De Nieuwe Taalgids. Jaargang 66
(1973)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 55]
| |
Taalpolitiek en taalgegevensPaardekooper's als/dan-kruistocht heeft met Groter als (NTg 63, 1970, blz.329 vlgg.) een voorlopig eindpunt bereikt. De belangstellende lezer vraagt zich wel af wat hij eigenlijk beoogt. Een officieel waarmerk voor groter als naast groter dan? Het zou de ontsporingen bij even groot als waarschijnlijk doen toenemen. Vervanging van groter dan door groter als? Het is ondenkbaar, hoe men nu ook tegenover kunstmatigheid van dan in heden en verleden staan mag. Trouwens - van kunstmatigheden gesproken - waar is het einde? Er zou haast plaats zijn voor een Bond tot bestrijding van onnatuur in de taal (B.B.O.). De aanvaarde spellinguitspraak van men moest de Bond maar laten zitten en ze zou zich verdraagzaam kunnen opstellen ten opzichte van een bejaarde loze exogene insluiper als zich. Maar de intervocalische d, door Paardekooper zonder of met gewetensbezwaren gebezigd, zou een actie rechtvaardigen. Ook aan het adverbium er, door Paardekooper onbekommerd of bekommerd gebruikt in zijn geschriften, zou zeker wat gedaan moeten worden, gehoord het wijdverbreide der van gesproken taal en dialect. Terloops zou de Bond dan ook het gebruik van d'r voor haar eens goed moeten regelen, teneinde ongelijkmatigheden als in haar betoog naast mevr. S. d'r betoog (a.a., blz.331) tegen te gaan. Het is duidelijk: de Bond zou een vruchtbare tijd tegemoet gaan. Bedoeling van dit artikel is niet, Paardekooper een onschuldig stokpaardje te misgunnen, maar bezwaar te maken tegen de manier waarop hij een aantal taalgegevens, vooral historische, in zijn taalpolitiek engagement betrekt. Volgens de schrijver tonen ‘talloze hypercorrecties’ vanaf de middeleeuwen aan, dat als na een comparatief door de kunstmatige dan-regel werd onderdrukt (vgl. a.a., blz. 329 en 333 vlg.). Op bladzij 335 wordt zelfs met Paardekooperiaanse overdrijving vastgesteld, dat ‘praktisch alle taalgebruikers’ lijden aan zo groot dan. Praktisch alle taalgebruikers hebben dan blijkbaar een groter-als-achtergrond, of ze nu van huis uit een dialect spreken of niet. Een veelstemmig hypercorrect koor roept door de tijden: geef ons groter als terug! Het zou al beginnen in de middelnederlandse teksten. Daar is groter als zo goed als afwezig. Paardekooper veronderstelt dat de auteurs hun groter als stelselmatig maskeerden met groter dan. Dat is dan blijkbaar wel feilloos gelukt. Hypercorrecties plegen voort te komen uit vrees voor fouten. In Paardekooper's voorstelling zouden we in de middelnederlandse teksten niet de fout zelf (groter als) vinden, maar alleen de bijbehorende hypercorrecte fout (also groot dan). Dit alleen al maakt zijn kijk op de als/dan-kwestie in de middeleeuwen twijfelachtig. Het loont de moeite de door P. in zijn artikel bedoelde hypercorrecties uit het Mnl. W. eens nader te bekijken. Te oordelen naar de formulering op bladzij 333 (a.a.) zouden het er heel wat zijn. Ik beperk me tot de door P. aangehaalde kolommen. Deel 2,51 vermeldt welgeteld drie gevallen met noch also...dan, wanneer men het eerste voorbeeld, door P. terecht als onjuist bestempeld, terzijde laat. Verder worden een paar gevallen van dan na een positief vermeld die het Mnl. W. onder de ‘onlogischheden’ rangschikt. Ze staan grotendeels in de door P. niet genoemde kolom 52. Deze dan's kan men dan ook kwalijk als hypercorrecties beschouwen. Deel 1,371 geeft eveneens twee voorbeelden met noch also... dan, waarvan er trouwens al een in deel 2 genoemd is. Dit zijn dan alle hypercorrecties van het Mnl. W., vier in totaal en alle vier in | |
[pagina 56]
| |
