De volgorde van de eerste helpers in de Elckerlijc
Als Elckerlijc van ‘Die Doot’ toestemming heeft gekregen ‘helpers’ te vragen om met hem mee te gaan ‘ter rekeninghe’, wendt hij zich achtereenvolgens tot ‘Gheselscap’, ‘Maghe en Neve’ en ‘Tgoet’.
Voor de middeleeuwer is deze volgorde waarschijnlijk wat minder arbitrair geweest dan ze ons toeschijnt, gezien het volgende fragment uit Der Leken Spieghel (Boek III, C. 17, vs. 105-112):
Hier bi rade ic dat ghi selt
Vrienden maken telker stede
Ende die connen houden mede;
Want men seit dat geselscap
Eens deels gaet voor broederscap.’
Hierin wordt immers als algemeen bekend voorgesteld wat we in de Elckerlijc aantreffen door de volgorde waarin de hoofdpersoon de helpers vraagt: als men op weg gaat, gaan vrienden boven geld, gaan kameraden zelfs (in zekere zin) boven familieleden.
Drachten
R. VOS