| |
| |
| |
Aankondigingen en mededelingen
Brandaan, de Ierse Odysseus
Van 13 juni tot en met 10 augustus zal in het Rijksmuseum Het Catharijneconvent te Utrecht een tentoonstelling worden gewijd aan de legendarische middeleeuwse zeevaarder Sint Brandaan, de hoofdpersoon van een van de oudste werken uit de Nederlandse letterkunde. Deze expositie, getiteld ‘Brandaan, de Ierse Odysseus’, vormt een onderdeel van de viering van het 350-jarig bestaan van de Rijksuniversiteit Utrecht.
De historische Brandaan was een abt uit de zesde eeuw, een periode waarin Ierse monniken zich als kluizenaars vestigden op onherbergzame eilanden. Sporen van hun aanwezigheid zijn aangetroffen op de Hebriden, de Faeröer, en zelfs op IJsland. Volgens de legende zou Brandaan een jarenlange zeereis hebben gemaakt die hem tenslotte een gelukzalig eiland aan de voorzijde van de Oceaan deed ontdekken. Het is niet onmogelijk dat deze legende herinneringen bewaart aan een ontdekking van Amerika door Ierse monniken, lang vóór de Vikingen voet aan land zetten in de Nieuwe Wereld. Het verhaal van Brandaans wonderlijke reis heeft in de Middeleeuwen aanleiding gegeven tot steeds nieuwe interpretaties, waarbij de inhoud werd aangepast aan gewijzigde denkbeelden omtrent de kosmos, de aarde en de natuur. De ontdekking van Amerika door Columbus blijkt een eeuwenlange voorgeschiedenis te hebben gehad.
Doel van de expositie is, de resultaten van recent wetenschappelijk onderzoek naar de figuur van Brandaan en de overlevering omtrent zijn reis voor een groot publiek toegankelijk te maken. De tentoonstelling wordt voorbereid door een werkgroep van docenten en studenten van het Instituut De Vooys voor Nederlandse taal- en letterkunde van de Rijksuniversiteit Utrecht, in samenwerking met Het Catharijneconvent en het Museon, het zojuist gereed gekomen Museum voor het Onderwijs te `s-Gravenhage.
Na afloop van de tentoonstelling in Het Catharijneconvent verhuist de expositie naar Den Haag, waar zij van 26 september tot 9 november te zien zal zijn in het Museon. Vervolgens gaat zij als paneeltentoonstelling op reis langs een aantal regionale en locale musea, bibliotheken en culturele centra in den lande.
C.H. Staal
| |
Van Bredero tot Langendyk
Deze nu onlangs verschenen bloemlezing uit de kluchten van het begin van de 17de eeuw tot 1730 is een welkome aanvulling op de laat 19de-eeuwse werken van Van Vloten en Van Moerkerken, die enkel nog antiquarisch te verkrijgen zijn. Het is verheugend dat tekstbezorger Ornée is afgeweken van het streven van zijn grote voorgangers om door de fragmenten de frisse, propere en eenvoudige volksgeest van de 17de eeuw te laten herleven - met weglating van al die kluchten die vanwege de door hen aangehangen fatsoensnormen aanstootgevend zouden kunnen zijn. Ornée heeft daarentegen geprobeerd in zijn keuze van 63 teksten een zo gevarieerd mogelijk aanbod van kluchtige spelen te geven. Er
| |
| |
is om die reden ook besloten om per (Noord- of Zuidnederlandse) auteur niet meer dan één spel op te nemen, zodat ook ons minder bekende kluchtschrijvers aan bod kunnen komen. Bovendien heeft Ornée in zijn selectieprocedure de fatsoensoverwegingen niet laten meespelen. Zo kunnen we nu dan eindelijk een bedscène uit De bedroge dromer lezen, een klucht die met zijn lichtpornografische soortgenoten door Van Moerkerken zo uitermate heftig veroordeeld werd als ‘walglijk vies, vuil en obsceen.’ Het is het enigszins trieste lot van bloemlezingen dat de lezers ervan vaak onrechtvaardig hard vallen over het ontbreken van eigen desiderata. Maar de samensteller van een bloemlezing móet een keuze maken en gezien Ornée's grote vertrouwdheid met deze spelen mag men er met een gerust hart van uitgaan dat de door hem uitverkoren toneelstukken zeker de nagestreefde variëteit weerspiegelen.
