De Nieuwe Taalgids. Jaargang 63
(1970)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 140]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een ‘Zuidnederlandse’ konstruktie in een paar Zuidnederlandse dialektenMeestal beschouwt men de splitsing van twee delen van een dubbele werkwoordgroep als een syntaktisch kenmerk van Zuidnederlands taalgebruik. Daarbij kunnen gesplitst zijn: 1. in een bijzin, Vf en de volgende infinitief (omdat ze die man niet wilden naar huis sturen - dat die kerel nog zal minister worden - als hij u daar nog iets kan over vertellen) - 2. in hoofd- of bijzin, twee infinitieven (hij zou wel willen bij ons komen - ze zouden kunnen moe worden - omdat ik er mij nadien niet meer moeten om bekommeren heb). Ook splitsing tussen Vf en voltooid deelwoord, waarop een infinitief volgt, noemt men Zuidnederlands (dat hij dat zou voor mij gedaan hebben). Mogelijkheid tot splitsing is er natuurlijk maar, wanneer een hulpwerkwoord een ander werkwoord voorafgaat. Dat we die woorden in de scheidingen zouden moeten beschouwen als ‘vreemde eenden in de bijt’Ga naar voetnoot1 mag men nochtans betwijfelen, vooral na het artikel van L. KoelmansGa naar voetnoot2, die met enkele voorbeelden aantoont dat ook in het Noorden zinnen met splitsing gebruikt worden, zij het met ‘min of meer vaste verbindingen’Ga naar voetnoot3 als tot stand brengen, ter beschikking stellen, blijk geven enz. Terecht merkt de auteur ook op, dat het moeilijk is voor het hedendaagse beschaafde Nederlands uit te maken welke konstrukties met splitsing aanvaard of niet aanvaard kunnen worden. Dat die splitsing geen Zuidnederlandse innovatie is, bewijst Koelmans met talrijke voorbeelden uit 17e-eeuwse Noordnederlandse geschriften. Nochtans vormen die gevallen met splitsing in die periode een minderheid. In de 18e en de 19e eeuw worden die gevallen nog zeldzamer, wat dus illustreert hoe in het Noorden de tendens om de verbale delen van een dubbele werkwoordgroep bijeen te houden, steeds sterker is geworden. Het ligt voor de hand dat men bij de ‘Zuidnederlandse’ splitsing in huidige geschreven taal in het Zuiden denkt aan rechtstreekse invloed van de dialekten. Om dat te kontroleren heeft Koelmans bij zin 53 (Zijn vader heeft hem 6 jaar (lang) laten naar school gaan) van de rnd nagegaan hoe vaak de splitsing laten naar school gaan in Zuid-Nederland genoteerd werd. Uit de gegevens leidt de auteur af dat de scheiding minder voorkomt naarmate men van west naar oost gaat.Ga naar voetnoot4 Een duidelijker beeld van de geografische verspreiding van de gevallen met splitsing in Zuidnederlandse dialekten hadden wijzelf met hetzelfde materiaal reeds vroeger gegeven in een artikelGa naar voetnoot5 waarin we poogden aan te tonen dat de splitsing van de twee infinitieven niet zo algemeen is in de Zuidnederlandse dialekten. Uit de kaart blijkt dat er in Vlaams-België | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weinig homogene gebieden zijn. Toch kan men in Oost-Vlaanderen het Land van Waas en het zuid-westelijk deel van de provincie als niet-splitsend interpreteren. Ook de grootste noordelijke helft van Antwerpen en van Limburg zijn volgens zin 53 gebieden waar splitsing uiterst zelden gebeurt. In West-Vlaanderen wordt vooral gesplitst in de zuidelijke helft en in een vrij kleine strook ten zuiden van Oostende en Brugge, waarbij nog enkele plaatsen ten noorden van deze stad aansluiten. In Veurne-Ambacht werd slechts voor enkele plaatsen splitsing genoteerd. Het spreekt vanzelf dat vooral op de band opgenomen vrij gesprek in dialekt geschikt materiaal bevat om de splitsing van dubbele werkwoordgroepen te onderzoeken. Om te vermijden dat het al dan niet splitsen geïnterpreteerd zou worden als een individueel verschijnsel, dient men de taal van verschillende sprekers van een dialekt te onderzoeken. Daarom hebben we voor ons beperkt vergelijkend onderzoek de transkripties gebruikt van licentieverhandelingen waarin Gentse studenten syntaktische kenmerken hebben beschreven, steunend op bandopnamen van 2 of meer sprekers (± 120 min.). In welke konstrukties splitsing van dubbele werkwoordgroepen gebeurt, kunnen we zo vergelijken voor 4 Westvlaamse plaatsenGa naar voetnoot1, 5 OostvlaamseGa naar voetnoot2 en een in het noordelijk deel van AntwerpenGa naar voetnoot3, vlak bij de rijksgrens. Voor vier van die plaatsen werd in de rnd geen opname gemaakt. Esen (H 109) ligt tussen drie plaatsen met splitsing ten westen en een groter aantal zonder splitsing ten oosten, St.