| |
| |
| |
Aankondigingen en mededelingen
Het taalgebruik van de nationaal-socialisten in Nederland
In Dietsch en volksch geeft M.C. van den Toorn een verkenning van het taalgebruik der nationaal-socialisten in Nederland. In een inleidend hoofdstuk krijgt de lezer een tekstje dat als proeve van het propagandistische proza van de N.S.B. dienst kan doen, maar dat de schrijver zelf op grond van zijn vertrouwdheid met zijn studiemateriaal vervaardigd heeft. Het wordt gekenmerkt door bepaalde retorische clichés, syntactische wendingen en spelfouten. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de begrippen ‘fascisme’ en ‘nationaal-socialisme’, worden de voornaamste vertegenwoordigers, hun organisaties en bladen vermeld alsmede de bronnen voor het onderzoek. Het tweede hoofdstuk geeft een overzicht van de studie van het nationaal-socialistische taalgebruik in Duitsland. Deze literatuur geeft twee uitersten te zien: de neo-positivistische, ideologievrije beschouwing van de buitenkant, het vormelijke aspect van de nazi-taal, en de ideologische, meer speciaal marxistische, beschouwing van de inhoud der nazi-propaganda. Beide methoden hebben volgens de schrijver bezwaren. Het enige legitieme uitgangspunt lijkt hem, na te gaan, wat de nationaal-socialisten zelf met hun taal bedoelden. Hij doet dat aan de hand van hun woordgebruik. Het gaat daarbij meestal om bepaalde specifieke nuances die zij aan verder algemeen gangbare woorden als democratie, politiek, heeren, enz. geven. Schrijver maakt zijn materiaal overzichtelijk door het in te delen naar de terreinen van hun belangstelling: de strijd tegen de tegenstanders (waaraan de hierboven geciteerde woorden ontleend zijn); het eigen ideaal (bijvoorbeeld stam en volk, bloed en bodem, ras en sibbe, volksch, dietsch); de gewenste eigenschappen (bijv.: fanatisme, daadkracht, dienen, strijd, offer); de organisatie; taal en stijl. Het slothoofdstuk geeft een samenvatting van de kenmerken van het nationaal-socialistische taalgebruik.
Een register van besproken woorden besluit het boek. Het is als Cahier no. 5 van De nieuwe taalgids bij H.D. Tjeenk Willink verschenen (Groningen, 1975), telt 120 blz. en kost ing. f 12,50.-.
B.v.d.B.
| |
Aanwinsten K.B. Brussel
Van 18 januari tot 1 maart 1975 is in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel een tentoonstelling te zien geweest van aanwinsten uit de jaren 1969 tot 1973. Evenals bij een vorige gelegenheid, toen de aanwinsten uit de periode 1954-1968 zijn geexposeerd, is er ook thans een omvangrijke catalogus verschenen, Vijf jaar aanwinsten, 1969-1973, die verkrijgbaar is bij de Koninklijke Bibliotheek, Keizerslaan, Brussel. Bij deze aankondiging moet ik mij noodgedwongen beperken tot het aan de handschriften gewijde gedeelte van deze catalogus, van welk gedeelte de redactie door de goede zorgen van Dr. J. Deschamps een overdruk heeft ontvangen. Verlucht met talrijke reprodukties worden in dit gedeelte 89 codices en fragmenten beschreven, voorwaar een benijdenswaardige jachtbuit van de Brusselse handschriftenjagers! Zeventien van die 89 recent verworven handschriften bevatten Middelnederlandse teksten. Ik noem slechts enkele trofeeën: de uit Hasselt afkomstige Aiol-fragmenten (verkregen door uitwisseling met het Al- | |
| |
gemeen Rijksarchief), voorts fragmenten van de Ridder metter mouwen, van Heinric ende Margriete van Limborch, van Maerlants Spiegel historiael, Boendale's Brabantsche yeesten en van Reynaert I (het helaas nog steeds onuitgegeven fragment dat in 1971 is ontdekt). Onder de volledige codices verdient het unieke handschrift van Maerlants Historie van Troyen de ereplaats, een handschrift dat in de jaren 1470-1480 is vervaardigd voor Wessel IV van den Loe op het kasteel Wissen bij Kevelaer, en dat aldaar in het bezit van dezelfde familie (Von Loë) is gebleven tot de K.B. het in 1973 voor Brussel wist te verwerven. Minder spectaculair, maar eveneens van groot belang is de aanwinst van het zogenaamde handschrift-Prims, dat onder meer een Elckerlijc-tekst (afschrift van een verloren druk) bevat. Uit de religieuze sfeer mogen Middelnederlandse handschriften met werken
van Bonaventura en Jordanus van Quedlinburg worden vermeld.