De teksten worden op uniforme wijze aangeboden. Achtereenvolgens komen aan de orde: gegevens over de auteur, wat informatie over de aard van het spel, een korte samenvatting van de inhoud, en een of meer fragmenten met beknopt gehouden woordverklaring. De volgorde van de kluchten is chronologisch, waarbij uitgegaan is van het jaartal van de eerste druk. De bloemlezing heeft niet alleen het literair-historisch doel om inzicht te geven in een ondergewaardeerde toneelvorm. De bezorger spreekt in zijn korte inleiding tevens de hoop uit dat de fragmenten zó enthousiasmerend zullen werken op hedendaagse acteurs en regisseurs, dat zij wellicht sommige kluchten in hun repertoire zullen opnemen.
Van Bredero tot Langendyk. Een bloemlezing uit de Nederlandse kluchten van het begin van de zeventiende eeuw tot 1730, onder redactie van dr. W.A. Ornée is uitgegeven door de Walburg Pers te Zutphen en kost f45,-. Voor deze vrij forse prijs krijgt de koper echter een even fors boek dat met het formaat van 25 × 19 cm groter is dan een deel van Van Dale.
Marieke M. van Oostrom
| |
Colloquium Werkgroep 17de eeuw
Op vrijdag 19 september e.k. organiseert het Centrum Renaissancedrama, in samenwerking met de Werkgroep Zeventiende Eeuw, een colloquium in de gebouwen van de Universitaire Fakulteiten St.-Ignatius (UFSIA), Rodestraat 14 te Antwerpen. Het is de bedoeling dat onderzoekers uit verschillende vakgebieden bij elkaar worden gebracht, in overeenstemming met de interdisciplinaire functie van de Werkgroep. Het thema van het colloquium sluit zo dicht mogelijk aan bij de werking van het Centrum en zal dus over theater en drama handelen. De bijdragen kunnen afkomstig zijn uit disciplines zoals literatuur, geschiedenis, kunstgeschiedenis, kerkgeschiedenis en wetenschapsgeschiedenis. De onderwerpen lopen waarschijnlijk uiteen van algemene kwesties tot specifieke zaken en mogelijk komen ook diverse benaderingen aan bod.
Zes sprekers uit Nederland en België zijn (worden) aangezocht voor een lezing van telkens ca. 45 minuten. Drie hebben op dit ogenblik reeds toegezegd. Het zijn Drs. Mieke Smits-Veldt (over S. Coster), Drs. H. Meeus (over genres in de periode 1625-1650), Drs. Inge Wouters (vermoedelijk over Blijde Inkomsten, tableaux vivants, stellages en decors voor toneel).
| |
| |
Nadere mededelingen over het programma en de deelnameprijs zullen zo spoedig mogelijk gebeuren. Verdere inlichtingen zijn intussen te bekomen bij het Centrum Renaissancedrama, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen (tel. 03/231.66.60). In aansluiting op het colloquium vindt tevens de presentatie plaats van het boek T'ondersoeck leert. Studies over middeleeuwse en zeventiende-eeuwse literatuur ter nagedachtenis van Prof. Dr. Lieven Rens. Dit huldealbum zal tijdens een korte plechtigheid met receptie aan Mevr. Rens worden overhandigd.
G. van Eemeren
| |
Huldeboek Lieven Rens
Op 23 augustus 1983 verloor de Antwerpse hoogleraar Lieven Rens het leven in een tragisch ongeval.
