| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Dietsche warande & Belfort 122 (1977), nr. 4
Lieve Scheer is Op zoek naar Simon Carmiggelt (‘Op enkele luchtiger stukjes na, is heel de bundel Morgen zien we wel weer een weemoedige vraag naar de zin van het leven als totaliteit’). - Maar blijft de liefde bestaan? vraagt Marcel Janssens zich af in zijn recensie van Bloemen verwelken, schepen vergaan... van Fernand Auwera. - Dit is poëzie zegt Annie Vyt, doelend op Cantica mea van Clem Schouwenaars.
| |
nr. 5
Lieven Rens onderzoekt de relatie van Rubens en de literatuur van zijn tijd. - Willy Spillebeen schrijft over Hans Andreus († 9.6.77), klassiek experimenteel.
| |
Foundations of language 14 (1976), nr. 3
D. Brink bespreekt Historische Phonologie des Niederländischen van Jan Goossens.
| |
nr. 4
Interpretive rules and the description of aspects door H.J. Verkuyl is een herziening van een artikel van deze auteur in Spektator van 1974.
| |
De gids 140 (1977), nr. 3
In De neus van Frederik van Eeden geeft R.Th.R. Wentges Een beschouwing over de betekenis van reuk en geur in zijn werk. - A.J. Coetzee schrijft een artikel over Het leven in de grond, een politiek gedicht uit Skryt van Breyten Breytenbach. - De derde bundel van Hans Faverey Chrysanten, roeiers (‘een soort poëzie, die van taal een bijna zwijgen in de woestijn maakt’) wordt besproken door Rein Bloem. - Herman Pleij heeft weinig lol in Belgische humor over de rug van Madock zoals die zich uit in Madock van H.W.J. Vekeman.
| |
nr. 4/5
Deze aflevering bevat een Gids-symposium over marxisme, psychoanalyse en de sociologie van Norbert Elias, met bijdragen van G. Benthem van den Bergh, Anton Blok, Norbert Elias, J. Goudsblom en A. de Swaan. - Willem Frederik Hermans (Stuiveling en de wetenschappelijke biografië) en Garmt Stuiveling (De kwadratuur van de raadselachtigheid) zijn met elkaar in Correspondentie over Multatuli (Hermans: ‘Waarom proberen een strikt wetenschappelijk boek te schrijven als je weet dat het meeste materiaal onbereikbaar is en ongepubliceerd onder het bed van Garmt Stuiveling ligt?’).
| |
Levende talen nr. 324
Pierre A.A.M. Crefour doet verslag van Het ‘schrijverskollektief’ in 3 mavo: een projekt massaliteratuur voor/door 3e klassen mavo/havo/vwo. Leerlingen schrijven hún volledige (triviale) roman in boekvorm. Een konkreet en praktisch uitvoerbaar lesplan Nederlands. - Koos Hawinkels vestigt de aandacht op het Project Jeugdliteratuur en de brochure Werken met boeken. - Verder bespreekt hij de onlangs uitgekomen grammofoonplaat van de Stichting Constanter, die 13 middeleeuwse liederen bevat. - Marleen Wijma-van der Laan behandelt het thema Misdaad in jeugdboeken in haar rubriek Jeugdliteratuur. - Tenslotte bespreekt Koos Hawinkels nog De onderste plank: het jeugdboek nader bekeken door S.G. van Campen en C. van der Burg.
| |
| |
| |
Maatstaf 25 (1977), nr. 5/6
Anton Korteweg en Ad Zuiderent zijn In gesprek met Henk Romijn Meijer.
| |
Michigan Germanic studies Vol. II, nr. 1 (1976)
Over The interrelation between syntax and semantics gaat de bijdrage van Gijsbertha F. Bos.
| |
Moer 1977, nr. 3
In dit nummer zijn de artikelen gecentreerd rond het thema ‘Kan het zònder schoolboek?’. Het meest belangwekkend is hiervan Schoolboeken: een boterham met tevredenheid van Ria Jaarsma, die o.m. concludeert dat door de huidige situatie in de uitgeverswereld moedertaalleraren nooit precies die boeken kunnen krijgen die ze zouden moeten hebben. - Hanneke Lentz bespreekt het boekje Zozo, kritische informatie over jeugdliteratuur.
| |
Nieuw Vlaams tijdschrift 30 (1977), nr. 3
Wim Meewis publiceert het eerste deel van zijn studie Dadaisme en contingentie.
| |
nr. 4
Van Wim Meewis verschijnt het tweede en laatste deel van Dadaisme en contingentie. - In Historie en actualiteit, deel vier van Kritische warande der kritici behandelt Martien J.G. de Jong het literair-kritisch werk van o.m. Knuvelder, Lissens, Van Leeuwen. Van Heerikhuizen, Anthonie Donker, Anton van Duinkerken, Garmt Stuiveling, Kelk, Ben Stroman, Marnix Gijsen, André Demedts, Rob Nieuwenhuys en Cola Debrot.
