De Nieuwe Taalgids. Jaargang 75
(1982)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 254]
| |
‘Van Orlando's viooltjes’ en E.M. Forster's roman: A room with a view.Ga naar voetnoot1Gerda van WoudenbergCouperus' Italiaanse vriend ‘Orlando Orlandini’ en diens zuster ‘Elettra’, die in veel van zijn talrijke, voornamelijk tussen 1909 en 1915 verschenen feuilletons in Het Vaderland en in verhalen in Groot-Nederland door hem met grote sympathie en boeiende details zijn beschreven, werden voor de lezers vertrouwde figuren, die hun als het ware concreet voor ogen stonden. Naar de identiteit van deze Italiaanse vrienden, met name naar die van Orlando, is in de loop der jaren veel gegist: deze kwestie blijft hier grotendeels buiten beschouwing: Mevrouw Elisabeth Couperus heeft het de biografen van haar man niet gemakkelijk gemaakt met soms misleidende en vaak tegenstrijdige mededelingen.Ga naar voetnoot2 In zijn slotbeschouwingen in hoofdstuk VII van zijn recente studie Een zuil in de mist schrijft F.L. Bastet onder meer; ‘De op het ogenblik beschikbare gegevens laten geen scherpere conclusies toe. Is de gesuggereerde identificatieGa naar voetnoot3 juist, dan moeten wij wel vaststellen dat Couperus heel veel heeft gemaakt van betrekkelijk weinig. Grote luchtkastelen zijn om Orlando heen gebouwd. De desbetreffende autobiografisch getinte schetsen bevatten vermoedelijk heel wat meer fantasie dan realiteit...’ (p. 125-26) Meer fantasie dan realiteit, meer ‘Dichtung’ dan ‘Wahrheit’, kan er mijns inziens ook schuilen in het detail van Orlando's met kwistige hand overal neergezette viooltjes in ‘Gigi's’ logeerkamer, bij diens aankomst uit Nice in het natte nachtelijke Rome, in het huis van zijn Italiaanse vrienden Elettra en Orlando. - Na de juichende begroeting van Elettra en het personeel (Orlando heeft zijn vriend met Couperus' lievelingskoetsier Giulio Ardenti in een stortregen van het station gehaald), brengen Orlando en zijn zuster hun gast naar zijn ‘driedubbele’kamer, waarin een ‘innig geliefde geur’ (zoals later blijkt, van viooltjes) hem aangenaam aandoet. ‘En ik zie op de schrijftafel... een groote kristallen schaal vol viooltjes... nederige, donker-paarsche... | |
[pagina 255]
| |
viooltjes, ...die zoo geuren. Ze zijn mijn passie, die viooltjes. Ze zijn mijn liefste bloemen.’ - Dan ziet Couperus ‘dat ook... op de drie tafels,.. op ... waschtafel,.. op alles wat maar tafel, console, schoorsteen is, viooltjes en nog meer viooltjes...’ staan. Couperus wil eerst Elettra verwijten, dat zij zo dòl geweest is, om ‘zoó veel viooltjes te zetten...’. Maar het blijkt Orlando geweest te zijn, die onthouden heeft dat viooltjes Gigi's liefste bloemen waren, maar dat het massa's van viooltjes moesten zijn... Couperus verwijt hem half lachend: ‘Dwaas die je bent!’ - Als Couperus daarna in gezelschap van Orlando thee en taart heeft genuttigd, komt hij nog eens terug op die viooltjes: ‘En overal, overal, overal neergezet al die viooltjes...’(op. cit; p. 109-111). Het is natuurlijk heel goed mogelijk, dat Orlando deze aardige attentie voor zijn vriend heeft gehad. Maar deze overdaad, deze ‘profusie’ van viooltjes, in plaats van het meestal bescheiden boeketje dat men elkaar in Italië gewoonlijk cadeau doet, lijkt toch wel wat ongebruikelijk. Hoewel de situatie verschillend is, dunkt het me niet uitgesloten, dat Couperus de in 1908 verschenen roman van E.M. Forster: A room with a view, waarvan het eerste deel zich in Florence in een door Engelsen bewoond pension aan de Arno afspeelt, gekend kan hebben en daaraan het ‘viooltjes-motief’ in wat andere vorm ontleende.Ga naar voetnoot4 Florence was bij Engelsen in het begin van deze eeuw zeer in trek, er leefde daar een vrij grote Engelse kolonie en Forster's boek zal er (dit blijft natuurlijk een veronderstelling) waarschijnlijk in Engels-lezende kringen bekend zijn geworden. Behalve meer dan één internationale boekhandel was er (en is er nog) in Florence de beroemde leesbibliotheek van Vieusseux (‘(-eenig die in de wereld!! -)’ schrijft Couperus)Ga naar voetnoot5, waar ook de nieuwste romans in vreemde talen uitgeleend werden. Forster beschrijft in A room with a view verschillende types Engelse dames, enige ‘clergymen’ en een vader en zoon, Mr. Emerson en George, die beiden geen ‘tact’ en geen goede Engelse manieren hebben. Twee oudere dametjes, de ‘Miss Alans’, vinden Mr. Emerson niet ‘nice’. Op p. 57-58 wordt door één van de gasten tegen een van de zusters Alan gezinspeeld op ‘that business of the violets’. Miss Alan is geschokt: (p. 58) ‘The violets? Oh dear! Who told you about the violets? How do things get round? A pension is a sad place for gossips.’ - Wij worden daar niet veel wijzer van. - Later, als een deel van de gasten, die elkaar goed kennen, in Engeland bij elkaar zijn, komt het gsprek weer op de Emersons, die in het pension in Florence waren: de ‘reverend'’ Mr. Beebe, die evenals het jonge meisje Lucy in dit pension heeft gelogeerd, vertelt Lucy's moeder over deze Emersons: (p. 134) ‘Oh, Mrs. Honeychurch, the oddest people! The queerest people!... There was a great scène over some violets. They [de Emersons] picked violets and filled all the vases in the roomGa naar voetnoot6 of these very Miss Alans... Poor little la-dies! So shocked and so pleased. It used to be one of Miss Catharine's great stories: “My dear sister loves flowers,” it began. They found the whole room a mass of blue - vases and jugs - and the story ends with “So ungentlemanly andyetso beautiful. It is | |
[pagina 256]
| |
all very difficult”. Yes, I always connect those Florentine Emersons with violets.’ Te ‘bewijzen’, dat Couperus dit viooltjes-trekje aan Forster ontleend heeft, valt het natuurlijk niet. Maar èn de geschoktheid èn de toch kennelijk aangename verrast-heid van de Engelse dametjes geeft wel iets te denken. - Ook Couperus is enigszins geschokt door Orlando's ‘dolle’ gebaar: ‘Wat moeten ze denken van je! verwijt ik...’ ‘-Wat ze willen! zegt Orlando kalm.’ (p. 111, op. cit.) -Uit de hierboven genoemde beschrijvingen bij Forster en Couperus kan men hoogstens concluderen, dat dit motief: iemand uit vriendelijkheid (of vriendschap) op overdadige wijze ‘in de viooltjes te zetten’, bij beide auteurs omstreeks 1908-1910 een tamelijk sterk reliëf heeft gekregen en de lezers daardoor als curieuze bijzonderheid bijblijft. |
|