Ter nagedachtenis van deze bekende dichter en literatuurhistoricus zal in de nazomer van 1986 een album verschijnen, waarin, naast een woord vooraf door de redacteurs, G. van Eemeren en F. Willaert, een biografie door A. van Wilderode, een bespreking van Rens' poëtische activiteit, een volledige bibliografie en een lijst van intekenaren, een vijfentwintigtal artikelen van vrienden, medewerkers en collega's zullen zijn opgenomen. Deze bijdragen hebben allemaal betrekking op de literatuur van middeleeuwen en renaissance, de twee periodes die de kern vormden van Rens' leeropdracht aan de Universiteit Antwerpen (UFSIA).
Het boek wordt bij Acco te Leuven uitgegeven. Het zal ca. 450 blz. bevatten en 1.290 BF/f80, 75 kosten. Voor de intekenaren, van wie de naam achteraan in het boek wordt opgenomen, zal de prijs slechts 725 Bf/f45,50 bedragen.
Men kan op 'T ondersoeck leert. Studies over middeleeuwse en 17de-eeuwse literatuur ter nagedachtenis van Prof. Dr. L. Rens intekenen door vóór 1 april naam en adres op te geven aan Uitgeverij Acco, Tiensestraat 134-136 te B-3000 Leuven (België) en terzelfdertijd het bedrag over te maken op rekening 000-0964500-29 van voornoemde uitgeverij (voor Nederland: girorekening nr. 4436148). Vanzelfsprekend zullen alle intekenaren uitgenodigd worden op de presentatie van het boek, die zal plaatsvinden op vrijdag 19 september 1986, na afloop van een ééndaags colloquium over het toneel in de XVIIde eeuw, dat door het Centrum Renaissancedrama, in samenwerking met de Werkgroep-XVIIde Eeuw, zal worden georganiseerd.
G. van Eemeren
F. Willaert
| |
Eer is het lof des deuchts: een bundel voor Fokke Veenstra
Op 29 december 1986 hoopt dr. Fokke Veenstra tachtig jaar te worden. Bij die feestelijke gelegenheid zullen zijn vakgenoten hem een bundel studies aanbieden over onderwerpen uit het gebied waarop hij zich met zoveel liefde en deskundigheid heeft bewogen: de cultuurgeschiedenis van renaissance en classicisme in Nederland. Diverse bijdragen aan deze bundel onderstrepen de invloed die Veenstra's publicaties over de literatuur en de ideeën van de Nederlandse re- | |
| |
naissance hebben gehad. Het interdisciplinaire karakter van de bundel als geheel weespiegelt Veenstra's overtuiging dat de studie van de letterkunde onverbrekelijk verbonden is met die van andere terreinen van de menselijke activiteit. De artikelen bestrijken daarom niet alleen het gebied van de literatuur, maar ook dat van de boekwetenschap, de kunstgeschiedenis, de geschiedenis en de filosofie.
De auteurs zijn: J. Bosch, K. Bostoen, H. Duits, G. van Eemeren, M.S. Geesink, A.J. Gelderblom, S. Groenveld, E.K. Grootes, AJ. Hanou, S.S. Hoogerhuis, K.K. de Jong, A.A. Keersmaekers, H. Miedema, A.N. Paasman, L. Peters, H. Pleij, K. Porteman, M.A. Schenkeveld-van der Dussen, M.B. Smits-Veldt, M. Spies, L. Strengholt, C.F.P. Stutterheim, H.W.J. Vekeman, I.M. Veldman, P.J. Verkruijsse, P.E.L. Verkuyl, W. Vermeer, W. Waterschoot en C.A. Zaalberg. Er zijn artikelen aangekondigd over, onder meer, de dichters Van der Noot, Beheyt, Hooft, Anna Roemers, Bredero, Camphuysen, Cats, Joan Dullaart, Luyken, Poot, Kinker en Bilderdijk; voorts over paradoxale lofdichten rond 1600, een geboortedicht uit de Bloemhof, een blauwtje met literaire gevolgen, de effectiviteit van poëzie, een curieus pamflet over de moord op Hendrik IV, emblemen, muziek, octrooien voor boeken, boekillustraties en prentkunst, hofdichten, een herontdekte Nederlandse mythografie, een nieuwe editie van Van Manders schilderlevens en nog tal van andere onderwerpen. Een beschouwing over Veenstra's oeuvre en een bibliografie van zijn werk completeren het geheel.
