Van Dale volledig betrouwbaar?
Als prof. Stutterheim in zijn artikel ‘Zwoor’ op blz. 219-220 van deze jaargang overweegt wat Van Dale bedoelt met de volgorde ‘zwoor of zweerde’, concludeert hij dat de eerstgenoemde vorm het meest voorkomt. Deze conclusie lijkt alleszins gewettigd als we vaststellen dat zweerde pas in Van Dale's 8e druk komt opdagen, en dan als nieuweling natuurlijk nog niet domineert.
Toch meen ik te mogen twijfelen aan deze relatie tussen frequentie en volgorde in dit eerbiedwaardige woordenboek. De 10e druk noteert b.v. ook vraagde, vroeg, evenals de 8e, en de 7e (van 1950), waarnaast de 2e (1884) vroeg of vraagde geeft: ‘een kwestie van terrein winnen en prijsgeven’, zouden we kunnen aannemen, als we er klakkeloos van uitgaan dat al onze relaties toevallig bij de kleinste groep horen.
Evenals de Van-Dalisten hebben ook de aanhangers van Koenen een ommezwaai gemaakt, zij het wat later ... en in de andere richting!
Koenen geeft al in zijn eerste druk (1897) vraagde of vroeg, en houdt dit vol tot in de 23e (1951). Van de 24e af (1956, nieuwe spelling) lezen we er tot nu toe (27e druk): vroeg of vraagde.
Geniet Van Dale dat grote vertrouwen wel geheel terecht?
Tilburg, Stadhuisplein 216
w. sterenborg