| |
Ons erfdeel 20 (1977), nr. 1
Hoofdredacteur Jozef Deleu wijst op het twintigjarig bestaan van dit tijdschrift. - J.P. Snapper gaat in zijn artikel Nederlands in het buitenland. Heeft het nog zin? in op een aantal opmerkingen die J.W. Smit op het vierde Colloquium neerlandicum te Gent maakte. - Jozef vindt het Ontwerp voor een Nederlandse taalunie lichtpunt. - Onder de titel Tussen Empedokles en Einstein bespreekt Jan van der Vegt De poëzie van Hans Andreus. - Joris Duytschaever bespreekt De betekenis van James Joyce in de Nederlandse letteren. - De bibliografie van het nederlandstalige boek in vertaling. - Verder boekbespreking van De paardesprong van Bernard Kemp (G. Wildemeersch), van Onder professoren van W.F. Hermans (D. de Vin), van Het houdt op met zachtjes regenen van Cees Buddingh' (L. Deflo), van De geluiden van de eerste dag van A. Koolhaas (H. Bousset), van De Moedergodinnen van Jan Emiel Daele (Hanneke van Buuren), van Een trilogie van Julien van Remoortere (A. Demedts), van Verschrikkelijke winter van Hans van de Waarsenburg (F. Deschoemaeker) en van Junkieverdriet van Jotie 't Hooft (H. Brems). - Tenslotte aandacht voor de verfilming van Lampo's ‘De komst van Joachim Stiller’ door Harry Kümel.
| |
Onze taal 46 (1977), nr. 4
P.H.M.J. van Caldenborgh en J. Renkema, de nieuwe redacteuren van dit tijdschrift stellen in Taal-verkeer(d) dezelfde vraag die in 1952 hun voorganger J. Veering stelde:
| |
| |
‘Moeten wij de taal beschrijven’ of ‘voorschrijven’. Ze geven hun visie op de taak en doelstellingen van ‘Onze taal’. - Vervolgens Over spelling is het laatste woord nog niet gezegd, Vertaalwedstrijd troonrede, Komma's van Couperus, Reclametaal, Varieteit en varieté, Taalkundige feminisme?, Englands, Drooggevroren en Benen zien.
| |
nr. 5
M.F. Steehouder gaat uitvoerig in op Tekststructuur en begrijpelijkheid. - M.C. Godschalk over Nederlands. - Verder Moeders, Niet alleen voor de heeren kadetten, Nad, Zuidnederlands, Hoofdzin en Knipsels.
| |
Orbis litterarum 32 (1977), nr. 1
William H. Bryant beziet The logical functions of language as literary style markers; analyse van ‘stylolinguistic data sheds light on the underlying semantic structure of literary discourse, and on the compositional and stylistic design of the author's message’.
| |
Quaerendo 6 (1976), nr. 4
A.R.A. Croiset van Uchelen wijdt een artikel aan Dutch writing-masters and the Prix de la Plume Couronnée. - E. Rhodes verzamelde gegevens over A Dutch seventeenth-century bookcollector: Paulus Terhaarius. - G. Dogaer en E. König publiceren A bibliography of L.M.J. Delaissé, and a note on the Delaissé papers deposited in the Bodleian Library, Oxford.
| |
Renaissance quarterly 29 (1976), nr. 2
Clarence K. Pott heeft veel waardering voor de dissertatie van J.H. Meter De literaire theorieën van Daniël Heinsius.
| |
De revisor 4 (1977), nr. 2
Achter de spiegel is een stuk van Anton Haakman Over film en fictie. - Hendrik van Teylingen bekijkt Zuchten van verlichten, dat zijn Haiku van Rynhô tot Wafû, en hij geeft een vertaling van 150 haiku. - Rob Delvigne en Leo Ross prikken enkele Mythologieën rondom Jacob Israël de Haan door, zoals die door Jaap Meijer en Kees Josse in een tweelingboekje met herdrukken van Kanalje en socialistische versjes uit Het Volk worden opgeworpen.