De uitgave wordt verzorgd door Uitgeverij De Bataafsche Leeuw te Amsterdam/Dieren. De bundel wordt gebonden in harde band, met een stofomslag in vierkleurendruk, formaat 22,5 × 17,5 cm. Omvang ca. 256 pagina's, inclusief illustraties.
Achterin het boek wordt een lijst van intekenaren opgenomen. Men kan zich verzekeren van vermelding op die lijst en van een exemplaar van het boek tegen gereduceerde prijs door intekening vóór 1 oktober 1986. Dat kan geschieden door storting van het verschuldigde bedrag op postgiro 369 74 82 van Uitgeverij De Bataafsche Leeuw te Amsterdam, onder vermelding van ‘Feestbundel Veenstra’.
De intekenprijs is f39,50 (exclusief verzendkosten). De bundel zal op werkdagen van 10 t/m 19 december 1986 en van 5 t/m 16 januari 1987 af te halen zijn op de volgende adressen:
- | Instituut voor neerlandistiek, afd. documentatie Ned. letterkunde, kamer 463, Spuistraat 134, Amsterdam-C. |
- | Instituut De Vooys, afd. renaissanceletterkunde, kamer A 210, Padualaan 14, Utrecht. |
- | Faculteit der letteren der Vrije Universiteit, kamer 10 A 18, De Boelelaan 1105, Amsterdam. |
Indien men het boek per post toegestuurd wil krijgen, wordt het bedrag verhoogd met f6,50 verzendkosten. In dat geval gelieve men dus f46, - per exemplaar over te maken. Vanaf 10 december 1986 zal de bundel in de erkende boekhandel vekrijgbaar zijn tegen een prijs van f49,50. Gelieve op de overschrijving duidelijk te noteren hoe u in de intekenlijst vermeld wilt worden en (indien van toepassing) op welk adres u de uitgave wenst af te halen. In verband met een
| |
| |
zo correct mogelijke verwerking van deze gegevens verdient overboeking via de postgiro de voorkeur boven die via een bank.
Arie-Jan Gelderblom
| |
Terugblik. Opstellen en toespraken van A. van Elslander
Op 1 oktober van dit jaar neemt Professor Dr. Antonin van Elslander, die sedert 1957 belast was met het onderwijs in de Nederlandse literatuur aan de Rijksuniversiteit te Gent, officieel afscheid van het academisch leven. Zijn medewerkers hebben besloten, bij wijze van hulde ter gelegenheid van zijn 65ste verjaardag op 10 september, een aantal van zijn verspreide opstellen en toespraken te bundelen in een ‘Terugblik’ op zowat 40 jaar literair-historische activiteit. De samengebrachte bijdragen zijn in vier rubrieken verdeeld: rederijkerstijd en renaissance, 19e eeuw en Van Nu en Straks, 20e eeuw en ten slotte ‘algemeen’.
Geïnteresseerden kunnen dit boek bestellen door overschrijving van 600 B.fr. (verzendingskosten inbegrepen) op rekening nr. 290-0023525-72 van ‘Album A. van Elslander’, Blandijnberg 2, B-9000 Gent. Na afsluiting van de intekenperiode op 1 september 1986 zal de prijs 800 B.fr. bedragen. Van degenen die vóór die datum intekenen wordt tevens de naam in een Tabula Gratulatoria opgenomen.
