De Nieuwe Taalgids. Jaargang 76
(1983)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 507]
| |||||||||||||||||
Swift en Van Effen: de geschiedenis van een vertalingGa naar voetnoot*F.J.A. JagtenbergToen in 1721 de Franse vertaling van Swifts A Tale of a Tub, na Gulliver's Travels ongetwijfeld het bekendste werk van de vermaarde Engelse satiricus, in Den Haag verscheen, was dit om meer dan één reden een gebeurtenis van belang. De vertaling, die onder de titel Le Conte du TonneauGa naar voetnoot1 door Henri Scheurleer werd uitgegeven, was van de hand van Justus van Effen. En juist hij was het die, volgens verschillende onderzoekers, met deze vertaling al vroeg (namelijk nog vóór de verschijning van Gulliver's Travels) Swifts naam in verschillende Europese landen bekend hielp maken. Pienaar, die Engelse invloeden in de Nederlandse letterkunde en Van Effens rol als tussenpersoon onderzocht, stelt: ‘Yet, before his best seller appeared in 1726 [nl Swifts Gulliver's Travels, FJ], the basis of his fame had been laid. Van Effen again was a useful agent in this process.’Ga naar voetnoot2 Goulding, die het wel en wee van Swift in (voornamelijk het 18e-eeuwse) Frankrijk bestudeerde, schrijft: ‘L'année 1721 marque une étape importante dans le développement de la fortune de Swift à l'étranger, puisque c'est à cette date que l'attention de son public français est pour la première fois sérieusement attirée sur une partie capitale de son oeuvre.’Ga naar voetnoot3 Nadat aan de ongeveer gelijktijdig verschenen (slechte) Franse bewerking van René Macé (?)Ga naar voetnoot4 enkele bladzijden zijn gewijd, gaat de auteur uitvoerig in op Van Effens vertaling.Ga naar voetnoot5 Ook Philippović, die de betekenis van Swift voor Duitsland naging, komt al gauw bij Van Effen terecht: ‘Französische Uebersetzungen haben Swift zuerst in Deutschland bekannt gemacht. Schon lange bevor die erste Uebersetzung eines Swift'schen Werkes in Deutschland erschien, finden wir in deutschen Zeitschriften Ankündigungen französischer Uebersetzungen (und auch einiger holländischer), welche dann Gelegenheit gaben, die Werke und den Verfasser selbst zu besprechen.’ En als voorbeeld brengt de auteur dan de aankondiging in de Neue Zeitungen von gelehrten Sachen van | |||||||||||||||||
[pagina 508]
| |||||||||||||||||
de bij Scheurleer verschenen Franse vertaling van A Tale of a Tub ter sprake.Ga naar voetnoot6 Nadat Price eerst heeft gewezen op de grote betekenis van Holland als centrum voor de verbreiding van Engelse literatuur in Duitsland, vervolgt de auteur: ‘Swifts Gullivers Travels und sein Tale of a Tub wurden zuerst im Haag 1727 [sic!] ins Französische Übersetzt; die ersten deutschen Übersetzungen erschienen 1727 und 1729 aus dem Französischen.’Ga naar voetnoot7 Maar niet alleen in ruimere zin was Van Effen actief bij de verbreiding van Swifts roem, zijn Conte du Tonneau stond ook letterlijk model voor andere uitgaven in het buitenland. Zo liet l'abbé Saunier de Beaumont zijn bewerking van Van Effens vertaling in 1736 te Parijs verschijnen en zagen verschillende heruitgaven van Scheurleers editie van 1721 in Zwitserland het licht.Ga naar voetnoot8 Het is duidelijk dat Van Effen met zijn vertaling in de eerste plaats de literaire elite in de Republiek en grote groepen Franstaligen ver daarbuiten bereikte. Maar hoe zat het met de niet ongeletterde Nederlanders voor wie het Frans toch een aanzienlijke hindernis vormde? Zij moesten