds ‘een hyperromantische tetralogie’ heeft genoemd - waarin de auteur op ietwat verontwaardigde toon de sociale opvattingen van Buysse in deze periode brandmerkt als ‘Fundamenteel konservatief, zelfs reaktionair’. Het lidmaatschap van het ‘Cyriel Buysse Genootschap’ kost Bfr. 300 per jaar, waarvoor men de Mededelingen gratis ontvangt. De eerste aflevering kan nog worden besteld voor Bfr. 350, de tweede voor Bfr. 450, door storting op rekening 290-0019692-22 van het ‘Cyriel Buysse Genootschap’, Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg (Gent).
A.L.S. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 273]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lexicon van literaire termen herzienIn de 78ste jaargang van dit tijdschrift uit 1985 (p. 182-83) heb ik de tweede druk van het Lexicon van literaire termen aangekondigd. Nu ligt er al weer een derde druk op tafel. Opnieuw is het boek sterk uitgebreid: het bevat bijna 150 nieuwe lemmata, met name op het gebied van de ‘hulpwetenschappen’ (codicologie en bibliografie), aan de theaterwetenschap en aan ‘populaire’ genres en stromingen. Voorts is ook aan meer lemmata een beknopte literatuuropgave toegevoegd waarbij vooral aan de noden van de beginnende student is gedacht. Het Lexicon van literaire termen is verzorgd door H. van Gorp, R. Ghesquiere, D. Delabastita, J. Flamend, telt 464 bladzijden, is uitgeven door Wolters-Noordhoff te Groningen en kost f 45,-.
M.A.S. - v.d.D. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuwe GriffioenenDe Reisbrieven van John Bake, Het leven van Joost van den Vondel door Geeraardt Brandt en een selectie uit de Roman van Lancelot: dat zijn de drie laatstverschenen deeltjes in de Griffioenreeks. Deze werd in 1985 door uitgeverij Querido geïntroduceerd als neefje van de bekende Salamander. Al spoedig rolden de eerste zes Griffioenen van de pers: middelnederlandse exempelen onder de titel Voorbeeldig vertellen, laatmiddeleeuwse vagebondteksten Van schelmen en schavuiten, proza van Coornhert getiteld Weet of rust, Liederen van Bredero, Het leven en sterven van een hedendaags aristocraat door Gerrit Paape en Mijnheer Sainte Anne door Belle van Zuylen. Griffioen en Salamander stemmen overeen wat betreft de handzame pocketvorm. Voorts zijn in beide reeksen niet uitsluitend highlights opgenomen, maar teksten die samen een beeld geven van de Nederlandse literatuur in ruime zin. Op een paar punten zijn er verschillen. Het belangrijkste verschil is de ouderdom van de teksten: als Griffioen verschijnt alleen literatuur die van voor 1850 dateert, terwijl de Salamander omstreeks 1860 start. Een ander verschil is dat Griffioen-teksten, waar nodig, aan het hedendaagse taalgebruik aangepast worden. Daartoe is een zeshoofdige redactie samengesteld - ‘de allerbeste specialisten’ meldt de prospectus -, die zowel de samenstelling van de hele reeks als de begeleiding van ieder deel afzonderlijk verzorgt. De oorspronkelijke taal van de teksten in de Griffioenreeks kan een belemmering vormen voor lezers die niet met oudere literatuur vertrouwd zijn, en juist voor deze groep zijn Griffioenen in de eerste plaats bedoeld. Om die barrière weg te nemen, zijn de teksten op het hedendaagse taalgebruik afgestemd. Het spreekt vanzelf dat naarmate een tekst ouder is, de afstemming tot meer ingrijpen noopt. Van de drie laatstverschenen Griffioenen zijn de Reisbrieven van John Bake, die van 1830 dateren, het minst veranderd. De spelling is gemoderniseerd en op plaatsen waar de veelal gehaast noterende toerist Bake de zinnen niet altijd correct liet lopen, is de tekst gefatsoeneerd. De ‘couleur epistolaire’ bleef zo gelukkig intact. Waren Franse woorden door Nederlandse | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 274]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
