| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Bzzlletin 14 (1985),
nr. 131
is een thema-nummer rond het leven en werk van de Russische schrijver I.S. Toergenjew. Voor neerlandici zijn de bijdragen Marcellus Emants en Toergenjew van Pierre H. Dubois en Biesheuvel en Toergenjew van bijzonder belang. - In De spiegels rondom de feiten onderzoekt Koos Hageraats de relatie tussen de complexiteit van Oeks de Jongs Cirkel in het gras en de geringe aandacht van de literaire critici voor dit werk. - Op zoek naar een schilderij is de titel van een bijdrage van Jos Buurlage, waarin hij het raammotief in het werk van J.C. Bloem analyseert. - Jaap T. Harskamp vervolgt zijn reeks Musico-literaire verkenningen met het opstel Lust en muziek in het proza van Emants.
nr. 133
bevat naast een aantal belangwekkende bijdragen over het leven en werk van Marcel Proust een artikel van Ares Koopman over ‘grenssituaties’ in het proza van Johnny van Doorn, getiteld Omdat het aardse paradijs niet echt bestaat. - Voorts Deirdre, de geschiedenis van een verhaal, een opstel van Jan van der Vegt, die hierin de ontwikkeling van de Deirdresage ‘van het Boek van de grijsbruine Koe tot A. Roland Holst’ onder de loep neemt. - Het nummer besluit met het achtste deel van Jaap T. Harskamps Musico-literaire verkenningen.
| |
Dietsche warande & Belfort 131 (1986),
nr. 1
Hugo Claus en de taal van België is de titel van een bijdrage van Guido Geerts, waarin het ‘Claustalig allegaartje’ van Nederlands en Vlaams nader onder de loep wordt genomen. - In de ‘Kroniek’rubriek belicht Hugo Bousset de ‘persoonlijke mythe’ van Ivo Michiels Journal Brut-concept en bespreekt Koen Vermeiren Lionel Deflo's essaybundel Bij nader inzien.
nr. 2
In dit nummer schrijft André Demedts een bijdrage August Van Cauwelaert ter nagedachtenis. - Voorts herdenkt Ingrid de Wijer de honderdste geboortedag van Felix Timmermans in Al mijn dagen. - In de ‘Kroniek’-rubriek een artikel van Marcel Janssens over Hedwig Speliers en het verrijkte vers, een bespreking van de jongste dichtbundels van Hubert van Herreweghen en Jo Gisekin door Hugo Brems, een bijdrage over het werk van Aster Berkhof door Fernand Auwera en een opstel Omtrent ‘De Varkensput’ van Willy Spillebeen door Lionel Deflo.
| |
Dokumentaal 15 (1986),
nr. 1
In deze aflevering o.a. een Inventarisatie lopend onderzoek in de Vakgroep Nederlandse taal- en letterkunde van de Rijksuniversiteit te Utrecht (Instituut De Vooys) en een Overzicht lopend onderzoek Vakgroep Nederlandse Letterkunde Rijksuniversiteit Gent (1985-1986). - In de rubriek Aanvullingen op... ditmaal een bijdrage van M.N. Fuit - Overduin over Gheraert Leeu en Jacob Maerlant. - De rubrieken Gepromoveerd en Pas verschenen. - In De nieuwe bibliografie van het Nederlandstalig geestelijk lied geeft BvS een recensie van: C.A. Höweler en F.H. Matter, Fontes Hymnodiae neerlandicae impressi 1539 - 1700. Een bibliografie van gedrukte bronnen. - In De CCD: verzamelingen van verzamelaars verzameld gaat Korrie Korevaart in op de Centrale catalogus van dag-, nieuws- en weekbladen van algemene inhoud in Nederland verschenen (CCD).
| |
Driemaandelijkse bladen 37 (1985),
nr. 1
Onder de titel: Letterkundige geschiedenis en streektaal wijdt H. Entjes een bespreking aan: P.J. van Leeuwen, Geschiedenis van de Groninger literatuur. - Tevens onderzoekt hij de betekenisvarianten van Staf - verstaft - verstaffen (stijf, verhard, enz.). - Jan Nijen Twilhaar
| |
| |
buigt zich over Woordvorming en Umlaut. - Stefan Höschen vraagt aandacht voor Dialect en standaardtaal in de regio Groningen/Oost-Friesland.