De beschrijving van deze aanwinsten is zoals wij van de Brusselse catalogi gewend zijn: helder en zaakrijk. Daardoor vormt de catalogus Vijf jaar aanwinsten een waardevol supplement op de bestaande litteratuur over Middelnederlandse handschriften.
w.p.g.
| |
Die gheestelicke melodye
Bij de uitgeverij New Rhine Publishers, Den Tollstraat 64, Koudekerk aan den Rijn, is vorig jaar een facsimile-editie van de Ferguut verschenen, die in Ntg 67 (1974), p. 256, is aangekondigd en waarvan binnenkort een bespreking in dit tijdschrift zal worden opgenomen. Inmiddels heeft dezelfde uitgeverij een tweede deel ter perse gelegd van wat een interessante, betaalbare reeks belooft te worden. Dit tweede deel behelst de reproduktie van een in 1969 door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde verworven handschrift van omstreeks 1470, waarin onder meer een cyclus van geestelijke liederen, getiteld Die gheestelicke melodye tusschen Jhesum Christum ende die mynnende ziel is opgenomen. Voor nadere bijzonderheden verwijs ik naar het artikel ‘Het einde van de Zuster van Gansoirde’ in Ntg 65 (1972), p. 181-90. De auteur van dat artikel, de Leidse handschriftenconservator Dr. P.F.J. Obbema, was als ontdekker van het handschrift uiteraard de aangewezen man om deze facsimile-uitgave te bezorgen en van een korte inleiding te voorzien. De prijs van het boek bedraagt bij intekening f 32,50 en na 1 juni 1975 f 45,-; bestellingen kunnen worden gericht aan het bovengenoemde adres. In augustus van dit jaar zal een derde deel in de Koudekerkse reeks verschijnen: een facsimile-editie van de Roman van den riddere metter mouwen uit de Lancelot-compilatie, bezorgd door Dr. C.W. de Kruyter. De prijs daarvan bedraagt bij voorintekening f 27,50; na verschijning f 42,50.
w.p.g.
| |
VWS-cahiers
West-Vlaanderen heeft, van hebban olla vogala tot heden, een rol van betekenis gespeeld in de Nederlandse litteratuur. De Vereniging van Westvlaamse Schrijvers is zich van die grote traditie bewust en tracht daarvoor op regionaal niveau
| |
| |
belangstelling te wekken door de uitgave van de VWS-cahiers, bibliotheek van Westvlaamse letteren. Sinds 1966 verschijnt elke drie maanden een cahier van 16 pagina's, gewijd aan een uit West-Vlaanderen afkomstige litterator. Een inleiding van enkele pagina's, gevolgd door een kleine bloemlezing, een beknopte bibliografie en enkele illustraties, kunnen de belangstellende leek natuurlijk niet meer geven dan een eerste indruk van de schrijver in kwestie, maar voor wie enig begrip heeft voor de culturele situatie in Vlaanderen, is het duidelijk dat een reeks als deze niet hooghartig met een kwalificatie als ‘particularistisch’ mag worden afgedaan. Of de professionele neerlandicus er veel uit op kan steken is natuurlijk een andere vraag. Het belang van de VWS-cahiers voor de litteratuurhistoricus lijkt mij vooral gelegen in de bio-bibliografische informatie over figuren van het tweede en derde plan als Maria Doolaeghe, Eugeen van Oye en Gustaaf Vermeersch, die althans in het Noorden meestal alleen bij name bekend zijn. Men kan zich op de VWS-cahiers abonneren tegen 150 BF per jaargang; redactie en beheer berusten bij R. Seys, De Rumberg, Ringland, 8280 Koekelare.
w.p.g.
| |
Supplement op Retrograde woordenboek
Op het uit 1969 daterende retrograde woordenboek van het Nederlands van de hand van E. Nieuwborg is nu een Supplement op het Retrograde woordenboek van de Nederlandse taal verschenen, samengesteld door W. Smedts. Het bevat meer dan 10.000 ‘nieuwe’ woorden, afkomstig uit het supplement op ‘Van Dale’ uit 1970. De inverte alfabetische ordening maakt dit boek geschikt voor de studie van de produktiviteit van suffixen en bepaalde soorten van samenstellingen, en als zodanig is het een welkome aanvulling bij Nieuwborgs werk. Het boek kan uitsluitend besteld worden bij het Departement Linguïstiek, Afdeling Toegepaste Linguïstiek, Blijde-Inkomststraat 21, Leuven (B - 3000), en wel door overschrijving van 200 Bfr. op postrekening 000 - 1020401 - 58 t.n.v. Instituut voor Toegepaste Linguïstiek, met vermelding op het strookje van Supplement Retrograde Woordenboek.
