Een italianisme bij Couperus?
De taalkunde kent heel wat -ismen zoals hebraïsmen, graecismen, latinismen, gallicismen germanismen, anglicismen, ingvaeonismen, frisismen en nog andere, maar naar een italianisme ten onzent zal men moeten zoeken. Een, zo we menen naar het Italiaans gevormde konstruktie komt bij Couperus voor, wat ons niet zo behoeft te verwonderen daar Couperus geruime tijd in Italië heeft vertoefd. In De boeken der kleine zielen5 (P.N. van Kampen & zoon n.v. Amsterdam) blz. 56 leest men: Hij deed (= was) maar het kleine kindje; blz. 68 Die Emilie doet (= is) net een gemene meid; blz. 98 en hoewel zij in haar zenuwen als dol was geworden door hun onhebbelijke manieren en grove stemmen, had zij zich ingehouden en de lieve tante gedaan (= was zij de lieve tante geweest). Deze zinnen doen ons, Nederlanders, vreemd aan, maar worden begrijpelijk, duidelijk als we weten dat ze gevormd zijn naar model van het Italiaans: fare il maestro = de meester doen = onderwijzer zijn, fare il pittore = de schilder doen = schilder zijn. We hebben hier o.i. te doen met een zegswijze die, gelijk gezegd, wel in overeenstemming is met het Italiaans maar strijdig met het Nederlands, met een onidiomatische vertaling dus, met een Lehnübersetzung.
Deventer, Zwolseweg 108
a.p. de bont