Steentjes in de Spaanschen Brabander
Eveline Buchheim
Anneke de Lange
In de Spaanschen Brabander vs. 1306 spreken de twee spinsters Trijn en Els, onder het spinnen, over steentjes. Stutterheims standaardeditieGa naar voetnoot1 zegt hierover dat de mogelijke betekenis van steentjes een gewicht aan wol of garen e.d. van ongeveer 6 pond is. Hij beroept zich hierbij op VerdeniusGa naar voetnoot2, die dit als alternatief geeft voor de tot dan toe heersende opvatting dat steentjes als streentjes (strengetjes) gelezen moet worden. In de vlashandel blijkt verder de term op steen verkopen nog voor te komen bij de verkoop van boer naar groothandel. Een steen is daar een bundel vlas van 2,82 kilo, die bestaat uit verscheidene strengenGa naar voetnoot3.
Aan een steen, als gewichtseenheid, wordt evenwel niet steeds hetzelfde gewicht verbonden. Dit valt onder meer af te leiden uit een studie van StaringGa naar voetnoot4. Verdenius merkt al op dat het verkleinwoord steentje voor zo'n betrekkelijk grote hoeveelheid vlas vreemd is. Een zekere inconsequentie zit ook in het feit dat in vs. 1306 gesproken zou worden over een steen vlas, terwijl in vs. 1308 Trijn vraagt naar de prijs per pond.
Een andere betekenis van steentje in vs. 1306 moet dan ook zeker niet worden uitgesloten. Zelfs nu is bij de beschrijving van primitieve spintechnieken de term spinsteentje gangbaar; het woord komt overigens niet voor in het WNT.
Een spinsteentje is onderdeel van een spintol. Dit is een stokje aan het uiteinde waarvan een draad wordt bevestigd, die verbonden is met een pluk vlas of wol. De tol wordt in rotatie gebracht, zodat de pluk vlas of wol ineendraait. Het spinsteentje wordt over het stokje geschoven om als vliegwiel de draaiende beweging te stabiliseren.
De relatie die in de tekst wordt gelegd tussen de snelheid van het spinnen en het gebruik van de steentjes sluit aan bij de techniek van het spinnen: ‘Tis een garentje als men sijt; wel trouwen jy spint wel ras. Waar haalje de steentjes...’ Het is een feit dat de kwaliteit van het steentje de snelheid van het spinnen beïnvloedt. De materialen die gebruikt werden voor het maken van de stenen waren been, aardewerk, lood of glas. Vooral de twee laatste zijn moeilijk te bewerken, zodat het aannemelijk is dat de spinsters de steentjes bij professionele handwerkslieden kochten.
Opgravingen in Amsterdam hebben aangetoond dat in de zestiende en zeventiende eeuw, naast het toen al bestaande spinnewiel, spinsteentjes nog regelmatig werden