Twee merkwaardige gevallen van parallellisme
1) Het boek is toevallig in mijn handen geraakt. Hij geraakt in woede. Ik weet niet hoe ik er geraakt ben. Al deze zinnen kunnen zó in het Duits worden overgebracht. Das Buch ist mir zufällig in die Hände geraten. Er gerät in Wut. Ich weiss nicht, wie ich da hineingeraten bin. Zeker klopt dat niet altijd, maar bijna altijd heeft zowel het Nederlandse als het Duitse ww de grondbetekenis van: ‘zonder opzet ergens komen’ of ‘ongemerkt in zekere toestand komen’. Het merkwaardige nu is dat geraken en geraten klaarblijkelijk tot twee verschillende woord-families behoren. Ik zoek al lang naar een verklaring. Wie zal mij daaraan helpen?
2) Iedereen weet dat er in het Nederlands twee ww lijden bestaan, waarvan het een nog maar in staande uitdrukkingen voortleeft zoals 4 dagen geleden, woensdag jongstleden, het verleden. Zijn dat twee woorden of eigenlijk slechts één? Een veelomstreden kwestie, doch daar gaat het hier niet om. Waar het wèl om gaat is het volgende. Het Latijnse ekwivalent voor lijden in de betekenis van ‘smart [ondervinden]’ is als ww pati en als zn passio: > fr. la passion du Christ. Maar daarnaast heeft men in het Frans het ww passer (le temps passe; mercredi passé; le passé), waaraan het zn pas (< passus) ten grondslag ligt. Passus houdt waarschijnlijk verband met pandere (‘[de voeten] uit elkaar doen’), maar heeft, naar mij van bevoegde zijde verzekerd wordt, in het geheel niets te maken met pati. Daar komt nog bij dat een akte door een Nederlandse notaris wordt verleden en door een Franse notaris passé. Dit opvallende parallellisme tussen het germaanse Nederlands en het romaanse Frans, dat toch niet als een Lehnübersetzung kan worden beschouwd, stelt ons voor vragen die moeilijk zijn om te omlijnen, laat staan om te beantwoorden.
P. BRACHIN