De Nieuwe Taalgids. Jaargang 68
(1975)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| ||||||||
Nog een reden voor het succes van Doeg?In een zeer lezenswaardig artikel heeft dhr. Stroop de aandacht gevestigd op de snelle verbreiding van het groetwoordje doeg door de noordelijke randstad (Stroop 1974). Hij geeft een aantal faktoren die hebben bijgedragen tot het succes van deze verbastering van daag. In het hiernavolgende wil ik nog een mogelijke reden voor dit succes uiteenzetten.Ga naar voetnoot* De verandering van daag in doeg kan op de volgende wijze in distinktieve kenmerken worden uitgedrukt:
We kunnen de verandering van [+Laag] naar [-Laag] zien als een assimilatie. Een andere mogelijkheid is te wijzen op de niet geheel zuivere [a], die in de buurt van Amsterdam voorkomt. Daan (1971: 110-111) karakteriseert deze [a] als [a.] of [a >.]. In distinktieve kenmerken kan deze ‘donkere’ [a] als [-Laag], [-Rond] worden gekarakteriseerd, zodat we de verandering ook als (ii) in kenmerken kunnen beschrijven:
Deze laatste verandering zorgt ervoor, dat een uitzondering op redundantieregel (iii), die Brink (1969: 224) voor het Nederlands heeft opgesteld, wordt gladgestreken. Bovendien gaat het hier om een verandering van gemarkeerd naar ongemarkeerd, zoals blijkt uit (iv) (zie Chomsky & Halle 1968: 405):
Leiden, Hugo de Grootstraat 12 f. jansen | ||||||||
[pagina 15]
| ||||||||
Bibliografie:
|
|