Spiegels Lieden op 't Vader Ons: strofe 49
In Ntg 64, 249-257 heb ik het vermoeden geuit, dat het ontbreken van strofe 49 in Spiegels Lieden op 't Vader Ons berust op een opzettelijk weglaten van die strofe door Spiegel zelf in verband met de magische kracht die aan het getal 49 werd toegekend vanaf de oudheid tot in de late renaissance.
Een nieuw gegeven ter ondersteuning van mijn hypothese levert dr. A.C.F. Koch in zijn boekje The year of Erasmus' birth (Utrecht, z.j. [1969]). Hij laat daarin zien, dat ook de door Spiegel zo bewonderde Erasmus niet vrij was van huiver voor het magische getal 49. Zoals men weet bestaan er vele theorieën over Erasmus' geboortejaar door de verwarde en tegenstrijdige mededelingen van Erasmus zelf en zijn tijdgenoten dienaangaande. Dr. Koch heeft nu ontdekt dat Erasmus in 1516 zijn negenenveertigste verjaardag ‘oversloeg’ door zijn geboortejaar een jaar naar voren te verschuiven, een praktijk die hij tussen 1516 en 1534 geregeld toepaste, waarbij hij van elke zeven jaar een zestal maakte met het oog op de zogenaamde anni scalares of climacterische jaren: het eerste kritieke jaar is het negenenveertigste (7 × 7), en heel gevaarlijk was vooral het drieënzestigste (9 × 7). Erasmus sloeg ze, beducht als hij er voor was, eenvoudig over, wat hem wel noodzaakte tegenover de buitenwereld met zijn geboortejaar te gaan goochelen.
Drs. N. van der Blom te Rotterdam, die mij op Kochs ontdekking attent maakte, heeft in Hermeneus 42, 99-106, en 266-268 aannemelijk gemaakt, dat Erasmus hiertoe gekomen is onder invloed van Budé, die hetzelfde had gedaan door zich vanaf zijn negenenveertigste jaar een jaar te ‘verjongen’, aldus de anni scalares mijdend. Als we verder uit mededelingen van Koch en Van der Blom te weten komen, dat Melanchton en de Utrechtse rector Macropedius dezelfde angsten koesterden, wint het vermoeden aangaande het taboekarakter van Spiegels negenenveertigste strofe aan waarschijnlijkheid.
Loosdrecht
b. de ligt
Van der Helstlaan 20