De Nieuwe Taalgids. Jaargang 66
(1973)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 137]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Grensproblemen bij vz-uitdrukkingen1. InleidingIn de Ntg van 1961 (55.3-9.) heb ik onder de titel Voorzetsel-uitdrukkingen in hoofdzaak een beschrijving gegeven van één geval, nl. van op grond van in op grond van die mededeling... Dat heeft niet op + grond + van die mededeling als samenstellende delen, maar op grond van (een vz-uitdrukking) + die + mededeling. Het verschilt daardoor sterk van een onbeperkt zn-patroon als bv. op de vette grond van die boer dat als samenstellende delen heeft: op + de + vette + grond + van die boer. Schematisch voorgesteld: Een vz-uitdrukking als op grond van is syntagmatisch en paradigmatisch star of bijna star: je kunt na op en na grond niks invoegen (syntagmatiek) en op en van helemaal niet vervangen, en grond maar heel beperkt en dan zelfs niet door synoniemen als bodem of door z'n meervoud gronden (paradigmatiek). Het gaat hier om syntagmatiek en paradigmatiek, binnenbouw. Een vz-uitdrukking hoort bij de groep van de vzaz's, en is daarbinnen een ondergroep, doordat die uitdrukking ook hier beperkingen vertoont (buitenbouw). Een gewoon vzaz kent met bv. daar twee plaatsmogelijkheden: splitsing en geen splitsing van het aanw. vn-bw:
Een vz-uitdrukking kent met daar maar één plaatsmogelijkheid: splitsing is hier uitgesloten:
Daarmee hangt samen dat op grond van dat onsplitsbaar bleek als zn-patroondeel (op grond van z'n gedrag) nu wél splitsbaar blijkt als vn-bw-patroondeel (op grond daar van), en dan zelfs per se gesplitst móét zijn: daar op grond van is uitgesloten. Anders gezegd: op grond daar van is in z'n geheel een aanw. vn-bw als op grond van een vz-uitdrukking is. Maar anders is het in bv.:
In de laatste zin is enkel daar van het aanw. vn-bw. Het is een nabepaling bij grond en als zodanig zou het afsplitsbaar moeten zijn. Het valt op, dat dat eigenlijk niet zo is: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(we) (hebben) ons huis op grond {gebouwd} daar van (vrijwel uitgesloten) Bij de vz-uitdrukking is daar van natuurlijk helemaal niet afsplitsbaar: (hij) (werd) op grond {veroordeeld} daar van (uitgesloten) Konklusie voor het aanw. vn-bw: dat met een vz-uitdrukking heeft nog één feit helemaal gemeen met het overeenkomstige onbeperkte zn-patroon en één feit grotendeels:
1. de plaats van daar enz. is precies gelijk: op grond daar van (‘op grond die eigendom is van...’ en ‘vanwege...’) 2. het stuk daar van is moeilijk afsplitsbaar (‘op grond die eigendom is van...’) resp. niet afsplitsbaar (‘vanwege...’).