M.C.v.d.T.
| |
Handelingen van de Zuidnederlandse Maatschappij
Van de Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis verscheen deel XXVIII (1974), waarin zeven van de twaalf opgenomen bijdragen voor neerlandici van belang kunnen zijn. Voor de literair-geïnteresseerde zijn er de artikelen van Marcel De Smedt over ‘Matthijs Siegenbeek als literair-historicus’; van Aug. Keersmaekers over ‘Jan David Heemssen en zijn vertaling: Den Nachtegael vanden Heyligen Bonaventura (1621)’; van Clem Neutjens over ‘Literaire tekst en werkelijkheid’; en een publikatie van ‘Brieven van Hendrik Conscience’, verzorgd door Gilbert Degroote. Voor de taalkundige vermelden we de opstellen van Hilde Dewulf over ‘Een syntaktische evaluatie van de modale bijwoorden’ en van C. Marynissen ‘Opmerkingen bij enkele Oudnederlandse suffixen’, terwijl een klein artikel van Louis
| |
| |
Goossens, ‘Reference in advertising: a functional approach’ voor geïnteresseerden in het verschijnsel reclametaal van belang kan zijn. - Het 300 bladzijden tellende boekwerk kan besteld worden bij het Beheer van de Handelingen: Gilbert Degroote, Herderinlaan 22, Brussel (B - 1080); de prijs bedraagt 350 Bfr. te storten op postrekening 4051.77 t.n.v. de Zuidnederlandse Maatschappij.
M.C.v.d.T.
| |
Mededelingen van de NCDN
In het dertiende nummer van de Mededelingen van de Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde zijn artikelen gepubliceerd van Joep Kruijsen over ‘Sociolinguïstiek na of naast dialektgeografie?’, een vraag die beantwoord wordt door een keuze voor een naast elkaar samengaan van beide disciplines; van A. Hagen en A. Vallen over ‘Dialect, standaardtaal en school. De Nederlandse literatuur van heemtaalkunde tot sociolinguïstiek I’, een kritische literatuurbespreking; van J. Vromans, ‘Kleine Meierijse metrologie’, zijnde een bespreking van een aantal maatnamen, voornamelijk landmaten en inhoudsmaten uit de Meierij; van C. Frissen en J. Vromans, over ‘Trechter/trefter’ als benamingen voor de melkzeef in Brabant; van P.L.M. Tummers ‘Feresne is de oudste naam van Dilsen’; en tenslotte een Kroniek over 1973 betreffende het wel en wee van de NCDN door A. Weijnen. - Het nummer kan besteld worden à raison van f 2,-bij de NCDN, per adres Katholieke Universiteit Nijmegen, Erasmuslaan 40 te Nijmegen (tel. 080-512056).
M.C.v.d.T.
| |
Brabantse spot- en schertswoorden
Als speciaal nummer van de Mededelingen van de Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde verscheen van de hand van J. Berns, H. Brok, P. van Sterkenburg en A. Weijnen: Brabantse spot- en schertswoorden. Het betreft hier een verzameling van deze woorden, die uit het materiaal van het Woordenboek van de Brabantse dialecten gelicht zijn. Te zijner tijd zullen deze woorden alle te bestemder plaatse in dat woordenboek worden opgenomen, maar als min of meer afgerond onderwerp konden ze beter hun plaats vinden in een monografie, waardoor ook voldoende gelegenheid ontstond verklaringen en beschouwingen in te voegen. Het materiaal is in elf categorieën ondergebracht en vult met een alfabetische index aan het slot 72 bladzijden. Het nummer is van belang voor iedere belangstellende in folklore en dialect, speciaal van Brabant. De prijs is f 2,- (exclusief portokosten) en bestellingen kunnen gericht worden aan de NCDN (adres zie boven).
M.C.v.d.T.
| |
Woordindex op de verzamelde gedichten van G. Achterberg
Op het Instituut voor Toegepaste Linguïstiek van de Leuvense Universiteit is een woordindex met frequentielijst op de verzamelde gedichten van G. Achterberg
| |
| |
samengesteld. Het werk, dat tot stand kwam in het kader van het plan het oeuvre van Nederlandse auteurs geheel of gedeeltelijk te indexeren met behulp van de computer, is vervaardigd door Ingrid Denys onder leiding van Dr. Willy Martin. Voorlopig zijn er slechts zes exemplaren afgedrukt; afhankelijk van de belangstelling zal overwogen worden of een handelseditie zal volgen die dan o.m. ook zal bevatten: een frequentielijst der lemmata per bundel, een frequentiedistributietabel van de lemmata, globaal en per bundel, een inverte lijst van de lemmata en woordvormen.
Degenen die het werk aan zouden willen schaffen en zij die het willen raadplegen, kunnen zich in verbinding stellen met Dr. Martin, Blijde-Inkomststraat 21, Leuven.
Te zijner tijd hoop ik in dit blad nader in te gaan op de bijzondere aard en betekenis van deze woordindex. Deze aankondiging heeft voornamelijk ten doel ieder die, evenals ik, bezig is met het samenstellen van een index op de gedichten van Achterberg, toe te roepen dit overbodig geworden werk onmiddellijk te staken.
C.v.d. Ketterij |
|