Over NTg 73 pp. 110-119
H. Gilijamse
Op bladzijde 110 van de NTg 73 (1980) herhaalt G. Booij (hierna B.) drie van de hypothesen uit zijn Dutch morphology (Dordrecht, 1977), die hier onder (1) herhaald worden, de laatste twee in mijn woorden:
(1) (a) | ‘accentregels opereren cyclisch op domeinen gedefinieerd door syntactische haken die de morfologische afleidingsgeschiedenis van het desbetreffende gelede woord weerspiegelen’. |
(b) | sommige Nederlandse affixen zijn geassocieerd met het woordgrenssymbool. |
(c) | er is een klemtooncyclus voor het Nederlands. |
Nemen wij (1) in de volgorde (abc) door.
Hypothese (1a) staat al in Word-structure van M. Aronoff (MIT dissertatie, 1974), iets gewijzigd en met een nieuw hoofdstuk gepubliceerd als Word formation in generative grammar (MIT Press, 1976).
Van (1b) vindt W. Zonneveld (hierna Z.) op bladzijde 363 van de NTg 72 (1979) dat de argumenten ervoor niet kloppen. Hij verwijst naar Schultink, die zijn artikel in Spektator 6 (1977) eindigde met de zin die onder (2) staat:
(2) | ‘Met name ontbreekt evidentie voor het onmiddellijk laten voorafgaan van bepaalde suffixen en het onmiddellijk laten volgen van bepaalde prefixen door andere dan + boundaries.’ |
Diezelfde zin is nog steeds van kracht, zoals ik laat zien in een artikel, ‘Affixen zijn alle plus’ (te verschijnen in Spektator (1980)).
Over (1c) is door R. van Zonneveld in Glot 2 (1979) opgemerkt dat de data ‘niet kloppen’ (p. 177). Hij zegt dat o.a. van data als criminaliteit, grammatikaal en kanaliseer (waarin voor B. de onderstreepte klinker schwa kan zijn). Hetzelfde is opgemerkt door Z. die over kanaliseer verzucht: ‘Ik heb niemand kunnen vinden die dit woord... accepteert’ (p. 364). Nu is een regel die de verkeerde data karakteriseert een incorrecte regel, en met een incorrecte regel kan men theoretisch niets doen. Ik parafraseerde in de vorige zin de woorden van ons aller guru Morris Halle in zijn bijdrage aan het Szemerényi festschrift (Benjamins, Amsterdam, 1979, p. 330):
(3) | ‘It hardly needs to be said that from an incorrect rule, no theoretical conclusions whatever can be drawn’. |
Utrecht, Oudenoord 6
Goede Vrijdagmiddag 1980