equivalenten vervangen en was bijvoorbeeld de veelgebruikte aanspreking ‘lieve beste vrouwtje’ (voor Bake's echtgenote) gemoderniseerd (lieve Hanneke), dan zouden de brieven veel van hun eigentijdse charme verloren hebben. Nu kunnen we nog steeds een reiziger uit de negentiende eeuw volgen. Bake's verslag van een ruim twee maanden durende zwerftocht door Duitsland, Zwitserland en Noord-Italië is gelardeerd met talloze smakelijk opgediste toeristische, culturele en geografische bijzonderheden. Toenemende heimwee is de keerzijde van Bake's vakantiepret, maar ook daarmee vermag hij bij de hedendaagse lezer reislust te wekken. Wie zijn brieven leest, is weg. Het leven van Vondel door Geeraardt Brandt is een tekst die circa anderhalve eeuw ouder is dan Bake's reisverslag, vandaar dat de aanpassing iets verder gaat. Behouden bleef echter ook nu weer de oorspronkelijke taalkleur, dat wil zeggen de plechtstatige bewoordingen waarin Brandt, zoals dat een zeventiende-eeuwse biograaf betaamde, het leven, streven en sneven van onze beroemde dichter en kousenhandelaar heeft vastgelegd. Met passende eerbied citeert Brandt bijvoorbeeld het door Vondel bedachte grafschrift: ‘Hier ligt Vondel, zonder rouw, Hij is gestorven van de kou’, dat de dichter, hoogbejaard en geplaagd door de koude van een barre winter, temidden van zijn vrienden ‘al schertsend’ voorgedragen zou hebben. ‘Dit was, meen ik, de laatste snik van zijn poëzie’, aldus Brandt. De Roman van Lancelot, een bloemlezing uit de omvangrijke middeleeuwse Lancelot-compilatie, is een vertaling (in proza). Daarmee kan de doorsnee-lezer ongestoord genieten van een spannend verhaal over ridder Lancelot, de zoektocht naar de Graal en de ondergang van Arthurs machtige koninkrijk. Het Middelnederlands is, zeggen de samenstellers, omwille van de leesbaarheid niet altijd strikt aangehouden. Misschien dat die leesbaarheid nog verbeterd kan worden in een, hopelijk te verschijnen, volgende druk door de iets minder fraaie formuleringen te vervangen (zoals die op p. 89: (...) Arthur (...) vroeg het gezelschap van de tafelronde weer aan tafel te gaan, waar ze door hoge edelen bediend werden; op p. 93: Een dame vroeg haar waarom Galahad dan wel zo goed moest zijn als zij zei; en op p. 125: Na dit gebed ging Galahad ter communie bij de goede man over wie ik al eerder vertelde en die als bisschop gekleed was). Ook de prijs van de verschenen Griffioenen kan aantrekkelijk worden genoemd: rond de elf gulden.
Marijke Meijer Drees | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oratie van Th.A.J.M. JanssenOp 11 december 1986 hield de nieuw-benoemde hoogleraar in de taalkunde en de taalbeheersing van het Nederlands aan de Vrije Universiteit, Th.AJ.M. Janssen, zijn inaugurele rede, handelend over De betekenis van het Nederlands. Uitgaande van de projecties van enkele zespuntige sterfiguren toonde spreker aan dat een betrekkelijk eenvoudige figuur al een onuitputtelijke bron van interpretaties en bijpassende bewoordingen levert. Vanuit | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 275]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
dit inzicht stelde hij dat de werkelijkheid onze interpretatie maar onvolledig bepaalt. Die werkelijkheid, haar interpretatie en verwoording stonden verder centraal in zijn betoog, waarin betekenisveranderingen van woorden (met als voorbeeld het woord mevrouw), constellaties van taaltekens en hun interpretaties (met als voorbeeld onder meer het boek van Peter) en reflecties naar aanleiding van een werkwoord als omringen voor fraai illustratiemateriaal zorgden. Als conclusie zou kunnen gelden dat ‘communiceren met behulp van taal berust op een constante beoefening van het waarnemen en interpreteren van wat als de werkelijkheid beleefd wordt, de alledaagse, de systematisch geobserveerde en de imaginaire werkelijkheid’ (blz. 25). De rede werd ondersteund door perfect synchroon geprojecteerde voorbeelden op een heel duidelijk scherm voor het auditorium, heel wat anders dan het gebruikelijke gestuntel dat zovele diapresentaties tot een ergernis maakt. Janssens oratie, getiteld De betekenis van het Nederlands, is uitgegeven door de VU Boekhandel/Uitgeverij, Postbus 7161, 1007 MC Amsterdam.