nr. 2
Jan Slijkhuis gaat terug naar De Batenburgers in Overijssel 1536-1560 (een gewelddadige doperse sekte). - H. Entjens staat stil bij Een geval Geert Teis Pzn (40e sterfdag Gronings schrijver).
nr. 3
Van veldnaam tot vindplaats?, heet het artikel waarin Bert Huiskes verslag doet van een onderzoek naar het verband tussen hunnebedden en ‘steennamen’ in Drenthe. - Willem de Blécourt koestert waardering voor Het Groninger veldwerk van Tjaard W.R. de Haan.
| |
De gids 149 (1986),
nr. 1
In de rubriek ‘Kroniek & kritiek’ een bijdrage van Ben van Melick over het werk van Maurice Gilliams onder de titel Hevig van grijsheid en vuurvast.
| |
Interdisciplinair tijdschrift voor taal- en tekstwetenschap 5 (1985),
nr. 4
Steven Gillis beschrijft De ontwikkeling van het intentioneel communicatief handelen. Cruciaal in het verwervingsproces zijn de sociale interaktie met de volwassene en de kognitieve ontwikkeling van het kind. - Onder de titel: Selectie en selectiviteit reageert O. Scholten op de uitkomsten van een door J. Renkema uitgevoerd experimenteel onderzoek naar gekleurde berichtgeving. - Jan Renkema dient hem van repliek in Communicatiewetenschap en Tekstanalyse. - In nr. 1 vroeg Hanneke Houtkoop-Steenstra zich af: Kan een verzoek met ‘Ja’ worden geaccepteerd? Belangrijker is volgens A. Sassen evenwel de vraag: Hoe schrijf je gesprekken op?
| |
Leuvense bijdragen 74 (1985),
nr. 4
In deze aflevering o.a. een bijdrage van O. Leys Zur Semantik nicht-satzwertiger Partikel-infinitive im Deutschen und im Niederländischen en van G. Zandt, Bemerkungen zur ‘Renout’-Forschung.
Verder o.a. de volgende boekbesprekingen: Joachim Moschall, Marien voerspan of sapeel. Eine mittelniederländische Bearbeitung der ‘Goldenen Schmiede’ des Konrad von Würzburg (door G. de Baere); Hendrik Mande, Een Spiegel der waerheit. Uitgegeven en toegelicht door Th. Mertens (door M. Joye); Marcel de Smedt, De literair-historische activiteit van Jan Frans Willems (1793-1846) en F. Augustijn Snellaert (1809-1872) (door A. Deprez); H. Hulshof, C.H. den Hertog als grammaticus (door J.A. le Loux-Schuringa); K. Deprez (ed.), Sociolinguistics in the Low Countries (door A. Pauwels); Alfons Meulemans, Hoe zei men dat weleer in het Leuvens? Een studie zonder pretentie over het smakelijke dialekt van de Petermannenstad (door P. Swiggers); Geert van der Meer, Frisian ‘Breaking’ (door Peter Tiersma); J. Noordergraaf, Norm, geest en geschiedenis. Nederlandse taalkunde in de negentiende eeuw (door J.A. le Loux-Schuringa).
| |
Levende talen
nr. 409
In zijn artikel over Leesplezier maakt Anne van der Wal duidelijk, hoe er op dit moment door enkele literatuurdidactici over leesplezier wordt gedacht en doet hij vervolgens een poging, zelf tot een meer konkrete invulling te komen. - In Taalvaardigheid, gemeten en slecht bevonden reageert Wim van Beers op een onderzoek, uitgevoerd door de onderzoeksgroep Taalonderwijs van de Stichting Centrum voor Onderwijsonderzoek van de Universiteit van Amsterdam. - Tenslotte een boekbespreking van: Rien T. Segers, Het lezen van literatuur, Een inleiding tot een nieuwe literatuurbenadering (door K.F. Flippo).
