De Nieuwe Taalgids. Jaargang 77
(1984)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voor een prof is ie vrij domP.C. Paardekooper0. InleidingHet gaat hier om voor een prof. Dat syntagma is beperkt (zo is bv. voor paradigmaloos), en beperkend: a: het ond. kan bv. niet die docenten zijn:
Voor een prof heeft dus een hele sterke band met het ond. b. ook met een onmisbaar bwbn(-patroon) heeft het een band; vgl. bv. voorbeeldparen als:
Het bwbn-patroon kan dus zinsdeel of zinsdeelstuk zijn, maar even goed ook zinsdeelstukdeel enz.; vgl. bv. vrij onzorgvuldig(e) in:
Dat verschijnsel is vrij zeldzaam: tot dusver zijn we het enkel nog maar tegengekomen bij een ondertype van het mv: De band tussen voor een prof en het bwbn-patroon blijkt bovendien nog uit het feit dat een vergr. en een overtr. trap hier vrijwel onmogelijk zijn: Met die vormbeperking hangt een betekenis-beperking samen; voor een prof betekent ‘altans vergeleken met andere profs’. Ons syntagma gaat uit van een vooronderstelling (‘profs zijn natuurlijk knap’); zo krijg je niet per se een tegenstelling, maar wel een vergelijkings-element; met zelfs bv.:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 19]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Buitenbouw, syntagmatiek van voor een profa. Zn-patroondeel kan het zelfs met een daadwoordGa naar voetnoot2 (bv. werken) nauwelijks zijn:
b. Bwbn-patroondeel noem ik het liever niet, omdat de eenzinsdeelproef m.i. een negatief resultaat geeft: In bezorgd voor z'n ouders, lief voor z'n kinderen enz. hebben we andere types, want hier ontbreekt elke ond.-beperking: Ook in groot voor je leeftijd of koud voor de tijd van het jaar hebben een ander type want dat zijn halfvaste uitdrukkingen: In groot voor je leeftijd geeft je wel de persoon aan van het ond. (en bij z'n/d'r bovendien sekse); ook het ontbreken van groter/het grootst, resp. kouder/het koudst wijst op verwantschap, net als de semantische overeenkomst: ‘vergeleken met leeftijdgenoten’, ‘vergeleken met andere maanden december enz.’ Een speciaal verwant geval is nog de halfvaste uitdrukking voor jouw doen: Opnieuw beperkt jouw het ond. in persoon (bij zijn/haar bovendien in sekse) en opnieuw ook zijn iets ijveriger en het ijverigst uitg. - Doen is hier helemaal par.-loos. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.1. ZinsplaatsenVoor een prof heeft dezelfde plaatsmogelijkheden als als prof: als aanloop is het vrijwel uitg., en verder kent het de gebruikelijke plaatsen: △, deel van de middengroep en deel van de uitloop: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 20]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de voorlaatste zin staat mijns inziens als bw bep. tussen voor een prof en het lid vrij dom van de niet-ww eindgroep. Dat bewijst duidelijk dat ons syntagma geen deel van die groep is, in tegenstelling tot sommige andere - wél moeilijk misbare - ondertypes van de bvg, bv. tot officier bij benoemen, bevorderen enz. die overigens ook uitloop kunnen zijn (net als voor een prof):
(hij) (is) sister {bevorderd} [tot officier] | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.2. Zinstypesa. In de beperkte wijs heeft ons type beperkingen, al zijn de vra. en de voorw wijs wél mogelijk: Daarentegen zijn de pv-geb. en de wens. wijs hier uitg.: Ook de ow-geb. wijs en het verwante type met laten geven geen mogelijkheden: b. In hoofdzinnen met als past ons type ook niet: c. In bijzinnen met voor- en met achter-pv zijn er weinig beperkingen bij logisch-verbindende vw's: Bij gramm.-verbindende vw's:
d. Vanwege de band met het ond. kan ons type problemen opleveren in om-zinnen: Zonder die bvg lopen al die zinnen heel vlot. Ook zijn alle pendanten bij de ‘normale’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 21]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
zinnen mét bvg probleemloos: Ook kun je - bv. naast de middelste zin - zeggen: De onmisbare bw bep. moet dus in elk geval geen om-zinsdeel zijn, en de bvg moet hier deel zijn van de zin die een echt ond. heeft (niet van die met het schim-ond. dus).- Nu geven om-zinnen met een logisch-verb. vw wél mogelijkheden: In het laatste drietal zinnen is er een samenhang met een modaal element: de mogelijke om-zinnen betekenen ‘werkelijkheid’, de onmogelijke ‘onwerkelijkheid’. De drie zinnen met gramm.-verb. om (ond., vv en lv) laten andere belemmeringen zien. In de eerste (het valt niet mee...)is het schim-ond. ‘iedereen’, en iedereen kan niet bij de kategorie ‘een luie jongen’ horen: Een apart onderzoek moet uitmaken of semantische oorzaken de twee andere om-zinnen onmogelijk maken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.3. Verbanden met andere zinsdelen1.3.1. Met ond. of hulpww-lv A. In zinnen zonder vinden of laten als hulpww van de ow beperkt voor een prof per se het ond. in getal (bij de derde pers. ev bovendien in sekse): Die beperkingen zijn waarschijnlijk gelijk aan die bij de niet-ww rest in:
