Mimi Douwes Dekker en Willem Paap
In mijn boek over Willem Paap, Amsterdam 1959, handelde ik in Hoofdstuk VIII (Samen met Mimi) uitvoerig over diens intieme relatie tot de weduwe Dekker, die eind 1887 - na haar terugkeer in Nederland - met haar pleegzoon Wouter bij hem kwam inwonen, in een huis aan de Leidsekade te Amsterdam.
‘Briefwisseling tussen beiden - althans uit de periode na 1887 - is niet bekend. De overgeleverde gegevens zijn spaarzaam...’, formuleerde ik destijds (pag. 135).
Een toevallige vondst in de epistolaire nalatenschap van de arts H.G. Samson (o.m. bekend geworden als Kloos' geneesheer) - U.B. Amsterdam - bracht 4 brieven van Mimi aan het licht, die dan wel niet tot Willem Paap zijn gericht, maar in ieder geval over hem handelen. En als zodanig een document humain vormen.
Bezorgde, echt-vrouwelijke (moederlijke?) brieven zijn het, die geen wereldschokkende nieuwe gegevens bevatten, maar in hun hartelijke toon terloops iets wezenlijks mededelen over de goede sfeer, die dit samenzijn van Paap en Mevrouw Dekker tien jaar lang heeft gekenmerkt.
De volgorde is moeilijk vast te stellen. In de map ter U.B. lagen de brieven buiten de 4 envelopppen. Drie droegen een poststempel (21 juni 1888, 25 juni 1888, 29 januari 1889); de vierde werd niet per post verzonden.
Geachte Heer!
Ik was voor ongeveer 8 dagen aan uw huis maar noemde mijn naam niet, daar ik dit liever niet deed zonder u te gelijk intelichten over het doel van mijn komst. Sedert heb ik herhaaldelijk plan gehad mijn tocht te hervatten maar vreesde dan U weer niet te treffen. - Dezaak is dat ik mij ongerust maak over Paap en U verzoeken wilde toch af en toe eens aantekomen. Het is niet dat hij weer aanvallen van pijn gehad heeft als op den avond toen wij uw hulp inriepen, maar hij is veelal gedrukt en voelt zich klaarblijkelijk onlekker. - Daar hij altijd hartelijk over U spreekt, neem ik aan dat ook U belang in hem stelt en dit geeft mij moed U te verzoeken toch af en toe eens te komen oploopen, als vriend om hem te zien. - Ik zeg hem niet dat ik u schrijf, want hoe luchtiger hij over zijn eigen toestand denkt, hoe beter het voor hem is, naar ik vermoed; mits hij slechts doet wat noodig is. Ik wil hem dus niets doen merken van mijn ongerustheid. Als u hier komt, hoop ik in de gelegenheid te zijn u ook te spreken.
Met de meeste hoogachting,
Waarde heer
Uw dienstwillige
M. Douwes Dekker.
woensdagavond.
maandagavond
Beste heer Samson; Ik was gister zoo blij met uw bezoek daar U Willem wat opgewekt had - maar toen hij kort daarna de therm. aanlei bleek hij weer koorts te hebben. - Van morgen scheen hij er zich tegen in te willen zetten, hij kleedde zich en ging aan 't werk - maar toen hij om 12 uur kwam koffiedrinken kwam de koorts weer en heeft hem den heelen dag (het is nu half 12 's avonds) niet vrij gelaten - en dat in weerwil van de vermeerde hoeveelheid kinine.
Zoo als u weet had hij gister avond de natte doek om den hals afgelaten, maar van daag bevond hij zich daar slecht bij - dat niet goed te omschrijven gevoel in de keel kwam te-