M.A.S.-v.d.D.
| |
Liber amicorum voor drie geleerden
In de jaren 1985-1986 hebben drie hoogleraren afscheid genomen van de Universitaire faculteiten Sint-Ignatius te Antwerpen, in de wandeling UFSIA geheten. Uit dit gezelschap zullen Ruusbroec-specialist pater J. Andriessen en vooral de Brederodiaan A.A. Keersmaekers bij onze lezers bekend zijn. Bij hun afscheid is een dik Liber amicorum verschenen onder de titel Cultuurgeschiedenis in de Nederlanden van de Renaissance naar de Romantiek, een uitgave van Acco te Leuven. Allereerst bevat het boek een aantal schetsen waarin het leven van de gehuldigden wordt belicht. J. Boets tekende het portret van Keersmaekers, R. van Uytven dat van Andriessen. Dan volgt een bonte reeks opstellen waarvan ik alleen die noemen zal die me voor de Neerlandistiek van belang lijken. R. Baetens: In de schaduw der Moretussen. De nalatenschap van Jeronimus II Verdussen; F. Bossier: De Epistre aux devoyes de la foy en Den Byencorf der H. Roomsche Kercke van Marnix van Sint Aldegonde; J. Deschamps: De veiling van de bibliotheek van de Brusselaar Anton Jozef Nuewens in 1811; H. Houtman-De Smedt: ‘Le gros libraire’ Johannes Petrus Josephus Grangé. Beknopte geschiedenis van de Antwerpse drukkerij en boekhandel Grangé (18de en 19de eeuw); K. Porteman: ‘J'ay appris pour Duppes tous les Pays-Bas’. Jean Puget de la Serre en de Nederlanden; M.A. Schenkeveld-van der Dussen: Archaïsmen in het werk van J. Six van Chandelier: aard en functie; J. Smeyers: Den Vlaemschen Indicateur en de literatuur; L. Strengholt: Over de Muiderkring; A.K.L. Thijs: Devotie, winst en politiek: achtergronden van de produktie van neogotische devotieprenten in Vlaanderen tijdens de tweede helft van de
| |
| |
negentiende eeuw; D. Van der Cruysse: Blikken uit de Lage Landen op het Parijs van de eerste Bourbonvorsten: P.C. Hooft's Reis-Heuchenis (1599) en Balthasar II Moretus' Itinerarium Parisiense (1660); R. van Uytven: Altyt siet dat eynde aen! Een gedicht over de krijtersopstand te 's-Hertogenbosch in 1525; H. Vekeman: Mythologie und Musik in der niederländischen Romantik. Johannes Kinker und Karel Lodewijk Ledeganck.
M.A.S.- v.d.D.
| |
Een achttiende-eeuwse misdadiger
Op 6 augustus 1718 werd voor het stadhuis te Amsterdam op gruwelijke wijze het doodvonnis voltrokken aan een notoire misdadiger, Jacob Frederik Muller, in de wandeling Jaco geheten. Hij had een avontuurlijk leven achter de rug waarin hij met inbraken, roof en moord de bevolking in en om Amsterdam schrik had aangejaagd. Bovendien moet hij, blijkens een overgeleverde persoonsbeschrijving, een kleurrijk personage geweest zijn. Geen wonder dus dat op basis van het tijdens de procesgang voor de dag gebrachte materiaal een ‘uitvoerig verhaal van alle feiten en schelmstukken’ door hem gepleegd aan het geïnteresseerde publiek werd meegedeeld. De eerste versies van deze tekst hebben in hoofdzaak gediend om ieders nieuwsgierigheid te bevredigen, in latere drukken werd het geheel nog van wat vermakelijke trekjes voorzien uit de sfeer van de schelmenroman en werd er een moralistisch sausje overgegoten, met name door, in strijd met de feiten, Jaco berouw over zijn schandelijk gedrag te doen hebben.