Dat is trouwens de semantische implikatie van voor een werkster enz. Werkster noemt altijd een kategorie waarbinnen het ond. hoort. Dat ond. heeft op zichzelf beperkingen. In het par. die/dat is een erg zeldzaam en geen uitg.:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 22]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zo'n is mogelijk, wat voor een is erg zeldzaam; verreweg het frekwenst zijn die/dat, deze/dit, de/het en de bez. vn's - Een getalsond. is per se uitg.: B. In zinnen met vinden of laten als hulpww van de ow beperkt voor een prof per se het hulpww-lv op een soortgelijke manier: Bij horen, zien en voelen als hulpww van de ow kan voor een prof nauwelijks een band met het ond. hebben: Wel kan dat met het hulpww-lv: C. Problemen met ond.-zinnen
Bij ond.-zinnen met wie of wat zijn er geen moeilijkheden:
Bij dat/of zie ik evenwel nauwelijks mogelijkheden: 1.3.2. Met ww-soorten In beginsel zijn er geen uitgesloten kombinaties van hulp- en hoofdww: Meestal slaat voor een prof op de hele ww-groep + sommige bw bep.: Kleine hummels moeten niet te lang opblijven, maar wel mogen ze lang op willen blijven! Vanzelfsprekend zijn er bij onpers, ww's geen mogelijkheden: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1.3.3. Het bwbn-patroon als zinsdeel, zinsdeelstuk enz. Bijna altijd is een bwbn-patroon onmisbaar: Als zinsdeel kan dat bwbn-patroon (zoals altijd) bw bep. of niet-ww rest zijn, als zinsdeelstuk enz. kan het voorkomen binnen het lv, mv, de niet-ww rest en de bw bep., niet binnen het ond.: In plaats van zo'n bwbn-patroon kan ook het onuitbreidbare bwbn echt(e), samen met bepaalde zn's niet-ww rest zijn: Met een echte slager, een echte melkboer enz. (‘beroepen’) kan ik hier geen enkel voorbeeld vinden; de mogelijke zn's betekenen ‘in sterke mate een eigenschap hebbend’: pestkop is ‘in sterke mate pesterig zijnd’, deugniet ‘in sterke mate ondeugend zijnd’ enz.
1.3.3.1. Binnenboitw van dat bwbn-patroon Binnen de bekende beperking (niet-ww rest: Bekn. 4.4.1.1.) kunnen er binnen het bwbn-patroon speciale nabep. staan:
Ook bij de andere ‘bw’ nabep. en bij de ‘bw’ voorbep. zie ik geen beperkingen. - Bij de paradigmatiek is het anders: de vergr. en de echte overtr. trap zijn bijna nooit mogelijk: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Samen met een hele beperkte als-groep zou ik me een geval als het volgende met vergr. trap voor kunnen stellen: Als-groepen bij een stell, trap zijn vrijwel uitg.:
Stell, trappen die in beginsel geen voorbep. kennen, lijken me meestal uitg. in verbinding met ons syntagma: Een ‘bw’ bep. is meestal moeilijk misbaar, maar toch zijn gevallen denkbaar als: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Buitenbouw, paradigmatiek van voor een profNevenschikking is zoals bekend de syntagmatische vertaling van de paradigmatiek buitenbouw; op dit punt kent voor een prof erg weinig mogelijkheden. Geen problemen zijn er met de halfvaste syntagma's met in aanmerking genomen en met gezien ...:
Geen ABN lijkt me de nevenschikking met een gewone als-zin:
Twijfelachtig is de nevenschikking met het type als kapper:
3. Binnenbouw, syntagmatiek van voor een prof Een kopbep. is mogelijk (ook, zelfs, zéker), een vzaz niet (voor is par.-loos en je kunt het die naam dus nauwelijks of niet geven), maar voor de rest zie ik weinig syntagmatische beperkingen, afgezien dan van hoofdtw's en verwante elementen (hoeveelheids-aanduiders):
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een schat van een kind is als type een mogelijke variant: [voor zo'n schat van een kind] (is) (ze) [weinig verwend] | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Binnenbouw, paradigmatiek van voor een prof4.1. VoorWe hebben al op z'n par.-loosheid gewezen; als is zeker geen par.-genoot omdat je hier moeilijk als een prof kunt zeggen; wél als prof of als een prof van 28 jaar. In het laatste geval krijg je:
Hier zijn als en voor dus wél par.-genoten. Het betekenisverschil blijft dat voor het behoren bij een kategorie aanduidt, en als een individuele hoedanigheid. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.2. EenEen onbeklemtoonbaar zo'n kan zonder eigen nabep. voorkomen (als het zn wél een nabep. heeft):
