Een stuk medemenselijkheid
De laatste jaren blijken hoe langer hoe meer abstracta uit stukken te bestaan en krijgen we van die stukken in mondelinge en schriftelijke taaluitingen hoe langer hoe vaker één en nooit meer dan één voorgeschoteld. ‘Een stuk optimisme, een stuk buitenlandse politiek, een stuk herstructurering, een stuk recreatie, een stuk creativiteit, een stuk medemenselijkheid.’ Het eerste substantief treedt ook wel in verkleinde vorm op; soms is het vergezeld van een adjectief (‘groot, flink, mooi’). Het bedoelde proces moet betrekkelijk kort geleden op gang zijn gekomen, want in de laatste druk van Koenen en van Dale worden s.v. stuk de gegeven of soortgelijke voorbeelden niet vermeld. Wanneer en met wie is het begonnen?
De constructie op zichzelf kunnen we aanduiden met ‘een stuk A’. ‘A’ omvat uitsluitend abstracta, maar zeker niet alle abstracta. Dit werk ik niet verder uit. In een bladvulling is daarvoor geen plaats en het is nog de vraag, of ik het zou kunnen. De voorbeelden zijn woordgroepen, waarin ook ‘A’ op woordniveau bepaald is. Elk van deze en dergelijke woordgroepen moet op een gegeven ogenblik door iemand zijn gemaakt en voor het eerst zijn gebruikt. Wat er eenmaal is, kan door anderen worden overgenomen. Dit betekent echter niet, dat het niet voor de tweede of derde keer gemaakt kan worden. Ook al staat het vast dat anderen hem hierin zijn voorgegaan, iemand behoeft niet om b.v. ‘een stuk optimisme’ te kunnen zeggen, dit eerst gehoord of gelezen te hebben. Zodra ‘een stuk A’ bestaat, kunnen we telkens een stukje taalcreativiteit verwachten. Waar, herhaal ik, komt die constructie vandaan? Wie heeft als eerste een dergelijk abstractum stuk-gemaakt?
Het is een blind zoeken. Ik heb dan ook niet gezocht. Volkomen toevallig kreeg ik het bijvoegsel van het Algemeen Handelsblad van zaterdag 8 februari 1930 in handen. Daarin heeft Kees van Bruggen onder de titel ‘Wij, bronchitis en efficiency’ een onduidelijke beschouwing aan een onduidelijk onderwerp gewijd. Maar wat zag ik in de laatste alinea (blz. 2, kol. 4) duidelijk staan? ‘Deze twee-eenheid is een formidabel stuk solidariteit.’ Solidariteit, medemenselijkheid: het komt ongeveer op hetzelfde neer. Alleen is het in recente tijden zo druk besproken stuk medemenselijkheid nooit formidabel genoemd. Voor wie nog in ethische vooruitgang wil geloven, is dit een ontmoedigend verschil. Gelukkig zorgen de overeenkomsten voor een stukje taalwetenschappelijke vooruitgang. Een pril lijkende constructie blijkt plotseling bijna Abraham gezien te hebben. Tussen de ene zin van Kees van Bruggen en de vele zinnen van de Huidige ‘stuk’-zeggers en dito-schrijvers bevindt zich geen continuüm. Evenals de woordgroepen kan de constructie meermalen ontstaan. Niet steeds zal ze tot volle wasdom komen. Op het ogenblik is haar bloei verbijsterend. Ook in het buitenland heeft ze kansen gekregen. Nederlandse brokkenmakers in de woning der abstracta zullen met genoegen kennis nemen van de zweedse zin (Siv & Key L Nilson, Gotland/bilder från en ö, blz. 92, kol. 1: ‘(...) så erbjuder S:t Olofsholm ett stycke exklusiv naturupplevelse (...).’
Oegstgeest, Pres. Kennedylaan 503
C.F.P. STUTTERHEIM.