wachten op de Nederlandse vertaling van Pieter le Clercq, die in 1735 onder de titel Vertelsel van de Ton in Amsterdam verscheen.Ga naar voetnoot9 Nu is het met deze vertaling van Le Clercq op het eerste gezicht wat merkwaardig gesteld. Net als Van Effen heeft hij het niet gelaten bij een vertaling van A Tale of a Tub in strikte zin, maar daar een vertaling van The Battle of the Books aan toegevoegd, een werk dat ook reeds in de eerste Engelse editie van 1704 voorkwam.Ga naar voetnoot10 Beperkt men zich nu tot The Battle of the Books en vergelijkt men beide vertalingen van dit werk, dan springen echter al gauw allerlei (in de regel betrekkelijk kleine) verschillen in het oog. Nu hoeft de lezer zich over dit probleem niet lang het hoofd te breken. Uit de ‘Voorreden van den Vertaaler’ blijkt namelijk zonneklaar dat Le Clercq rechtstreeks uit het Engels vertaald heeft: ‘Om nu iets van myne Vertaling te zeggen; Ik heb er overal de Engelsche kortheit en bondigheit in betracht.’ Eenvoudig is dat overigens niet en dan toont hij even later aan de hand van het woord goose de moeilijkheid van het vertalen van woordspelingen aan.Ga naar voetnoot11 De conclusie is duidelijk: afwijkende formuleringen, taalfouten en stijlbloempjes die in Van Effens vertaling kunnen zijn ingeslo- | |||||||||||||||||
[pagina 509]
| |||||||||||||||||
pen, zal men, zeker in dezelfde vorm, vergeefs bij Le Clercq zoeken. Maar de kwestie is nog iets ingewikkelder. Vergelijking met de geautoriseerde Engelse editie van A Tale of a Tub van 1710Ga naar voetnoot12 leert voor wat The Battle of the Books betreft, dat Le Clercqs vertaling daar in het algemeen wonderwel mee overeenstemt, maar die van Van Effen nogal eens wat afwijkingen vertoont. Hoe dit merkwaardige verschil te verklaren? De grote wetenschappelijke uitgave van A Tale of a Tub van Guthkelch - Nichol SmithGa naar voetnoot13 kan ons snel uit de droom helpen. Van Effen heeft namelijk nimmer de geautoriseerde uitgave van Swifts werk gebruikt, maar een piraateditie,Ga naar voetnoot14 die in 1720 bij T. Johnson in Den Haag is verschenen.Ga naar voetnoot15 Le Clercq heeft dit voorbeeld niet nagevolgd. M.a.w.: de vertaling die in Europa enige school maakte, die van Van Effen, is niet alleen niet helemaal zuiver op de graat, maar lijkt juist in het land van de vertaler géén navolging te hebben gevonden. Het is niet toevallig dat hier in het woord lijkt een voorbehoud is gemaakt. Want juist degene die de ‘lijn-Van Effen’ in Nederland niet voortzet, Pieter le Clercq, brengt de aandachtige lezer op een ander spoor. In het slot van zijn voorwoord schrijft hij: ‘Schoon de Strydt der Boeken in de Boekzaal van St. James reeds het licht in 't Neêrduitsch gezien hadt, heeft dat my niet belet dien andermaal te vertaalen; om dat de Vertaaler de Fransche overzetting gevolgt hebbende, zyne Overzetting vry veel van het oorsprongklyk verscheelt: gelyk aan yder ligt zal blyken, die de moeite wil neemen van zyne Vertaling met de myne te vergelyken.’Ga naar voetnoot16 Er is dus kennelijk nóg een vertaling van The Battle of the Books in het Nederlands verschenen en wel een vertaling uit de tweede hand. Om Le Clercqs advies deze vertaling maar eens met de zijne te vergelijken, te kunnen volgen, moet men echter eerst, om zo te zeggen, een vergelijking met vier onbekenden oplossen. Want in welk jaar is de vertaling waar Le Clercq op doelt, verschenen, wie was de vertaler en waar en door wie werd zijn vertaling uitgegeven? Nasporing in de belangrijkste bibliografieën leverde niets op. Zelfs de bibliografie van Teerink-Scouten,Ga naar voetnoot17 die over het algemeen toch zeer volledig en nauwkeurig is, vermeldt nergens een afzonderlijke vertaling van The Battle of the Books in het Nederlands. Guthkelch en Nichol Smith, die een groot aantal tussen 1704 en 1755 verschenen Engelse edities en vertalingen van A Tale of a | |||||||||||||||||