soortgelijk syntactisch verband. Dit pleit allerminst voor hypercorrectie maar wel voor bijgedachte aan een comparatief, de verklaring van het Mnl. W. en van F.A.Stoett (Middelnederlandsche Spraakkunst. Syntaxis, Den Haag, 1923, blz 92 vlg.). De betekenis van noch also is immers ‘nog eens zo, dubbel zo’. Voor de hypercorrecties in de zeventiende eeuw verwijst Paardekooper naar het WNT. (dan, kolom 2275). Onder c (gebruik van dan ‘Bij de ontkenning eener gelijkheid. Gewoonlijk gebruikt men in dit geval als.’) worden vijf dan-gevallen genoemd, alle vijf behorend tot eenzelfde categorie, namelijk die met voorafgaande ontkenning (in deze gevallen: niet of niets). Dat moet de beschouwer toch huiverig maken er meteen maar hypercorrecties in te zien. Waarom zouden die zich zo graag binnen een dergelijk negatiekader ophopen? Op deze dan-gevallen kom ik terug wanneer in het vervolg Paardekooper's moderne voorbeelden aan de orde komen. Dat het WNT. tegenover niet zozeer...dan wel welwillend staat (a.a., blz.333) is wellicht minder merkwaardig dan Paardekooper meent. In kolom 2274 wordt dan = ‘maar’ genoemd, en bijgedachte aan dit dan (‘maar’), dat tegenstellend is, kan bij verbindingen als niet zozeer...dan heel goed ontstaan. Men vergelijke het voorbeeld van het WNT., uit Wolff en Deken: Haar hoofdvermaak is niet zo zeer rijkdom..., dan wel...pret hebben. Als zo zeer er in deze zin eens niet bij stond, zou iedereen dan (‘maar’) volkomen correct moeten vinden (vgl. WNT., kolom 2274, D-2), nu zo zeer er wel staat mag men opvatting van dan als ‘maar’ niet eens bij voorbaat uitsluiten. Dit dan hypercorrect te noemen getuigt van onverholen vooringenomenheid. In de Aanm. (nog steeds kolom 2275) staan twee zinnen waarbij men hypercorrect gebruik van dan zou kunnen veronderstellen, o.a.: Men is den vyanden...den verdienden lof zoo wel schuldig te geven, dan den vrienden (Brandt). Bij het tweede voorbeeld (met al zo...dan) ligt hypercorrectie al weer veel minder voor de hand. Het is afkomstig van Wolff en Deken en hun tijdgenoot Huydecoper beredeneerde het gebruik van dan na voorafgaand al zo. Dat is iets anders dan hypercorrect gebruik. Zie de nog nader te noemen Proeve van Huydeoper deel 3, blz.395, noot. De verzameling-Huydecoper zou volgens Paardekooper een groot aantal hypercorrecties met dan omvatten, met ‘taal- en letterkundigen van naam onder de zondaars’. P. doelt op passages in Huydecoper's bekende Proeve, deel 1 (Leiden 1782), blz.302, 393 en 395. Met de notering klopt het niet helemaal. In deel 1 (2de druk) staat op de bladzijden 393 en 395 niets over als/dan. Vermoedelijk bedoelt Paardekooper de bladzijden 393(,394) en 395 van deel 3 (Leiden 1788), waar wel over als/dan gesproken wordt. In deel 1 dan, blz.301 vlg., wordt in een aantekening door F. van Lelyveld bepleit, dat na noch also scone (vgl. hierboven) het gebruik van dan ‘regelmatig’ zou zijn. Dit naar aanleiding van een plaats uit Melis Stoke. Met noch also scone zou ‘geenszins eene gelijkheid, maar eene allerduidelijkste ongelijkheid gesteld’ worden, reden waarom Huydecoper de voorkeur gaf aan ruim zoo groot dan. Met andere woorden: gebruik van dan op grond van een welbewuste keuze. Van die keuze kan men als modern taalbeschouwer uiteraard denken wat men wil, maar naar deze passage in het werk van Huydecoper te verwijzen in een betoog over het hypercorrecte dan is toch te dol. Althans wanneer Paardekooper met de term hypercorrectie even zindelijk te werk wil gaan als indertijd met de veel | |
[pagina 57]
| |