M.C.v.d.T | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vruchten van de Poolse neerlandistiekIn deze rubriek is al vaker melding gemaakt van neerlandistische publikaties uit Polen. Vooral uit Wroclaw komen herhaaldelijk nieuwe boeken. Zo is nu gewag te maken van een Klein Nederlands-Pools spreekwoordenboek van de hand van Stanislaw Predota. De samensteller heeft 1500 Nederlandse spreekwoorden verzameld, met eventuele varianten en synoniemen, en hun Poolse equivalenten. Bij de Nederlandse spreekwoorden is een differentiatie aangebracht volgens de criteria frequent, weinig frequent en verouderd. Een uitvoerig register vergemakkelijkt het werken met dit boek. Van Lisetta Stembor en Stanislaw Predota is bovendien een nieuwe cursus Nederlands voor Polen verschenen: Mówimy po niderlandzku. Het boek bevat twintig lessen, elk bestaande uit een Nederlandse tekst, woordenlijstjes, grammatica en oefeningen. Met dat al is er langzamerhand een aanzienlijke hoeveelheid leermiddelen opgebouwd voor Polen die Nederlands willen leren. (N.B. De in Nederlandse drukkerijen voorhanden lettertekens voorzien niet in de benodigde diacritische tekens om Poolse woorden correct weer te geven, waarvoor onze excuses).
M.C.v.d.T. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verslag Negende Colloquium IVNVan 26 tot 31 augustus 1985 werd te Nijmegen het negende Colloquium van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (IVN) gehouden. Daarvan is nu het verslag verschenen, een 380 pagina's dik boek, waarin behalve verslagen van zittingen de volledige teksten zijn opgenomen van de openingslezing door A.M. Hagen, ‘De communicatieve trend’ en de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 276]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
slotlezing van E.H. Kossmann, ‘Continuïteit en discontinuïteit in de naoorlogse geschiedenis van Nederland’. Hoewel bij de meeste bijdragen in deze bundel de nadruk ligt op het onderwijs van het Nederlands aan buitenlanders (en wel in het buitenland zelf) staat er toch genoeg in van algemeen belang voor neerlandici die niet extra muros werkzaam zijn. Het adres van de IVN is Postbus 84069, 2508 AB 's-Gravenhage.
M.C.v.d.T. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brusselse taaltoestandenHet Centrum voor Interdisciplinair Onderzoek naar de Brusselse taaltoestanden maakt een ongekende groei door, zoals te lezen staat in het voorbericht van deel 8 van de door dit Centrum uitgegeven reeks Taal en Sociale Integratie. De meer dan 500 bladzijden bevattende bundel bevat de volgende opstellen: L. Sieben: De politieke betrokkenheid van de Brusselse Vlamingen na de Eerste Wereldoorlog; L. Haagdorens: De mobilisatie van het ‘Vlaams Aktiekomitee voor Brussel en Taalgrens’ voor de marsen op Brussel (1959-1963); L. Deschouwer: Brussel: 13 oktober 1985; een storm in een koelkast; H. van Impe: Staatsrechterlijke inventaris van Brussel; S. Govaert: Quelques aspects du biocommunautaire à Bruxelles; M. Banen: De Katholieke gemeenschap te Brussel in het licht van de communautaire spanningen (1960-1980); J. Bruning: ‘Ben ik nog thuis?’ Taal en sociale integratie bij de Nederlandse gemeenschap in het Brusselse; K. Deprez, Y Persoons, M. Versele: Over de identiteit van de Vlamingen in Brussel. Deel 2, het standpunt van de franstalige meerderheid; A. Housen: Acculturatie en het verwerven van een vreemde taal in de Europese School te Brussel; G. Vande Putte: Pour une micro-toponymie pluridisciplinaire. Le cas de ‘Rosières-lez-Overijse’ et la frontière linguistique au pays de l'Yssche et de la Lasne; L. Sieben: De talentelling van 1920. De waarde en de betekenis van deze cijfers voor Brussel. Een ‘Kroniek’, samenvattingen van de artikelen, en een inhoudsopgave van de delen 1 tot en met 8 completeren dit deel. Het adres van het Centrum is: Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, 1050 Brussel, Lokaal 5 C 425.