[pagina 510]
| |||||||||||||||||
Tub geven,Ga naar voetnoot18 noemen het werk evenmin. Ook is het boek, voor zover ik heb kunnen nagaan, in geen enkele grote Nederlandse bibliotheek te vinden. Verschillende Belgische wetenschappelijke bibliotheken, zowel in Vlaanderen als Wallonië, bleken wel over in het Nederlands vertaald werk van Swift te beschikken, maar kenden het gezochte werk niet. Ook de Koninklijke Bibliotheek in Brussel had het werk niet. Naarstig speuren bracht mij tenslotte in Gent waar het boek in de universiteitsbibliotheek bleek te berusten.Ga naar voetnoot19 Het werk, dat een omvang heeft van 76 pagina's, is niet een afzonderlijk boek, maar is met een aantal in hoofdzaak Franse literaire werkjes samengevoegd in één band.Ga naar voetnoot20 Het draagt de eenvoudige titel De Boeken-Stryd en is door Gerrit de Groot in 1733 te Amsterdam uitgegeven.Ga naar voetnoot21 Wie de vertaler is, heb ik niet kunnen achterhalen.Ga naar voetnoot22 En snijdt de door Le Clercq in zijn ‘Voorreden’ op deze anonieme vertaler geuite kritiek nu hout? De eerste zin van ‘The Preface of the Author’, die aan de eigenlijke Battle of the Books voorafgaat, luidt in de uitgave van 1710 aldus: ‘Satyr is a sort of Glass, wherein Beholders do generally discover every body's Face but their Own; which is the chief Reason for that kind of Reception it meets in the World, and that so very few are offended with it.’Ga naar voetnoot23 Vergelijkt men deze zin met de overeenkomstige zin uit Le Clercqs vertaling en de eerste zin uit de ‘Voorrede van den Schryver’ uit de editie-De Groot van 1733, dan valt onmiddellijk op hoezeer de twee Nederlandse vertalingen van elkaar verschillen: ‘Een Schimpschrift is eene soort van Spiegel, waar in men yders aangezicht, behalven zyn eigen, duidelyk meent te zien; dit is de rede dat het zoo weinig beledigt, en zoo wel ontfangen wordt in de waereldt.’ en ‘Het Hekelschrift is gelyk een Spiegel, waar in men de Aangezichten van elk een beschouwen kan, zonder echter de trekken van zyn eigen wezen te konnen ontdekken, en hier uyt, voornamentlyk, spruyt die graagte, waar mede het altoos in de Wereld ontfangen word: hier door zelfs, is 't, dat het zo weinig kwelling geeft, aan hun die de Voorwerpen daar van zyn.’ Maar er is meer. Men ziet in vrijwel één oogopslag dat Le Clercqs vertaling veel dichter bij de oorspronkelijke tekst blijft dan die van de anonieme vertaler en dat zijn stijl veel natuurlijker is dan de houterige formulering van de laatste. Wie hiernaast Van Effens vertaling van 1721 legt - ‘La Satyre est une espece de Miroir, où l'on voit les visages de tout le monde, sans y découvrir ses propres traits; c'est-là la raison principale de la reception favorable qu'elle rencontre dans le monde, & du peu de chagrin qu'elle y donne à ceux-là même qui en sont les objets.’Ga naar voetnoot24 -, komt tot de verrassende ontdekking dat zijn enigszins van het origineel afwijkende formule- | |||||||||||||||||
[pagina 511]
| |||||||||||||||||
