Meervouden in beweging
Er zijn in het Nederlands enige honderden substantiva met twee meervouden, en een grote groep van zulke dubbelen wordt gevormd door de substantiva op -e: gemeente, groenten, cascade, periode, enz. enz. Die kunnen gepluraliseerd worden met -n of met -s, en die laatste meervoudsvorming is kennelijk aan de winnende hand. Het is de jongere, ‘progressieve’ vorm tegenover die met -n als de oude, behoudende. Het succes ervan is wel te verklaren. Door de apocope van de -n in gemeenten, groenten enz. wordt het meervoud gelijkluidend met het enkelvoud, en dat is bezwaarlijk. De vlotte verstaanbaarheid is gediend met een duidelijk sprekend meervoudsinstinctief.
Die verklaring is bevredigend voor het ‘ABN’, het op het ‘Hollands’ gebaseerde Standaardnederlands, hoezeer B. van den Berg dat begrip, terecht, relativeert in zijn interessante afscheidscollege De grammatica van het Standaardnederlands (Groningen, 1978), waarin hij uiteenlopende dialecten in zijn beschouwing over de meervoudsvorming betrekt.
Het lijkt haast of Maarten 't Hart de twee mogelijkheden demonstratief naast mekaar plaatst, als hij op blz. 214 van zijn bundel Ongewenste zeereis (Amsterdam, 1979) de volgende zin te lezen geeft:
Ik zou, had Walter mij gezegd, tevens bij enkele opnamen aanwezig moeten zijn, opnames waarbij ‘zwanzig Ratten’ dienden op te treden.
Die merkwaardige samentref zal wel niet op een zetfout berusten. Eerder zou, bij een zo vaardig stilist als Maarten 't Hart, de gedachte kunnen opkomen dat aan het vormverschil een betekenisverschil beantwoordt, in deze zin dat met het -n-meervoud zou bedoeld zijn ‘het opnemen, de opneming’, en met dat op -s concreet ‘het opgenomene, de film’. Maar deze motivatie van het vormverschil doet toch wel erg vergezocht aan.
Veiliger is het, bij dit geval niet verder te gaan dan er een nieuw bewijs in te zien van de gestadige terreinwinst van het -s-meervoud: in de mij bekende woordenboeken van recente datum is het meervoud opnames nog niet erkend. Ook nog niet het meervoud kades bij kade, een tweede voorbeeld van de voortgang van het meervoud op -s bij substantiva op -e. Mij verscheen het voor het eerst in drukletters in een televisienieuwsbericht voor doven en slechthorenden.
c.b. van haeringen