In de reeks ‘Populaire teksten uit de late republiek’ is dit Uitvoerig verhaal nu door Th.M.M. Matthey uitgegeven, voorzien van een korte inleiding en summier commentaar. Erg gemakkelijk laat zich de terwille van de actualiteit blijkbaar snel in elkaar geflanste tekst niet lezen. Weliswaar heeft de achttiende-eeuwse tekstbezorger geprobeerd de juridische taal van zijn bron wat te vereenvoudigen, maar er is bepaald geen begenadigd verteller aan het werk geweest. Bovendien is de tekst zeer corrupt overgeleverd. Om de authenticiteit van het vlugschrift te bewaren, heeft Matthey zich nauwelijks verbeterende ingrepen veroorloofd en ook dat zal de lectuur voor de o.a. als lezers beoogde middelbare scholieren bemoeilijken.
De inleiding bevat o.a. een discussie met Buijnsters over aard en omvang van het genre ‘criminele biografie’. Matthey verkiest voor het Uitvoerig verhaal (althans wat de oudste versie betreft) de term ‘vlugschrift’, maar zal dan, om dit vlugschrift nader te onderscheiden van andere specimina, toch wel weer met een subgenre als ‘verhaal van een misdadige loopbaan’ voor de dag moeten komen. In de paragraaf ‘Overleveringsgeschiedenis’ zijn de thans overgebleven uitgaven getraceerd en in chronologische volgorde geplaatst. In een ‘Bijlage’ wordt dat nog gepreciseerd. (De noten bij die ‘Bijlage’ zoeke men achter die van de inleiding.)
Het Uitvoerig verhaal van alle feyten en schelmstukken, gepleegd door Jacob Frederik Muller, alias Jaco. Ed. Th.M.M. Matthey is een uitgave van Dick Coutinho te Muidenberg uit 1986, telt 62 blz. en kost f18,50.
M.A.S.-v.d. D.
| |
| |
| |
Leiden en literatuur
Wanneer een uitgeverij zich Athenae Batavae noemt, zal ze veel Leiden in haar fonds stoppen. Dat blijkt inderdaad met twee recente publicaties het geval te zijn. In 1985 verscheen van de hand van Peter van Zonneveld Een literaire wandeling door Leiden. Het boekje is inmiddels alweer uitverkocht maar omdat de tweede druk op stapel staat, geef ik er toch een korte beschrijving van. In het eerste deel wordt een schets gegeven van de relaties die er bestaan hebben tussen Leiden en de Nederlandse literatuur. In het tweede deel wordt een wandeling beschreven die de lezer/kuieraar voert van het Stadhuis tot de Stadstimmerwerf en dan weer terug langs Gravensteen, Pieterskerk en Hooglandse kerk naar de Burcht. De uitvouwbare achteromslag geeft het bijbehorende kaartje. Wie de wandeling maakt, komt ook langs het pand Rapenburg 65 waar op 8 november 1985 een gevelsteen werd onthuld door de voorzitter van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde die daarbij werd geassisteerd door Mr. J. Kneppelhout. Dat laatste zal duidelijk maken dat het hier om een gedenksteen voor Klikspaan gaat, die in het genoemde huis zijn studentenschetsen schreef. Ter gelegenheid van het feit dat het op 8 november precies honderd jaar geleden was dat Kneppelhout stierf, is er een boekje over hem verschenen met opstellen van Marie Brummelhuis, Frank Ligtvoet, Marita Matthijsen, Marijke Stapert-Eggen en Peter van Zonneveld. De laatste voerde ook de redactie. Het aardig geïllustreerde bundeltje telt 48 blz. en kost f10.-. Als men dit bedrag + f3,50 verzendkosten overmaakt op giro 4790619 t.n.v. Athenae Batavae krijgt men het toegezonden.
M.A.S.-v.d.D.
| |
Sociolinguistics herdrukt
De bekende reader Sociolinguistics van J.B. Pride en Janet Holmes, een Pelican Book, is na z'n oorspronkelijke verschijning in 1972 nu aan z'n zesde herdruk toe. Nadere introductie lijkt ons op deze plaats overbodig. Aan de inhoud is niets veranderd, omdat alle artikelen ‘have in fact stood up very well to all the tests of time that matter’, aldus de verantwoording van deze editie. Alleen de afdeling ‘Further Reading’ is wat langer geworden, maar niet eens erg veel. Het blijft een leuk boek; de prijs is £4,95.
