Het lijkt mij juist ook de twee -Tom-‘gevallen’ tot de -mat, -matic-groep te rekenen, daar ze toch duidelijk een deel vormen van automatic, waaruit ook de -mat, -matic-groep werd opgebouwd. Dit brengt de totale frekwentie op 34.
De groep uitgaande op -seul is met 27 gevallen vertegenwoordigd. Het lijkt mij niet al te gewaagd aan te nemen dat aan seul hier een betekenis moet worden gehecht als in: Cela va tout seul = dat gaat van een leien dakje. Deze vorming als ‘ça va seul’ gelanceerd (schoencrème) heeft in de franse publiciteitsmedia veel navolging gevonden. De toevoegingen Miele en Bendix mogen ongetwijfeld op rekening worden geschreven van de fabrikanten van wasmachines die dezelfde firmanaam voeren en die mogelijk in bedoelde vestigingen sterk zijn geïnteresseerd.
De tussenklinker -o- blijkt een zeer hoge frekwentie te hebben. In de nagegane gevallen komt ze 63 maal voor (als vast woorddeel of van de samenstellende delen op een of andere wijze gescheiden). Het ligt voor de hand dat deze -o- als klankdragend element van auto behouden bleef, waarbij overigens de engelse vormingen met o' een groot gewicht in de schaal gelegd zouden kunnen hebben.
Voor de -orama-constructies lijkt het niet uitgesloten, dat men via panorama, aut(o)-orama tot Was-O-Rama gekomen is, maar ook in deze gevallen zal de gemakkelijke verbindingsmogelijkheid van de vocaal O wel een rol gespeeld hebben. Voor de constructies met o-net en o-seul lijkt mij dat zeer voor de hand liggend.
Een en ander maakt uiteraard een nogal hybridische indruk, maar men mag niet uit het oog verliezen dat het de publiciteit nauw aan het hart gaat, woorden te construeren die ‘gemakkelijk in de mond liggen’, waardoor ze een snelle verbreiding krijgen.
Een enkel geval wilde ik nog graag vermelden:
Salavit lijkt mij een weergave van ça lave vite (dat wast snel); in selfserve laundri hebben we waarschijnlijk te maken met een spellingbeeld dat de fransgetinte uitspraak van laundry aan het licht brengt. Is Wasserama een slordige spelling van was-o-rama of een bewuste poging tot een meer nederlands aandoende vorming tussen zoveel ‘buitenlands’?
Ik ben ervan overtuigd dat er over deze materie nog veel meer te zeggen valt. Zo maakte een korte bestudering van de telefoongids van Antwerpen b.v. al duidelijk dat het engelse element in de naamgeving daar sterker op de voorgrond treedt dan in Brussel.
Het lijkt mij interessant, indien aan de namen van dit type voor het gehele nederlandse taalgebied een studie zou worden gewijd, eventueel in vergelijking met de naamgeving in deze sector van het bedrijfsleven in de angelsaksische landen en Frankrijk.
Hoeilaart (1990), Schimpstraat 27A
a.w. ter horst