M.C.v.d.T | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Formal Parameters of Generative GrammarIn Ntg 79 (1986) 90-91, maakten we melding van de verschijning van het eerste jaarboek Formal Parameters of Generative Grammar, waarin verslag wordt gedaan van de activiteiten van de onderzoekers die aan het voorwaardelijk gefinancierd onderzoek deelnemen, dat binnen de literaire faculteit van Utrecht bedreven wordt. Het tweede jaarboek is nu verschenen, waarin een aantal bijdragen zijn opgenomen die gepresenteerd werden op een linguïstisch symposium dat begin 1986 te Utrecht gehouden werd onder de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 277]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
titel ‘Going Romance’. Het betreft de volgende titels: Ivonne Bordelois: On Control Chains as Accessible Subjects; Heles Contreras: Open and Closed A-bar Chains; Peter Coopmans & Irene Roovers: Reconsidering some Syntactic Properties of PP-Extraposition; Frank Drijkoningen: On Extending the Use of Extended Chains; Martin Everaert: Long Reflexivization and Obviation in the Romance Languages; Arnold Evers: Long Rule Accessible Arguments in French and German; Jacqueline Guéron: Le Verbe Avoir; Aafke Hulk: Subject Clitics and the PRO-Drop Parameter; Eduardo Raposo: Some Effects of Syntactic Affixation in European Portuguese; Jan Schroten: On the Analysis of Spanish Experiencer Verbs; Maria Luisa Zubizarreta: Levels of Lexical Representation: Lexico-Semantic Structure and Lexico-Syntactic Structure. De editeuren van Going Romance zijn Peter Coopmans, Ivonne Bordelois en Bill Dotson Smith. Er is geen uitgeverij vermeld op kaft of titelblad, zodat niet duidelijk is of (en waar) de bundel besteld kan worden.
M.C.v.d.T | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Nederlandse Taalkunde in kaartSinds Van Haeringen z'n overzicht Netherlandic Language Research (21960) is de Nederlandse Taalkunde geleidelijk aan zóveel onderdelen gaan omvatten dat het voor één man nauwelijks mogelijk is om in elk ervan thuis te zijn. Daarom is er een boekje verschenen waarin deskundigen op verschillende gebieden van die Taalkunde, kort uiteenzetten wat de voornaamste problemen zijn binnen hun onderdeel, de tijdschriften waarin publikaties erover te vinden zijn, wat ze vinden van een handboek en een inleiding op hun speciale onderdeel (als die er zijn), en wat de voornaamste bibliografische hulpmiddelen, verzamelingen en bestanden zijn. Het gaat om de onderdelen lexicografie, taalpolitiek, taalfilosofie, de expansie van het Nederlands buiten Europa (daaronder het Afrikaans), sociolinguïstiek, geschiedenis van de Nederlandse taalkunde tot 1700, zeventiende-eeuws, syntaxis, fonologie en morfologie, dialectkunde, psycholinguïstiek, taalontwikkeling, afasiologie en gebarentaal van doven, taalbeheersing, pragmatiek, naamkunde, normatieve studies, taaldidactiek, Nederlands als tweede taal en historische taalkunde. Verder zijn er hoofdstukjes over bibliografieën en tijdschriften en tijdschriftregisters. Tot slot geeft het een lijst van adressen van instellingen op het gebied van de Nederlandse taal en letteren en een Bibliografie met ruim 1100 nummers. De omvang is 118 bladzijden. Het werkje is te bestellen door overschrijving van f 12,- op de Nederlandse girorekening van de redakteur 110 46 06 (ten name van P.C. Paardekooper in Kortrijk) of van 200 Bfr. op rekening 000-178084-89 van Leuvense Bijdragen. Na ontvangst van dat bedrag krijgt u het toegestuurd door het Departement Linguistiek van de KUL in Leuven.
