De Bint van Bordewijk
In het Jaarboek 1971-1972 van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, dat in 1973 bij Brill, Leiden, uitgegeven is, zou A.L. Sötemann het ‘levensbericht’ verzorgen van de in 1966 overleden dichter J.C. Bloem. Hij heeft die taak zo breed opgevat, dat zijn bijdrage wegens de omvang (40 bladzijden tekst plus 20 bladzijden, in kleine letter, over ‘de chronologie van Bloems gedichten’) niet bij de ‘levensberichten’ is ondergebracht, maar als ‘verhandeling’ is opgenomen onder de titel Over de dichter J.C. Bloem. Onder de zeer gedetailleerde biografische biezonderheden die deze belangrijke verhandeling bevat, wordt op blz. 18 vermeld dat Bloem, na in 1906 het einddiploma van de vijfjarige hogere burgerschool in Amersfoort behaald te hebben, ter voorbereiding van het voor de rechtenstudie vereiste staatsexamen privélessen in Latijn en Grieks ging nemen bij de haagse rector gymnasii Dr. C.J. van Aalst. In parenthesi staat achter de naam van de rector: ‘model - naar men zegt - van Bordewijks Bint’.
De ‘men’ die dat ‘zegt’, heeft het ver mis. Het model van Bint is Dr. A. van Berkum, die in 1897 in Leiden promoveerde op het proefschrift De Middelnederlandsche bewerking van den Parthonopeus-roman en hare verhouding tot het Oudfransche origineel, uitgegeven bij Wolters, Groningen. Deze Van Berkum, die zijn maatschappelijke loopbaan begonnen was als employé op een handelskantoor, is van 1914 of daaromtrent tot aan zijn pensionering in 1923 directeur geweest van wat toen heette de Openbare Handelsschool in Den Haag, een tweejarige ‘bovenbouw’ op een ‘onderbouw’ van drie jaren h.b.s. Tijdens de eerste jaren van dat directoraat, vermoedelijk tot het einde van de cursus 1916/′17, heeft Bordewijk aan die school handelsrecht en staathuishoudkunde gedoceerd. Ook schrijver dezes heeft, na Bordewijk, als leraar gewerkt onder Van Berkum, en herinnert zich nog levendig diens opvattingen omtrent tucht en regelmaat in de school, opvattingen die ook toen al, lang vóor de tijd van ‘inspraak’ en ‘democratisering’, onvoorstelbaar autoritair en rechtlijnig waren. Wie dat zelf heeft ervaren, herkent met volle zekerheid Van Berkum als het model voor Bint in de roman van Bordewijk.
In een gesprek met Bordewijk, gevoerd toen hij eens, niet lang voor zijn overlijden, een lezing hield in Utrecht, werd dan ook de verhouding Van Berkum-Bint van beide kanten ‘stilzwijgend’ voorondersteld, als zijnde dat geen punt van discussie.
Utrecht, Karel Doormanlaan 158
c.b. van haeringen