| |
Literatuur 3 (1986),
nr. 2
opent met een artikel van Herman Pleij over literatuur en sociale werkelijkheid in de late middeleeuwen, toegespitst op de Taakverdeling in het huwelijk. - In Herdenken en herlezen vraagt Hans Reeser de aandacht voor het leven en werk van A.L.G. Bosboom-Toussaint ter gelegenheid van haar honderdste sterfdag. - Jet Matla schrijft in Het bouwen van boeken
| |
| |
over de lay-out van Der naturen bloeme. - Voorts een artikel van Kees Singeling over literaire genootschappen in de achttiende eeuw, getiteld Een gezellige dichter, gevolgd door een bijdrage van Michiel van Diggelen over de auteur Henk van Randwijk. Tenslotte doen Peter Burger en Jaap de Jong verslag van de colleges die Gerard Reve als gastschrijver aan de Leidse universiteit heeft gegeven, gevolgd door een interview.
In de rubriek ‘Recensies’ boekbesprekingen van Koning Arthur in de Nederlanden ed. J.D. Janssens (door Ludo Jongen), Amoreuse Liedekens ed. J. Klatter en Het Zutphens Liedboek ed. H.J. Leloux (door Herman Pleij), J.J. Kloek, Over Werther geschreven... (door Christel van Boheemen), Martien J.G. de Jong, Honderd jaar later (door Henk Pröpper), Kees Helsoot, Grondwerk (door Willem Timmermans), Thijs Bloem, Literatuur beleven (door G. de Vriend) en Ineke Bulte, Het Nederlandse hoorspel (door Rudolf Geel).
| |
Maatstaf 34 (1986),
nr. 1
bevat een bijdrage van P. Kralt, getiteld De vrouwen, de vriend en de verborgen God; Willem Kloos, zomer 1884 - winter 1885. - Voorts een opstel van Mischa de Vreede, waarin zij verhaalt op welke wijze zij de Invloeden van de Vijftigers heeft ondergaan.
| |
Moer 1985,
nr. 6
opent met een redactionele bijdrage over de berichtgeving in de media met betrekking tot recent onderzoek naar taalprestaties van leerlingen. - Huub van den Bergh en Hildo Westdorp praten over hun ‘onderzoek van de zeven procent functionele analfabeten’, gevolgd door een kritische analyse van dit onderzoek door Els Schellekens. - Willemien Steenbergen bericht over de stand van zaken rond het computergebruik in de basisschool. - Tenslotte een bijdrage van Ans Buys, waarin zij betoogt dat het Nederlands bij projectonderwijs, in casu het jongerenproject, een ondersteunende rol vervult.
| |
NWT 3 (1986),
nr. 1
De mensch, ge kunt gij daar niet aan uit is de titel van een bijdrage van Herman de Coninck over Gerard Walschap. - In Gerard Walschap en de wanorde belicht Joris Note Walschaps Een mens van goede wil.
| |
Onze taal 55 (1986),
nr. 2/3
Een zeer leesbaar congresnummer over Taal en Macht.
Onduidelijke taal wordt door Prof. Dr. W. Drop aan de kaak gesteld in Kunt u dat niet wat duidelijker zeggen? Volgens hem kan onnauwkeurig taalgebruik duiden op machtsmisbruik. - Op het gebied van de reklametaal geeft Joop Roomer met Tekst in de reclame een instantkursus ‘pakkend’ schrijven ten beste. - Nieuwstaal wordt in De taal van het nieuws onder de loep genomen door Drs. H.W.M. van Run: de subjektieve rol van taal valt volgens hem in het niet bij die van de nieuwskeuze, interpretatie en presentatie. - Propaganda toont ons taal als kode en als bindmiddel, aldus Prof. Dr. A. van der Meiden in We spreken elkaar nog... - Juristentaal; waarom toch?, vraagt Prof. Mr. J. van Schellen zich vertwijfeld af. Frans, Latijns en archaïsch taalgebruik lijken onder juristen weer ‘in’ te raken. - Martie Koolhof-van den Hoven stelt De macht en onmacht van de doventaal aan de orde, waarbij ze een vurig pleidooi houdt voor erkenning van de doventaal, - Het verdwijnen van de medische volkstaal maakt de leek tot analfabeet, meent Ivan Wolffers; dat inspireerde hem tot het schrijven van Dokter, mijn hurken zijn ontstoken.
