Huygensiana II
In N.Tg.61,388 wees A. van Selms op een fout in mijn commentaar bij Huygens' ‘Goeden Avond’, regel 76-81, door mijn niet onderkennen van de latinistische constructie in deze vss. Sindsdien attent op dit merkwaardige zinstype, bestaande uit één of meer wensende zinnen aanvangend met zo, gevolgd door één of meer imperatieve zinnen, die als bepaling van voorwaarde bij de wens(en) fungeren, trof ik deze constructie nog driemaal bij Huygens aan. Ik laat hier de plaatsen volgen, met een onvolledige vertaling die slechts beoogt aan te geven hoe de zinnen lopen. Daarop komt het immers thans alleen aan.