Na deze uitweiding keer ik terug naar het artikel van 1961, waarin ik verder nog betoogd had dat de vz-uitdrukking op grond van bovendien sterk verschilde van een vzaz-patroon als bv. een uur na waarin na kern is (onweglaatbaar) en een uur voorbepaling (weglaatbaar). Daarentegen is in op grond van het woord van geen kern en op grond geen voorbepaling: het is onweglaatbaar:
Tot zover de hoofdzaken van dat oude betoog plus een uitweiding die het nu volgende betoog naar ik hoop verheldert. Ik moet bekennen dat de vlag van het artikel uit 1961 de lading van de inhoud niet dekt: ik heb toen de enorme verschillen onderschat, zelfs binnen het hele beperkte stukje taalmateriaal dat we vz-uitdrukking noemen. Dat verzuim wil ik nu voor een heel klein deel proberen goed te maken. Allereerst geef ik onder punt 2 een opsomming van wat we zonder diskussie meestal vz-uitdrukking noemen. Onder punt 3 geef ik drie vergelijkingen waarbij op grond van betrokken is: eerst onder 3.1 een met op adem dat wel een uitdrukking is maar geen vz-uitdrukking. Daarna onder 3.2 en 3.3 een met twee schijnbare vz-uitdrukkingen (resp. in ruil voor en onder leiding van) die niet alleen allebei van op grond van verschillen, maar bovendien nog onderling. Onder punt 4 volgt dan de bespreking van de vraag of het na de ontdekkingen van de twee nummers daarvoor, nog altijd zin heeft om die ene naam vz-uitdrukking te blijven gebruiken voor gevallen die zó sterk uiteenlopen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Een bont gezelschapHet lijkt me goed om te beginnen met een inventarisering van wat we ‘intuïtief’ meestal bij de vz-uitdrukkingen rekenen. De opsomming is alfabetisch en heeft niet de pretentie van volledigheid. Tussen haakjes zet ik paradigmagenoten van bepaalde woorden, toevoegbare en weglaatbare bwbn's enz. Hele duidelijke tekstgevallen laat ik zoals altijd achterwege (zo bv. in weerwil van, ten bedrage van), maar ik erken graag dat hier nogal wat subjektieve verschillen zijn. Die zaak heeft hier weinig betekenis: daarom heb ik grensgevallen zonder aarzeling wél opgenomen. Wie hier en daar twijfelt (‘ís dat nou wel een vz-uitdrukking?’) mag bedenken dat ikzelf soortgelijke twijfels heb en dat juist één van de konklusies uit dit kleine onderzoek, het verstérken van zulke twijfels zal zijn. Ik krijg dan de volgende reeks: als (onmiddellijk) gevolg van, buiten (met) meeweten van, bij de gratie van, door gebruik van, door (na) instemming met, door middel van, door opzegging van, door toedoen van, door toepassing van, in geval van, in overeenstemming met, in ruil voor, in strijd met, in (absolute, volstrekte) tegenspraak met, in (lijnrechte, scherpe) tegenstelling tot (met), in verband met, in verhouding tot, in (vol, het volste) vertrouwen op, met behoud van, met betrekking tot, met gebruikmaking van, met inachtneming van, met medewerking van, met toestemming van, na inhouding van, na inneming van, na (door) opzegging van, na uitbetaling van, naar aanleiding van, (al) naar gelang (van), onder aanvoering van, onder leiding van, onder toezicht van, onder verwijzing naar, onder (nadrukkelijk) voorbehoud van, onder (de, nadrukkelijke) voorwaarde vanGa naar voetnoot1, op basis van, op grond van, op de hoogte vanGa naar voetnoot2, op vertoon van, op verzoek van, op voorspraak van, tegen (uit) betaling van, ten bate van, ten behoeve van, ten gevolge van, ten gerieve van, ten koste van, ten nadele van, ten voordele van, tot schade van, tot verbazing van, tot voldoening van en tot vreugde van. De varianten niet meegerekend hebben we hier 54 stuks mogelijke vz-uitdrukkingen. Daarvan hebben er 43 ofwel bijna 80% van als enigste of als mogelijk laatste deel. Voor morfologen is het feit van belang dat 24 van de 54 zn's (ofwel bijna 41%) op -ing uitgaan. Ik laat die twee feiten nu maar voor wat ze zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Drie vergelijkingen3.1. Op grond van... en op adem enz. Ook op een andere plaats heb ik een bont gezelschap vaste uitdrukkingen opgesomd en er een enkele van besprokenGa naar voetnoot3, nl. het type op (buiten) adem; op afstand, bij avond, op avontuur enz. Het type bestaat uit een vzaz waar meteen een enkelvoudig zn op volgt dat geen eigennaam, stofnaam, of iets dergelijks is, dat m.a.w. buiten deze | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uitdrukkingen bijna altijd een lid van het paradigma die/dat nodig heeft. In Jan (eigennaam), in water (stofnaam) enz. kunnen die/dat makkelijk missen, maar in adem, in afstand, in avond hebben praktisch altijd die/dat of een paradigmagenoot daarvan nodig: in je adem, in die afstand, in de avond enz. Om die reden is het type op adem dus iets biezonders en wel een vaste uitdrukking. Adem kent hier geen voor- of nabepalingen:
Meestal beperkt op adem ook het hoofdww van de zin waarvan het een deel is, nl. tot komen: (hij) (kon) gelukkig weer vlug [op adem] {komen} Bij buiten adem is dat niet of bijna niet het geval: buiten adem (kwam) (ie) [binnen] {lopen} Op adem is dus meestal een deel van een ww uitdrukking, buiten adem is dat nooit. We vinden een parallel hiermee in op de hoogte van... bij de vz-uitdrukkingen (zie blz. 139, noot 2) tegenover de meeste andere vz-uitdrukkingen, en met name ook tegenover op grond van. Andere parallellen tussen op adem en op grond van... heb ik eigenlijk al aangewezen toen ik erop wees dat voor- en nabepalingen bij adem ontbreken (ze doen het ook bij grond, zoals we weten); ook de paradigmaloosheid of de sterke paradigmatische beperking van de leden van de twee uitdrukkingen zijn overeenkomsten. Meestal kunnen de types op adem en op grond van... ook geen vv zijn; op adem is een uitzondering, daarom voeg ik aan m'n voorbeelden op school toe: Ga naar voetnoot1 Tot slot verwijs ik nog naar de Beknopte (2.14.2.1) voor de parallel met de niet-ww rest van het type slager, eveneens zonder vertegenwoordiging van het paradigma die/dat waarin andere voorbepalings-paradigma's (bv. tweede, goeie enz.) en de meeste nabepalings-paradigma's eveneens uitgesloten zijn: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op grond van... en op adem (en voor een belangrijk deel ook slager) blijken dus veel syntagmatische en paradigmatische beperkingen gemeen te hebben. Het grote verschil blijft vanzelfsprekend het stuk van... met z'n ‘vaste vzaz’ dat in op grond van... onmisbaar is en in op adem ontoevoegbaar.
3.2. Op grond van... en in ruil voor... Is een element in een zn-patroon achter het zn, weglaatbaar en afsplitsbaar naar de uitloop, dan noemen we het - als het geen halve nevenschikking is - een nabepaling:
Van m'n broer is dus nabepaling bij jongens. Wat blijkt als we diezelfde proeven nemen bij op grond van... en bij in ruil voor...? De uitslag bij op grond van... kennen we eigenlijk al, maar terwille van de vergelijking met in ruil voor... geef ik opnieuw een voorbeeld:
Ik kan het verbandzinsvoorbeeld volledig maken: ik gaf hem een postzegel en toen kreeg ik die pen in ruil De weglaatbaarheid van voor een postzegel is dus voorwaardelijk, de afsplitsbaarheid is heel reëel. In die twee opzichten staat deze vz-uitdrukking dus gelijk met het onbeperkte zn-patroon waarmee we deze paragraaf begonnen en lijnrecht tegenover die andere vz-uitdrukking op grond van... Tegenover deze duidelijke verschillen tussen de twee vz-uitdrukkingen staan evenwel even duidelijke overeenkomsten: ook in ruil voor... kent geen bwbn's als voorbepaling en geen andere nabepaling als die met het vaste vzaz:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heel twijfelachtig is in elk geval: (je) (krijgt) al m'n boeken in ruil dat ik elke week op jouw kamer mag studeren (?) Hier zou invoeging van ervoor de zin toch veel aannemelijker maken: in ruil ervoor dat ik elke week... De dat-zin is duidelijk de pendant van het zn-patroon met het vaste vzaz voor; zo beschouwd blijft de regel van zoëven vrijwel in stand: ruil heeft geen andere nabepaling als die met het vaste vzaz. Ook met taal- of situatieverband kan in ruil zonder nabepaling nooit vv zijn; in de ruil daarentegen wel:Er hoeft geen samenhang te zijn tussen dit feit en de paradigmatische beperking die in ruil het hoofdww oplegt: erven, geven, krijgen, ontvangen, sturen en nog een enkel ander ww misschien, zijn de mogelijkheden. Immers: ook types vz-uitdrukkingen die zo'n hoofd-ww-beperking niet kennen, zijn als vv meestal uitgesloten, zoals we weten.
