Het telwoord als eigennaam
Het Belgisch dagblad De Standaard van 6.2.1978 weet te melden, dat de voormalige Amerikaanse leraar M.H. Dengler geen toestemming van de rechtbank in Minneapolis gekregen heeft om zijn naam te wijzigen in 1069. De rechter beschouwde het verzoek als een belediging voor de menselijke waardigheid die hem deed denken aan de totalitaire praktijk van het concentratiekamp. Tevoren was een gelijkaardig verzoek al afgewezen door een gerechtshof in Noord-Dakota.
Hoewel de rechter gelijk gehad kan hebben in het menselijke en culturele vlak, lijkt zijn oordeel onjuist op zuiver linguistisch niveau.
Getallen hebben namen en sommige getallen, met name de grotere, hebben er meer dan een. Het getal 2500, bv., kan aangeduid worden met de naam ‘vijfentwintighonderd’ en met de naam ‘tweeduizendvijfhonderd’ (cf. Van Katwijk 1965). Beide namen hebben dus dezelfde extensie; mogelijke verschillen in intensie kunnen op dit niveau buiten beschouwing blijven. Namen die in deze categorie thuishoren vormen een duidelijke af te bakenen klasse; dat de problemen van synonymie hierbij ondergeschikt zijn, blijkt wel uit de mogelijkheid om een programma te ontwikkelen voor de mechanische vertaling van deze getalsnamen (cf. Brandt Corstius 1970, hfdst. 2). Het begrenzen van de klasse der getalsnamen biedt geen moeilijkheden zolang de definities extensioneel worden bepaald. Dat neemt niet weg dat er wel problemen rijzen, zogauw men zoekt naar criteria in wat engere linguistische zin. We zullen ons echter niet bezig houden met syntactische, morfologische of, eventueel, fonologische kenmerken van deze categorie (cf. Klooster 1971), en gemakshalve stellen dat de term ‘telwoord’ de lading duidelijk genoeg dekt. Waar het in dit korte stukje om gaat zijn nl. niet de getalsnamen maar de telwoorden - als - eigennamen. Teneinde mogelijke misverstanden te vermijden gebruiken we de aanduiding NN voor namen die verwijzen naar getallen in hun klassieke gebruik, zoals
(1) |
Hij is vijfenzestig geworden |
terwijl PN geldt als afkorting voor eigennamen (met name de eigennaamsaanduiding doormiddel van getallen, hoofdtelwoorden of cijferconstellaties).
Als we het perifere verschijnsel synonymie buiten beschouwing laten, is het meest karakteristieke formele kenmerk van NN's in vergelijking met PN's de constante en niet-arbitraire vorm:
(2) |
Zijn schuld bedraagt nu meer dan achttienhonderd gulden |
(3) |
Er waren drieënveertig mensen op de vergadering |
(4) |
Onze kleindochter weegt zes pond en drie ons |
Natuurlijk zijn er wel enkele problemen met name waar verbindingen van ‘meet’-kundige aard optreden; vgl.
(5) |
Hij verdient acht gulden vijftien per uur |
(6) |
Dat grapje kost je drie-veertig |
(7) |
Ze is één-vijfenvijftig lang |
Ongetwijfeld verdienen deze bijzondere vormen een nadere analyse, maar de consistentie van de telwoordcategorie wordt er niet wezenlijk door aangetast.