-Baafs-Vijve (0 77) zit in een smalle noord-zuid zone met splitsing, Bavegem (0 42) wordt omringd door enkele plaatsen zonder splitsing, maar meer oostelijk gelegen plaatsen hebben splitsing. Nieuwmoer (K 187b) behoort duidelijk tot de niet-splitsende noordelijke helft van de provincie Antwerpen. Splitsing werd in de rnd genoteerd voor Brugge (H 36), Wervik (N 130) en Zele (I 218), geen splitsing in Aalter (I 187), Gent (I 241) en Waasmunster (I 212). Wanneer men een dialekt wil karakteriseren als splitsend of niet-splitsend, moet men onderzoeken in welke verhouding gesplitst wordt in die gevallen waar splitsing mogelijk is. Het spreekt vanzelf dat daarbij niet gelet wordt op het zinsdeel dat na het laatste verbale deel geplaatst is. In het onderzochte materiaal komt splitsing door een pers. pron. niet voor, doordat dit pron. als direkt of indirekt objekt onmiddellijk na het subjekt of het Vf wordt geplaatst: ot'n me ziet passeren (W) - wa dad' haar moet kopen (G) - maar ze kunnen het laten verwarmen (N) - Toch schijnt die plaatsing niet zo heel vast te zijn, want 2 Gentse sprekers zegden respektievelijk:..., gaan ze toch wel in de poorte 'em kunnen stellen (G) - 'k zou toch tegen, tegen t' nieuwjaar ze willen gewassen 'ebben (G), waarin de herhaling van het voorzetsel tegen wel op een aarzeling bij de spreker wijst. Ook voor Zele werd een zin genoteerd met het pers. pron. onmiddellijk vóór de dubbele werkwoordgroep:... die met ne verrekijker ons staan afkijken (Z) - Wanneer het pers. pron. verbonden is met een vz., is de splitsing wel mogelijk: da 'kik moeten achter joender wachten (B). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zinnen waarin het zeer zwak beklemtoonde (d)er onmiddellijk aanleunt bij een ond.vgw. ofwel bij het Vf of het Vf + subjekt, dienen niet bij de vergelijking te worden betrokken: dat ter iet moet schillen aan mijn pensioen (Ba) - m'en 'ebben der nie vele moeten gaan 'alen (W) - drie 'ad ik er toens (= dan) doen trekken (Ba). Dat geldt ook voor de zinnen met een ontkennend woord of een woordgroep met ontkennend woord. Immers, deze staan in ons materiaal steedsGa naar voetnoot1 vóór de dubbele werkwoordgroep, waaruit men mag besluiten dat de ontkenning steeds de hele dubbele werkwoordgroep geldt: o'je't nie vele moet betalen (St. B) - da ze naar niemand en gingen moeten gaan (E) - 'k en 'eb 'kik 'em van geen lotjes horen spreken (Ba) - ik 'eb 'et nog nooit nie moeten doen (W). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Splitsing door 1 zinsdeel(stuk)Bij de vergelijking van de gesplitste en niet-gesplitste dubbele wkw.groepen schikken we het materiaal volgens de funktie van het tussengevoegde deel. Het valt op dat in de meeste gevallen het splitsende element t.o.v. het volgende verbale deel geïnterpreteerd kan worden als een eerste, al dan niet noodzakelijke aanvulling bij het volgende verbale deel (o.m. direkt objekt, syntaktisch komplement bij koppelwkw., voorzetselobjekt). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Direkt objektBij dit zinsdeel lijkt het nodig een onderscheid te maken tussen een subst.(gr.), waarbij eventueel ook gesubstantiveerde woord(gr.)en behoren, en een substantivisch pron., omdat tussenplaatsing van een dergelijk pron. verband kan houden met een sterke aksentuering. Met een subst.(gr.) als dir. obj. is dat niet het geval.