(Iets anders is natuurlijk: [voor zo'n jonge jongen] (is) (Jan) [erg zelfstandig] Hier is zo'n ‘bw’ voorbep. bij jonge.) Het nul-lv als pendant van een is zeldzaam, maar mogelijk; zulke lijkt me vrijwel uit.:
In 1 hebben we gesproken over de verwante types: Je en de zijn dus geen par.-genoten van een. Andere mogelijkheden zie ik niet. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.3. DerdeHier zijn m.i. geen beperkingen: Omdat de, die enz. evenwel uitg. zijn, kunnen die hele frekwente begeleiders van rangtw's ook hier niet voorkomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.4. Hele kleineDe echte overtr. trap is om diezelfde reden eveneens uitg.;de onechte bestaat hier wél, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 26]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
net als de steil.; te + stell. trap is mogelijk, maar zeldzaam: De vergr. trap is op z'n minst erg zeldzaam: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.5. Pas geslaagde, ijzeren, Russische enz.Bij de overblijvende bn's zie ik geen beperkingen: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.6. ProfDe meeste eigennamen zijn hier uitg.: Het gaat hier m.i. om eigennamen die geen een of zo'n kunnen krijgen (‘individualiserende’). Voor een Ford, voor een Jantje (‘matroos’) e.d. geven inderdaad geen problemen. Stof-zn's gaan hier ook prima, al lijkt een bv bep. erbij onmisbaar: Misschien is dit het enigste geval waarin een misbaar is, al blijft de mogelijkheid van een nul-lw hier bestaan. Ik laat die zaak nu rusten. Meervoudige zn's zijn mogelijk, maar zeldzaam: Het zn is bijna onweglaatbaar; hoogstens in samentrekkingen: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.7. Nabep.In beginsel zijn bijna alle types mogelijk: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 27]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 2.3.2 hebben we gezien dat zo'n geen afgesplitste nabep. kan krijgen van het type als jij, als Jan (‘individualiserend’): Datzelfde geldt voor als Jan of zoals Jan, als nabep. bij jongen: Die beperking hangt samen met een soortgelijke in het par. prof: individualiserende eigennamen bleken daar onmogelijk (4.6). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.8 Versmeltingen4.8.1. Vn's Vrijwel geen enkel vn is hier mogelijk: Onder de onbep. vn's zijn hoogstens iemand en iets mogelijk, en dan nog alleen samen met een bep.:
Toevoeging van moois geeft voor mijn taalgevoel de volgende resultaten:
Bij iets moois moet dus blijkbaar nog een voorbep. komen.
4.8.2. Vn-bw's Hier zijn vrijwel geen mogelijkheden: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 28]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. Besluit5.1. Semantiek van het geheelHet gaat om een vergelijking tussen een lid van een kategorie (bv. ie) en die kategorie als geheel (bv. de proffen), meestal op één punt (bv. de dom-heid). De spreker geeft een oordeel over die verhouding. Anders gezegd: iemand of iets is of doet iets wat naar het oordeel van de spreker zó is, altans als je het vergelijkt met wat normaal is binnen een kategorie waartoe die iemand of dat iets behoort. Daarmee hangt de onmogelijkheid samen van een echte vergr. trap: je kunt zeggen:
Maar niet:
Meestal duidt het bwbn het tegengestelde aan van een eigenschap die je a priori verwacht van de kategorie; in de andere gevallen (meestal van zelfs voorzien) is het die eigenschap zelf:
Ons syntagma deelt dus drie dingen mee:
De onmogelijkheid van een echte overtr. trap hangt samen met het relativerende van ons syntagma; dat blijkt o.a. ook uit de sterke behoefte aan een voorbep. binnen het bwbn-patroon (erg, vrij enz.). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
5.2. Een vergelijking met ze loopt mij een beetje ál te langzaamDat een syntagma (bv. voor een prof) bijna altijd behoefte heeft aan de aanwezigheid van een bwbn-patroon ergens in de zin, is een vrij uniek verschijnsel. Ik ken maar één ander voorbeeld daarvan, nl. het type mij uit de zin hier vlak voor: een soort mv dat eveneens een bwbn-patroon nodig heeft. Ik heb het besproken in de Beknopte (2.12.1.1.2). Ik zet alle overeenkomsten tussen voor een prof en mij bij mekaar:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een duidelijk verschil is: voor een prof noemt per se een kategorie van het ond. of lv, mij mag daarentegen juist niet identiek zijn'met het ond. De twee types zijn dan ook makkelijk te kombineren:
Kortrijk, 7-11-82. Saverijstraat 5 |
|