| |
De revisor 13 (1986),
nr. 1
In deze aflevering de neerslag van een gesprek tussen Jan Kuijper en Martin Reints naar aanleiding van Jan Kuijpers gedichten ‘Sonate’ en ‘Ritmata’. - Voorts een opstel van C.L. van Minnen over J.A. dèr Mouw en zijn ‘aëroplaan van kunst’.
| |
Septentrion 15 (1986),
nr. 1
Philippe le Noble beschrijft de invloed van La littérature néerlandaise en France
| |
| |
aujourd'hui. - Hannah van Buuren vraagt aandacht voor Hella S. Haase et le thème du labyrinthe. - Communication culturelle entre les Pays-Bas et la France au XVIIe siècle staat centraal in het artikel van Roger Henrard. - Jef van Meensel typeert Willem Elsschot (1882-1860): Entre rêve et réalité.
| |
Spektator 15 (1985/'86),
nr. 4
V.J. van Heuven, J.E. van Houten en J.W. de Vries onderzoeken De perceptie van Nederlandse klinkers door Turken. - Van de hand van Ankie Klootwijk, Jeanine Treffers en René Appel: Van JIJ naar GIJ: kodewisseling in het taalgebruik van Nederlandse Vlamingen. - Willem Kuiper vraagt aandacht voor Marike van Nieumeghen, een gerenoveerd Maria-Mirakel. - Kees van der Waerden beziet De figuur van de cockijn in het abel spel ‘Vanden Winter ende vanden Somer’.
Boekbesprekingen: Egon Berendsen, Ellis Visch en Wim Zonneveld, Generatieve fonologie en de linkerkant van de grammatica en Generatieve fonologie. Reader (door G.E. Booij); Sergio Scalise, Generative morphology (door G.E. Booij); Victor Stevenson, Atlas van de Europese talen. Geschiedenis en ontwikkeling (door G.E. Booij); W. Taks, H. Jongsma, M. Heijnis, Functioneel Nederlands (door M.K. van Dort-Slijper); W.J.J. Pijnenburg, J.J. van der Voort van der Kleij, Woordenboek Middelnederlands (door Maaike Hogenhout-Mulder); A.J. van Essen, E. Kruisinga. A chapter in the history of linguistics in the Netherlands (door J. Noordergraaf); Eyn corte decleringhe deser spere. Uitg. en toegel. door een Utrechtse werkgroep van Neerlandici (door Yves G. Vermeulen); De Amsterdamsche lichtmis, of zoldaat van Fortuin. Opnieuw uitg. en van inl. en comm. voorz. door Bert Pol (door Willem Hendrikx); Thijs Besems, Literatuur beleven. Nederlandse literatuur sinds 1930 (door Nico Oudejans); W.H.M. Smulders, De literaire misleiding in De donkere kamer van Damocles (door Paul de Herder en Dick Jan Sanders); H. Pleij, Het literaire leven in de middeleeuwen, E.K. Grootes, Het literaire leven in de zeventiende eeuw en J. Stouten, Verlichting in de letteren (door A.G. van Melle): Catharina Henriëtte Bulte, Het Nederlandse hoorspel. Aspecten van de bepaling van een tekstsoort (door Jurrie Kwant); 50 jaar AMVC (door P.J. Verkruijsse); Clem Neutjens, Methoden als listen. Literatuuranalyses (door Gerard de Vriend); Ic ga daer ic hebbe te doene. Opstellen aangeboden aan Prof. Dr. F. Lulofs ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar in de Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Onder red. van J.J.Th.M. Tersteeg en P.E.L. Verkuyl (door P.J.A. Franssen); Constantijn Huygens, Tvrouwe-lof. Een
cyclus van vijf gedichten van de jonge Constantijn Huygens. Uitg., ingel. en toegel. door F.L. Zwaan (door A. Leerintveld); Ad de Rijke, Tjalling de Wit, Materiaalboek nieuwe Nederlandse literatuur (door Emmy Gransjean-Muda).