ring vrijwel letterlijk terug te vinden is in de anonieme Nederlandse vertaling. Heeft Le Clercq dus gelijk gehad? Om dat te kunnen nagaan, is één betrekkelijk willekeurig gekozen passage niet voldoende. Een uitvoeriger vergelijking van de 5e druk van A Tale of a Tub, in 1710 in Londen uitgegeven door John Nutt, de vertaling van Van Effen, die van Pieter le Clercq en de editie van Gerrit de Groot uit 1733, zal dit moeten aantonen. | |||||||||||||||||
Vergelijking van The battle of the books met de vertalingen1 gecursiveerde gedeelten = zijn niet te vinden in de editie-Nutt van 1710, maar wel in de vertaling(en) 2 (.....) = passages die ontbreken in de vertaling(en), maar aanwezig zijn in de editie-Nutt
| |||||||||||||||||
[pagina 512]
| |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
[pagina 513]
| |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
[pagina 514]
| |||||||||||||||||
Het gaat bij deze vergelijking uiteraard niet om verschillen die voortvloeien uit een vrije vertaling, maar om duidelijk afwijkende formuleringen die iets heel anders beweren dan in de oorspronkelijke tekst staat of om volslagen nieuwe toevoegingen of om weglatingen die de feitelijke inhoud betreffen. De tien geciteerde passages kunnen gemakkelijk in deze drie categorieën worden ondergebracht. Van de passages 2, 5, 6, 7 en 9 is de verwoording dermate afwijkend, dat het origineel onherkenbaar is geworden. De zinnen 1, 4 en 8 horen thuis in de tweede, de voorbeelden 3 en 10 in de derde categorie. De tien hierboven aangehaalde voorbeelden kunnen gemakkelijk met tientallen andere worden vermeerderd. Ze maken onmiddellijk duidelijk hoezeer Van Effens vertaling en de editie-De Groot met elkaar overeenstemmen. Iedere aanvulling of weglating in de Franse tekst vindt, zoals men kan constateren, direct weerklank in de Nederlandse. Ook uit de noten, die vrijwel alle woordelijk zijn vertaald, blijkt dat de anonieme vertaler Van Effen op de voet volgt. Enige vrijheid heeft de eerste zich daarbij overigens wel veroorloofd. Zo wordt op bladzijde 2 een noot niet, overeenkomstig het Franse voorbeeld, onderaan de pagina vermeld, maar opgenomen in de zin alsof die een onderdeel van de tekst is.Ga naar voetnoot30 Nog sprekender voorbeeld van die ‘zelfstandigheid’ vindt men in een drietal noten die een toelichting vanuit de klassieke letteren op een bepaalde plaats in de tekst geven. Op blz. 38 b.v. wordt de passage waarin de held de godin in haar vlucht als zijn moeder herkent, in een noot als volgt toegelicht: ‘Een aardige naarvolging uit het eerste boek van d' Eneas van Virgilius, alwaar de Held van Venus zyne Moeder onbekent werdt ontmoet, doch die zich insgelyks in haren vlucht ontdekt.’Ga naar voetnoot31 Ik heb deze toelichtingen in geen enkele andere door mij onderzochte versie van vóór 1733 gevonden. Dit alles neemt de indruk van slaafse navolging overigens geenszins weg. Zelfs in het kleinste detail blijft de vertaler zijn voorbeeld trouw: a dozen Cavaliers bij Swift blijven er twaalf bij Le Clercq, maar worden er dix bij Van Effen en tien bij diens navolger.Ga naar voetnoot32 In tegenstelling tot de overeenkomstige passage bij Swift verschijnt bij Van | |||||||||||||||||
[pagina 515]
| |||||||||||||||||