3.3 Op grond van... en onder leiding van... Ook in onder leiding van... heeft van... de twee klassieke eigenschappen van de nabepaling, in tegenstelling met van... in op grond van...:
Wat het middelste voorbeeld betreft: er is op elk geval van weglaatbaarheid wel enig kommentaar te geven. Hier beperk ik me tot twee punten. Gaat het om een orkest dan is dat voorbeeld een beetje vreemd omdat musici bijna altijd onder leiding spelen. Een vlotter voorbeeld krijgen we als we gespeeld door bv. gewerkt vervangen. Letten we op het woordgroepaksent in onder leiding van Mengelberg, dan krijgen we door afknipping van de nabepaling in een bandopname m.i. geen aanvaardbare zin. Die ontstaat pas door verzwaring van de klemtoon op lei-. Dit zijn evenwel details die niet tegenspreken dat van Mengelberg nabepaling is in tegenstelling met van... in op grond van... Op het punt van voorbepalingen en - in samenhang daarmee - ook van een tweede nabepaling verschilt onder leiding van... van op grond van... en van in ruil voor... Ik geef een paar voorbeelden: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En wat de eerste nabepaling betreft:
Wat de buitenbouw van onder leiding van... betreft: dat is nooit vv: Onder leiding van... is aanzienlijk minder star als op grond van... doordat het nog vrij veel mogelijkheden bij de voorbepalingen kent en doordat ook de nabepalingen aanzienlijk meer mogelijkheden laten zien als die van op grond van... en zelfs als die van in ruil voor... Daarmee hangt ook het verschil in semantische verstarring samen: op grond van... ‘vanwege’ is ook semantisch veel meer een geheel als onder leiding van... waarin we de semantische apartheid van de delen veel duidelijker zien. Tot besluit moeten we nu alle besproken types samenvattend gaan vergelijken voor we een antwoord kunnen gaan geven op de vraag of het ogenblik rijp is voor een definiëring van het begrip vz-uitdrukking, en zo ja, of de besproken types daar dan alle drie onder moeten vallen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Konklusies en besluitDe beste basis voor konklusies is een samenvattend schematisch overzicht; allereerst van toevoegbaarheid van bepalingen: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bij de weglaatbaarheid en de afsplitsbaarheid van het laatste stuk ziet het schema er als volgt uit:
Verder kan geen van de drie aspirant-vz-uitdrukkingen vv zijn en kan op adem het nauwelijks.
In het eerste schema vormen de drie aspirant-vz-uitdrukkingen niet één geheel, want onder leiding van... vertoont een beperkte mogelijkheid tot toevoeging van voorbepalingen. In dit punt staat het tegenover de twee andere die zich hierin weer volledig aansluiten bij de types slager en op adem. In het tweede schema vormen die drie uitdrukkingen evenmin één geheel, maar nu staat op grond van... tegenover de twee andere doordat het laatste stuk geen van de twee eigenschappen kent van de normale nabep. (Grond ‘reden’, ‘argument’ komt buiten deze uitdrukking in taal vrij weinig voor;Ga naar voetnoot1 op grond van... is semantisch veel sterker een eenheid als in ruil voor... en onder leiding van... Ik laat buiten beschouwing, waar hier eventueel oorzakelijke verbanden liggen en wijs nog op soortgelijke feiten bij alle aspirant-vz-uitdrukkingen met te en ten). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 145]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Konklusie: de grensproblemen bij vz-uitdrukkingen zijn nu zéker nog niet op te lossen, want grenzen trekken binnen het onderzochte drietal uitdrukkingen is al erg moeilijk gebleken. We mogen verwachten dat een onderzoek van álle uitdrukkingen die misschien deze naam verdienen, soortgelijke verschillen zal laten zien: overgangen als men wil naar onbeperkte zn-patronen zoals op de grond daarvan dat al een moeilijkheid had laten zien bij de afsplitsbaarheid van daarvan. Bij volstrekte onafsplitsbaarheid en onweglaatbaarheid van het laatste stuk (zoals in de uitdrukking op grond van... en zoals in de types met te en ten) lijkt de benaming vz-uitdrukking volkomen veilig, maar zodra die twee eigenschappen niet meer onvoorwaardelijk aanwezig zijn, is een reserve bij het gebruik van die naam gewenst, te meer nog als er een beperkte toevoegbaarheid blijkt te bestaan van voorbepalingen, zoals in onder leiding van...
juli 1971
Eindhoven, Anna van Engelandstraat 27 P.C. Paardekooper |
|