misbruikte term assimilatie. Proeve 3, 393 vlgg. geeft inderdaad een aantal zo...dan-gevallen, waarbij opnieuw opvalt dat het voornamelijk voorbeelden met voorafgaande ontkenning zijn. Er zijn ook nog zinnen bij met meer dan eens zoo sterk dan en ruym zo veel dan, waar het gebruik van dan (vgl. Proeve 3, 395) op bewuste keuze berust of kan berusten. Opnieuw komt de ontkenning in het geding wanneer we Paardekooper's moderne dan-ontsporingen (a.a., blz.334) bekijken. Bij de meerderheid gaat het om ontkenning van een gelijkheid (niet, n ets, geen en vgl. ook zelden of nooit), zoals we dat ook in het WNT. al tegenkwamen. Bij ontkenning van gelijkheid wedijvert blijkbaar, net als vroeger wel (vgl. de voorbeelden van het WNT, eerder genoemd), dan met als. Dat er op dat punt continuïteit tussen vroeger en nu bestaat ligt voor de hand, maar zal nog met tal van bewijsplaatsen aannemelijk gemaakt moeten worden. In afwachting daarvan is het op zijn zachtst gezegd voorbarig, deze dan's alvast maar hypercorrect te noemen. Bijgedachte aan een comparatief levert waarschijnlijk de enige aannemelijke verklaring voor het feit dat zovele ‘foutieve’ dan's zich juist vertonen wanneer een gelijkheid ontkend wordt. Uit mijn materiaal, waarin ze vrij talrijk zijn, noem ik er nog een paar uit de zeventiende eeuw: Geen roof-vogel is in Egypten zoo overvloedigh, dan deze heilige Havik; hoewel.../ Deze tweede zomer is eendrachtiger, bestendiger en ook zoo heet en schadelijk voor de lichamen niet, dan d'eerste zomer./ Geen volk ter werelt is zoo vaerdigh in het zwemmen, dan d'Egyptenaers,.../ Geen plaets byna is'er in geheel Barbarye, daer zoo een groote meenighte van Kamelen gevonden wort, dan in Marok, waer van...Ga naar voetnoot1. Glibberige gevallen als het volgende konden de onzekerheid alleen maar in de hand werken: Nooit heeft men zo veel hooren klagen dan in deezen tyd, van Menschen die Zwaarmoedig en Hypoconder zijn,...Ga naar voetnoot2 In deze zin kan men dan (‘behalve’) ook bij nooit trekken. Dat bij een uitvoerig materiaal van ‘foutieve’ dan's de bijgedachte aan een comparatief ook bij andere rubrieken een rol zal spelen staat voor mij vast. Ik denk aan Paardekooper's derde moderne voorbeeld, met ruim zooveel...dan. Ook dat type keert in de teksten telkens terug: Hier in kan men sien welk een gonst ik de vrouwen toe draag, wijl ik heur deel wel eens zoo groot, dan dat van de Mannen heb gemaaktGa naar voetnoot3 / Dit dagt my naar onze maniere, en naar den aart der welsprekendheidt, zich wel zo wel te schikken, dan of ik gezegt hadde dat...Ga naar voetnoot4 /...en dan is dit goed om..., en ruim zo goed dan aan dezelve Wurm-Kruid in te geevenGa naar voetnoot5 /...al ruim zoo veele onaangenaame gevolgen met zich sleepte, dan in Europa in de maanden | |
[pagina 58]
| |
November en DecemberGa naar voetnoot6 /...dat een kerncentrale wat de hoeveelheid betreft tien miljoen maal zo weinig afvalstoffen produceert dan een oliecentrale (Trouw/29-3-1972,3).
Er is aan het als/dan-probleem in het verleden nog wel het een en ander te doen. De als/dan-labiliteit, die vooral in de zestiende en zeventiende eeuw een tijdlang geheerst heeft, liet bijvoorbeeld ook dan (= ‘behalve’) niet onberoerd. Zowel bij niet (WNT. kolom 1948 vlg., vgl. ook 1943), bij niemand (kolom 1934, 2-d) als bij geen (kolom 675) vermeldt het WNT. dat voor dan (‘behalve’) vroeger ook als werd gebruikt. In Den Engelsen ende Ne'erduitschen onderrichter, enz./The English, and Low Dutch instructer, enz. (R'dam, 1678) wordt dat door de onbekende auteur zelfs min of meer gecodificeerd (blz.95, i.v.m. als): sometimes as maar/ for but in English: as sy konnen ons niet beoorlogen/ als ter Zee/ i.e. maar ter Zee. Dat de voor vele Nederlanders exogene regel: dan na comparatief wel eens tot hypercorrecties leiden zal, wil ik Paardekooper niet in het minst ontstrijden. Op weg naar het ABN maakt een dialectspreker nog wel meer mee. Maar het heeft weinig zin zonder toereikend feitenonderzoek het hypercorrect ongerief als epidemisch en ondraaglijk voor te stellen en zelfs de voorgeschiedenis in die richting te gaan dwingen.
Leersum, Lomboklaan 25 L. KOELMANS |
|