1. Substantief(groep)
Gesplitst: 69 - B. 13 - E. 16 - W. 9 - St.B. 7 - A. 9 - G. 2 - Ba. 8 - Z. 5: da'k snavonds moeste mijn kousen afdoen (B) - at'en gaat moeten koude koffie drinken (E) - ze gaat dan naar St. Baafs kommen lesse geven (St.-B) - on ze gaan meugen vlees eten (W) - Aalter zou moeten een grote kliniek 'ebben (A) - en ge zoudt nog moeten uw eigen pintje betalen (G) - en wij zijn daar beginnen ne pot pakken (Ba) - den enen moest gaan abri's maken (Z). Ongewoon is de tussenplaatsing van groots, een genit. bep. bij het ontkennend pron. niet, dat zelf de dubbele wkw.gr. voorafgaat: dat er daar lijk nieuwers niet kan groots gedaan zijn (E).Ga naar voetnoot2 Het valt op dat men in de meeste zinnen de verbinding dir.obj. + wkw. niet kan interpreteren als een ‘min of meer vaste verbinding’. Daardoor verschillen deze zinnen duidelijk van de citaten uit hedendaags Nederlands die KoelmansGa naar voetnoot3 geeft. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Niet gesplitst: 145 - B. 30 (24 + 6)Ga naar voetnoot1 - E. 15 (6 + 9) - W. 17 (15 + 2) - St.B. 12 (8 + 4) - A. 6 (2 + 4) - G. 12 (9 + 3) - Ba. 10 (9 + 1) - Z. 15 (8 + 7) - Wa. 9 (7 + 2) - N. 19 (10 + 9): en nu moet je de joengers gaan 'elpen (B) - ot dat zulke lange weg moet afleggen (E) - 'ij moste zijn 3 dagen gaan doen (W) - da'je mijn oudste broere mostet zien (St.B) - da' me profijt gaan doen (A) - ze waren kommissies gaan doen (G) - as ge zakken moet dragen (Ba) - w"emmen ons vlas moeten afgeven voor d"elft verlies (Z) - dan die meer melk geven van nature uit (Wa) - nonkel Sooi moet den elektriek komen leggen (N). Bij de vergelijking tussen de zinnen met splitsing en die zonder splitsing valt op dat er een duidelijke voorkeur is voor niet-splitsing. Belangrijk is dat Waasmunster en Nieuwmoer helemaal niet splitsen. Percentsgewijze heeft Aalter het meest splitsing, Gent het minst. Toch moeten we erop wijzen dat het grotere aantal gevallen met niet-splitsing wel verband kan houden met de 13 zinnen met de dubbele wkw.gr. gaan gaan + inf.Ga naar voetnoot2
2. Pronomen(groep)
Aanwijzend: Splitsing door dat lijkt maar mogelijk wanneer dat pron. duidelijk geaksentueerd wordt. Voor Brugge konden we noteren: en 'k zou willen dat 'ebben of 'k zou willen dat 'ebben. Daartegenover staan in het onderzochte materiaal 14 zinnetjes met dat, zonder opvallend aksent, voor de dubbele wkw.gr.: B. 2 - W. 2 - St.B. 2 - Z. 5 - Wa. 2 - N: as 'ij da mag doen (B) - o'je gij da moet uittrekken (W) - dan de fabrieken da moesten geven (St.B) - en wij moesten da beginnen zwingelen (Z) - da ge da moest zien (Wa) - ze moesten dat 'ouden staan lijk at 't staat (N). Er is wel aksentuering van al of allemaal, als