| |
Spiegel der letteren 19 (1977/1978) nr. 1
Titel en tekst is de titel die Jan Schoolmeester geeft aan zijn overwegingen omtrent Aspecten van een theorie van de literaire titel. - Dirk Coigneau spreekt Van ‘bonte kapkens’ en zot volk. - In honour of Jan Kamerbeek Jr. geeft M. Rutten een overzicht van het werk van de aftredende hoogleraar in de Algemene en Vergelijkende literatuurwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. - Theodoor Weevers signaleert dat de vulkaan van Het conflict tussen mediaevistiek en moderne literatuurbeschouwing tot uitbarsting kwam in een recensie van F. Willaert van Tanis M. Guest's studie, Some aspects of Hadewijch's poetic form. F. Willaert dient Weevers ogenblikkelijk en afdoende van Repliek. - Onder de Boekbeoordelingen recensies van de Faksimile-Ausgabe van Reynke de vos (door E. Rombauts), van de tweede druk van hèt
| |
| |
handboek voor de emblematiek, Emblemata van Arthur Henkel en Albrecht Schöne (door K. Porteman, die een aantal aanvullende titels geeft), van het ‘Ruygh-bewerp’ Huygens, Zes zedeprinten (door P.E.L. Verkuyl), van J.H. Meters dissertatie De literaire theorieën van Daniël Heinsius (door L. Rens), van de monografie van Robert Lagrain, De moeder van Gezelle (door J. de Mûelenaere), van Michel Dupuis' Hermans-studie Eenheid en versplintering van het ik (door Jan Schoolmeesters), van de reeks Synthese (door Jan Schoolmeesters), en tenslotte van Proeve van bibliografie van en over de dichter Maurice Gilliams van Firmijn vander Loo (door Hilda van Assche, die ook aanvullingen geeft).
| |
Standpunte 30 (1977), nr. 2 (128)
Dit nummer is voor een deel gevuld met artikelen (van N.P. van Wyk Louw, W.E.G. Louw, Lina Spies en E. Brown) over de dichter Totius (J.D. du Toit). - Verder schrijft Henning Snyman over Die paradoksale aard van die ironie.
| |
Tirade 21 (1977), nr. 224
Eep Francken kijkt naar Slordigheid en slordigheid in Het verboden rijk van Slauerhoff. - Onder de titel De inhoud van het sigarenkistje bespreekt Jaap Goedegebuure De grote stilte en De schrijver droomt van Dirk Ayelt Kooiman. - Renout Hogeweg onderzoekt de literaire normen van Een vitalistische vent met visie, Jaap Goedegebuure.
| |
nr. 225
Rutger Kopland beschouwt de poezie van Van Deel (Want waar verdwijnt is hopeloos bewegen). - In Symboliek en symbolisme bij Matthijs Maris (1839-1917) bekijken H.E.M. Braakhuis en J. van der Vliet het Faustiaanse Gretchen-motief bij Maris.
| |
Tydskrif vir geesteswetenskappe 1977, nr. 1
Anna E. Coetzee bestudeert de Nasalering in Afrikaans. - Samengesteld door Leendert Dekker verschijnt in deze aflevering deel I van de Bibliografie van Prof. Dr. Gerrit Dekker.
| |
Tydskrif vir letterkunde 15 (1977), nr. 1
Door H.J. Schutte worden Speelse en eksperimentele elemente in die poësie van D.J. Opperman bekeken vanuit die gesigshoek van geestigheid.
| |
Wetenschappelijke tijdingen 36 (1977), nr. 1
F. Claes S.J. geeft een overzicht van Vijfhonderd jaar Nederlandse woordenboeken, n.a.v. het verschijnen van de ‘Teuthonista’ of ‘Duytschlender’ van Gerard van der Schuren in 1477. - Ludo Simons schrijft over De landstreken beneden de Vereenigde Nederlanden en P. van Hauwermeiren over De spelling van familienamen met een voorzetsel en/of een lidwoord. - E. Cramer-Peeters komt in Jacob van Maerlant tot de conclusie dat ‘het Maerlant toegevoegd aan de voornaam van de dichter Jacob op het thans zogenoemde Verdronken Land van Zuid-Beveland moet worden gezocht’. - Vervolgens Professor Willem A. Grootaers gevierd in Japan door T. Sibata; een verslag van de International Conference on Computational Linguistics door
| |
| |
F. de Tollenaere en aandacht voor de uitgave van Gezelle's Gedichten, gezangen en gebeden door J.J.M. Westenbroek.
| |
Zeitschrift für Dialektologie und Linguistik 44 (1977), nr. 1
Matthias Hartig publiceert de lezing die hij in Toronto gehouden heeft in de sectie ‘Speech act theory, ethnomethodology and microsociolinguistics’ en die eerder, in het Engels, verschenen is in Leuvense bijdragen 65 (1976), handelend over Die Struktur der Sprachvariation im Verhältnis zur sozialen Interaktion. - Some problems of diachronic phonology worden door Martin Durrell gedemonstreerd aan The Old High German monophthongization. - Roland A. Wolff geeft enkele Regionale Varianten der Abschiedsgrüsse in der deutschen Umgangssprache. - In de Rezensionen worden o.m. Joachim Göschels Strukturelle und instrumentalphonetische Untersuchungen zur gesprochenen Sprache en Klaus Brockhaus' Automatische Übersetzung besproken (resp. door Ross D. Hall en Ursula Oomen).
g.j. dorleijn
a.g.m. vermeulen
|
|