| |
Taal en tongval 37 (1985),
nr. 3/4
Jo Daan herdenkt Pieter Jacobus Meertens (6-9-1899 - 28-10-1985). - J. de Rooij beschrijft De toekomst in het Nederlands I. Over het uitdrukken van de toekomende tijd in standaardtaal en dialect. - L. Keymeulen en J. Taeldeman begeven zich Tussen fonologie en morfologie: de vokaalverkorting in een Brabants dialekt. - In ‘Kommie uit Rotterdam dan?’ beziet A.L. van den Ende enkele aspekten van het Rotterdams. - H.T.J. Miedema beziet de herkomst van het Fries waar en gewier ‘weersgesteldheid’. - J. Moors gaat op zoek naar Woorden en uitdrukkingen met Vlaams, Vlaming, Vlaanderen in niet-Romaanse talen. - Van de hand van A. Weijnen, Etymologische invallen 3. Tilburgs vaajeg. - P. Swiggers gaat in op het Leuvens mistmistere (verzorgen, behandelen). - Tenslotte een overzicht van Verhandelingen en scripties in verband met de Nederlandse Dialektologie 1983 en 1984.
Boekbesprekingen: Taal en sociale integratie. Deel 7 (door G. de Schutter); W. Iven en M. Mandos, Bij wijze van spreken. Verhalen en spreekwoorden uit Noord-Brabant. Een geografisch, prehistorisch, historisch, naamkundig en genealogisch onderzoek (door Har Brok); J.
| |
| |
Molemans en J. Meertens e.a., Opglabbeek, een rijk verleden (door L. van Durme); P.G.J. van Sterkenburg en W.J.J. Pijnenburg, Van Dale Groot Woordenboek van Hedendaags Nederlands (door V.F. Vanacker).
| |
Tirade 30 (1986),
nr. 302
bevat een tweetal bijdragen van Nico Keuning over het leven en werk van auteur A.L. Schneiders. - In de rubriek ‘Poëziekroniek’ vraagt Tomas Lieske de aandacht voor de bundels Weg, wegen van Maarten Doorman en Inslag van Wim Brands. - De rubriek Weerwoord bevat een reactie van A.F. Zweers op R. Marres' artikel over Een nagelaten bekentenis van Marcellus Emants (Tirade, nr. 297), waarop R. Marres op zijn beurt weer een korte reactie geeft.
| |
Tijdschrift voor taalbeheersing 8 (1986),
nr. 1
C.A.J. Aarnoutse doet verslag van een onderzoek naar Verschillen tussen ingrijpende lezers: een longitudinale studie. Uit het onderzoek blijkt dat het verschil tussen verschillende groepen begrijpende lezers vrij groot en konstant is bij technisch lezen, begrijpend lezen, woordenschat en verbale intelligentie en dat naast technische leesvaardigheid vooral konseptuele kennis een belangrijke faktor is voor begrijpend lezen. - Th. Boland beschrijft de resultaten van Een exploratief onderzoek naar het gebruik van syntactische en semantische informatie in een clozeprocedure. Hieruit blijkt dat zwakke lezers onevenredig achterblijven in het benutten van semantische informatie en van de kontekst. - Paul Looymans en Dick Schrauwen pleiten voor Een schrijfcursus via ALEXIS: teamwork van docent en computer (1). - J. Mönnink en M. Holsheimer bezien De ontwikkeling van enkele monitorstrategieën in het taalgebruik van schoolgaande kinderen (- ‘monitoring’ hier te verstaan als de bewaking van de effektiviteit van het taalgebruik). - In De opbouw van debatfases in informele schoolse discussies van Henk Pander Maat staan analyseproblemen bij mondelinge debatten centraal. Na een behandeling van de specifieke representatiewijze die voor mondelinge debatten wenselijk wordt geacht en van enkele analysetaken en -problemen volgt een uitvoerige analyse waarin het probleem van themaverschuivingen in de loop van een debatfragment centraal staat. - Tot besluit van de hand van E.T. Feteris, R. Grootendorst en H.J. Plug de Bibliografie ‘argumentatietheorie’ 1984 (2).
R.W.W.M.v.d. Drift
W. Merlijn
|
|