Van Deyssel bij Couperus
Hoe kan iemand een dik boek volschrijven over een affaire van rivaliteit (en enkele andere zaken), en daarbij een zo voor de hand liggend gegeven over het hoofd zien! Het tweede hoofdstuk van Couperus' semi-autobiografische roman Metamorfoze (1897) heet Het boek van Mathilde, en de roman die daarin (parallel aan Eline Vere in ‘de werkelijkheid’) door Hugo Aylva-Louis Couperus geschreven wordt, heet dan ook Mathilde. Maar zoals wij allen weten is Mathilde de hoofdpersoon van Van Deyssels Een liefde, dat nota bene oorspronkelijk zelfs Mathilde geheten heeft. (De Mathilde-krans van Perk was nu eenmaal geen roman; en verder liep Perk Couperus niet voor de voeten, terwijl Eline Vere door Een liefde, dat er opzienbarend aan was voorafgegaan, werd gestempeld tot de twééde naturalistische roman in Nederland. Merkwaardig is ook dat Aylva een deel van zijn roman al een paar jaar in portefeuille had, wat wel Van Deyssel van Een liefde, maar niet Couperus van Eline Vere kon zeggen. Het is alsof hij toch eerder wil geweest zijn, terwijl hij in werkelijkheid begon aan het eind van dezelfde maand waarin Een liefde - buiten zijn weten, moet men aannemen, want de roman werd niet bepaald gul verspreid - op de 16e verschenen was: december 1887.)
Dat Een liefde eerst Mathilde geheten heeft, staat te lezen in het Nawoord door Harry G.M. Prick in de zojuist verschenen herdruk van de eerste, indertijd beruchte, uitgave van de roman (uitgave Bert Bakker 1974, blz. 3). Ook dit zal Couperus niet geweten hebben, maar dat is waarachtig ook niet nodig. Dat hij in Metamorfoze niet alleen aan zijn eigen Eline Vere maar tegelijk ook aan Van Deyssels Een liefde heeft gedacht, dat had ik moeten bedenken toen ik hoofdstuk IX C van mijn proefschrift schreef: Couperus tegenover Van Deyssel en tegenover anderen. Eén troost: ook Harry Prick, die alles weet en alles ziet, heeft het niet opgemerkt, toen niet en nu niet. Althans, hij heeft het me niet verklapt.
Overasselt, Vogelzang 5
karel reijnders
1 november 1974