P.C. Paardekooper | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 278]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Scheveningse woordenschatOnder die titel is in oktober 1986 een woordenboekje van het Schevenings verschenen een onafgewerkt handschrift van Arend Tael (schuilnaam voor A.P. Krul), dat Mevrouw Dirkje Roeleveld geordend heeft, uitgewerkt, aangevuld en voor de druk klaargemaakt. Wie weet hoe klein onze kennis is van conservatieve Hollandse dialecten, zal de uitgave van dit werkje van 201 bladzijden erg verwelkomen. Hopelijk inspireert het iemand om nu ook een spraakkunst van dat dialect te gaan schrijven. Het kost f 39,95 + porto, en is te bestellen bij Boekhandel C. den Dulk, Prins Willemstraat 20, 2510 HM Scheveningen (Den Haag). Telefoon 070-55 30 25.
P.C. Paardekooper | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Woordenboek van het Mechels dialectZes dagen voor z'n plotselinge dood heeft Hendrik Diddens - een geboren en getogen Mechelaar - de laatste hand gelegd aan z'n grote Woordenboek van het Mechels dialekt. Het omvat in 432 bladzijden een korte klank- en vormleer van het dialekt (bladzijde 13 tot en met 43) met daarna het eigenlijke woordenboek (bladzijde 47 tot en met 429) en tot besluit een beknopte bibliografie die vooral folkloristisch is (bladzijde 430 tot en met 432). De woorden staan alfabetisch volgens hun ABN-vorm; bijna altijd geeft de schrijver een fonetische transkriptie. Hij was geen taalkundige van beroep en dat heeft hier en daar sporen nagelaten, maar de dialektkunde kan het werk van zulke dilettanten niet hoog genoeg waarderen. Lezers uit Nederland kunnen het boek bestellen door 680 Bfr. + 170 frank portokosten te storten op rekening 001-1079067-18 van Mevrouw H. Diddens-Dickmeis, Landbouwstraat 98, 2800 Mechelen (samen dus Bfr. 850); voor bestellingen uit Vlaanderen is het totale bedrag maar Bfr. 750.
P.C. Paardekooper | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
DocumentatiedagOp 17 juni 1987 wordt onder auspiciën van de Werkgroep voor de documentatie der Nederlandse letteren een documentatie-dag gehouden in de aula van de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage. Op deze dag zal het bibliografische onderzoek binnen de Neerlandistiek centraal staan. Het is de bedoeling om aan de hand van korte referaten studenten en vakgenoten een beeld te geven van de mogelijkheden en moeilijkheden bij het vervaardigen van bibliografisch apparaat. De ochtendzitting willen wij wijden aan aspecten van de persoonsbibliografie, terwijl de middag meer in het teken van de genrebibliografie zal staan Het programma ziet er als volgt uit (onder voorbehoud): | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 279]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deelnemers aan deze dag wordt verzocht liefst per omgaande, doch uiterlijk vóór 1 juni 1987 een bedrag van f 12,50 (koffie/lunch/thee) over te maken op postgiro 2108539 van de penningmeester van de Werkgroep voor de documentatie der Nederlandse letteren te Hilversum onder vermelding van documentatiedag. De deelname staat open voor iedere geïnteresseerde.
B.P.M. Dongelmans |
|