M.C.v.d.T.
| |
Werk in uitvoering
Onder de titel Werk in uitvoering hebben J. Creten, G. Geerts en K. Jaspaert een bundel artikelen uitgegeven die een Momentopname van de sociolinguïstiek in België en Nederland (zoals de ondertitel luidt) biedt. In feite zijn dit de lezingen die bij de Vijfde Sociolinguïstendagen te Leuven op 9 en 10 mei 1985 zijn gehouden. Bij elkaar geven deze referaten een goed beeld van de activiteiten op sociolinguïstisch gebied die op het ogenblik gaande zijn. Het meest informatief is voor deze rubriek een opsomming van de inhoud, t.w.: R.J. Beun, ‘De IPO-dialoogexperimenten t.b.v. het TENDUM-systeem’; R. van Bezooijen, ‘De at- | |
| |
tributie van persoonlijkheidskenmerken op grond van spraak’; C. van Bree, ‘De betrouwbaarheid van de apparent time-methode’; P. Broeder, J. Coenen, G. Extra, R. van Hout en R. Zerrouk, ‘Ontwikkelingen in het Nederlandstalig lexicon bij anderstalige volwassenen: een macro- en micro-perspectief’; L. Cassier en P. van de Craen, ‘Vijftig jaar evolutie van het Nederlands’; P. van de Craen, E. Bergmans, P. de Kreyger, H. Lesage en T. Tummeleer, ‘Netwerk- en taalvariatie’; K. Deprez en R. de Bies, ‘Creolen en Hindostanen’; T. Ensink, ‘Differentiatie in interpretatie’; H. Giesbers, ‘Functionele aspecten van codewisseling’; P. ten Have, ‘Primaire en secundaire dialectkenmerken; een onderzoek naar de bruikbaarheid van een vergeten(?) onderscheid’; C. Hoppenbrouwers, ‘School, dialect en standaardtaal’; L. Jacobs, ‘Taalaccommodatie als communicatiestrategie’; K. Jaspaert, ‘Sociologische classificatie op basis van linguïstische gegevens’; K. Jaspaert en S. Kroon, ‘Onderzoek naar taalverschuiving en taalverlies bij etnische minderheidsgroepen: theoretisch kader en operationaliseringsproblemen’; A. Kerkhoff
en T. Vallen, ‘Verschillen in schoolsucces van kinderen uit verschillende etnische groepen’; U. Knops, ‘Onderzoek naar de evaluatie van uitspraakvariatie binnen het Nederlands: probleemstelling en methode’; H. Münstermann en R. van Hout, ‘Taalattitudes contra geschiktheid en gebruik’; P. Pattison, ‘Schoolchildren's attitudes to foreign language learning in four European countries’; Y. Persoons, ‘Identiteit en projektie. Over de geprojekteerde attitudes van Vlaamse scholieren in Brussel’; A. Pillon, ‘Hommes actifs et femmes passives: des rôles sexuels aux attitudes et aux conduites interactionnelles’; T. Springorum, ‘Afdwalen in een institutioneel gesprek: inhoud of vorm?’; J. van der Staak, ‘Gesprekken tussen rechters en terbeschikkinggestelden in Duitsland. Enige observaties’; P. van Stapele, ‘Handelen, gebeuren, situatie, context: (para)verbale en nonverbale interactie in de dramatische dialoog’; H. Westheide, ‘Kultureel Kontrast - Een bruikbare kategorie bij de konstrastieve beschrijving van lexikale informaties van Nederlandse en Duitse werkwoorden?’
De bundel Werk in uitvoering is een uitgave van Acco; de prijs is 695 BF ofwel f43,50.
M.C.v.d.T.
|
|