Effen op pagina 74 Socrate plotseling ten tonele, uiteraard met Socrates (op p. 16 van de editie-De Groot) in zijn kielzog.Ga naar voetnoot33 Wie nog niet overtuigd mocht zijn, leze bij Van Effen de gevleugelde woorden (op p. 60), die bij Swift en Le Clercq ontbreken: ‘Les Dieux sont pour César, mais Caton suit Pompée.’ Men vindt ze, in vertaling, in de editie-De Groot (op blz. 3) terug: ‘De Goden helpen Cezar uyt den druk, Maar Kato volgt Pompeus ongeluk.’ Tenslotte: minstens tweemaal geeft de anonieme vertaler naast de Nederlandse vertaling voor alle zekerheid tussen haakjes de oorspronkelijke Franse term! Dat is het geval op bladzijde 1: ‘... men zoude in zekeren opzichte het eerste lid van deeze zinryke voorstellinge (proposition sententieuse) konnen goedkeuren...’ en op bladzijde 12: ‘...door zyn eige zwaarte, en zyn middelpuntige kracht, (force Centripete) eene hoedanigheid die sterk in zwang gaat onder die van de Hedendaagschen...’Ga naar voetnoot34 Er is maar één conclusie mogelijk: de onbekende vertaler heeft voor zijn overzetting van Swifts Battle of the Books in het Nederlands uitsluitend gebruik gemaakt van de Franse vertaling van Justus van Effen. En niet alleen dat. Hij heeft zijn taak ook zeer letterlijk opgevat door de zinnen bijkans woord voor woord in het Nederlands weer te geven. Le Clercq heeft dus gelijk gehad. Inderdaad wijkt de anonieme vertaling nogal eens af van de oorspronkelijke tekst, maar dat moet, zoals hij zelf ook al opmerkte, op conto van Van Effens Franse vertaling (en daarmee van de roofdruk uit 1720) worden geschreven. Het is echter niet alleen om deze reden dat een nieuwe Nederlandse vertaling op z'n plaats was. Voldoende rechtvaardiging vindt deze ook in het ronduit slechte gehalte van de anonieme vertaling. De onbeholpen wijze van uitdrukken, waar die woordelijke vertaling ongetwijfeld mede debet aan is, en de slordige interpunctie steken, zoals men hierboven kan zien, schril af bij Le Clercqs vertaling. Het heeft er alle schijn van dat de onbekende vertaler zich wel bewust was van de slechte kwaliteit van zijn werk. In de ‘Voorrede van den Nederduitschen Vertaler’ rechtvaardigt hij zich tenminste aldus: ‘Door hem [nl Jonathan Swift] is 't, dat dit Werkje [nl The Battle of the Books], onder anderen, in de Engelsche Tale het licht heeft gezien. Het behaagde my, toen ik de Fransche Overzettinge daar van gelezen had, het zelve een Hollandsch kleed aan te trekken, 't welk veel licht niet aangenaam zal wezen aan den geenen, die het in een van die beide Talen zal gelezen hebben: Doch dit alzo zynde, meen ik echter over myn bestaan geen verschoninge te vragen, dewyl dit tot myn eige verlustiging geschied is.’Ga naar voetnoot35 En de uitgever valt hem aan het slot van het boek na de opsomming der drukfeilen laconiek bij: ‘Noch veele andere feilen ontrent | |||||||||||||||||
[pagina 516]
| |||||||||||||||||
de Zinsnydingen, Stippen, en groote Letters, zal den toegevenden lezer zelve gelieven te verbeteren.’Ga naar voetnoot36 Justus van Effen heeft door zijn Franse vertaling van A Tale of a Tub de populariteit van Jonathan Swift in eigen land en ver daarbuiten ongetwijfeld helpen bevorderen. Voor een belangrijk onderdeel van dit werk, The Battle of the Books, stond zijn werk zelfs model voor een Nederlandse vertaling. En zo kon Swifts werk het geletterde publiek hier te lande langs meer dan één weg bereiken. Al kan men zich voorstellen dat Van Effen zich wellicht een beter pleitbezorger heeft gewenst dan de onbekende vertaler uit 1733. Bijvoorbeeld iemand als Pieter le Clercq, die twee jaar later zijn vertaling, maar dan van de héle Tale of a Tub het licht zou doen zien.Ga naar voetnoot37 |
|