nabepaling bij dat, maar geen splitsing: waar moest mama dat al gaan zetten (A) - as ekik dat allemaal hoor vertellen (Ba). Onbepaald. Er zijn wel enkele zinnetjes met wat tussen de delen van een dubbele wkw.gr.: B. 1 - A. 1 - Z. 1: omda 'k je nu ook een keer zouden willen wa vragen (B) - dan ze moeten wat optekenen (A). Een opvallende aksentuering van wat lijkt hier voor splitsing niet noodzakelijk. In de zin: 'ij zou niet geweten wa doen 'ebben (Z), lijkt de naplaatsing van hebben | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wel ongewoon, maar als verbinding tussen geweten en doen staat wa tussen beide wkw. op een normale plaats. Bij voorkeur staat het onbep. pron., eventueel nog voorafgegaan door een ander zinsdeel, voor de dubbele wkw.gr.: B. 5 (3 + 2) - St.B. 2 (0 + 2) - A. 2 - Ba. 3 (2 + 1) - N. 4 (1 + 3): os je entwaar entwat gaat gaan vragen (B) - on ze zulder daar iemand moeten betalen voor... (St.B) - we zullen eentje gaan kopen in 't Kleit ginder (A) - ge zult 'em iet gaan zien doen (Ba) - a'we iets moesten 'ebben (N). Ook hier gaat met het zwaarder aksent op al geen splitsing van de dubbele werkwoordgroep voor deze attributief-predikatieve nabepaling gepaard in de 2 Wervikse zinnetjes: dan ze 't al gingen tegen'ouden (W) - die 't 'ier al gaan verslaan (W). - Met al gescheiden van zijn kern:... wuk (= welk) da'k nog al zou moeten vertellen tegen je (E). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II Syntaktisch komplementAlle woord(groep)en, nominale en niet-nominale, die als een noodzakelijke aanvulling bij een koppelwerkwoord fungeren, noemen we syntaktisch komplement. Het inherent karakter van het syntaktisch komplement blijkt in onze voorbeelden uit de meerderheid van de gesplitste dubbele wkw.groepen tegenover de niet-gesplitste. Gesplitst: 22 - B. 5 - E. 3 - W. 3 - St.B. 4 - A. 1 - G. 2 - Ba. 3 - Z. 1: dat da moeste waar zijn,... (B) - ot da mens daar gaat weg zijn (E) - da da nooit meer zal goed komen (St.B) - ot 't een beetje begint koud te kommen (W) - dat hij al van te zessen zou bezig zijn (A) - maar ik zou hem ook eerst laten vuil worden 'ebben (G) - dat 't nou zal een manneke zijn (Ba) - dan zoude moeten beest zijn (Z). Niet gesplitst: 14 - B. 2 - E. 2 - G. 2 - Z. 1 - Wa. 4 - N. 2: o'se daar mee kontent gaat zijn (B) - al die jonge kerels moesten soldaat gaan zijn (E) - maar ast 'ij ne goeie zwemmer zou willen worden (G) - die zou maar ne meter meugen zijn (Z) - dat uwen oven 'eet ging zijn (Wa) - at 't weer zo'n mist zou worden (N). Er zijn niet zo heel veel voorbeelden van zinnen met een syntaktisch komplement en een dubbele wkw.groep. Toch valt het op dat de meeste plaatsen bij voorkeur splitsen, maar Waasmunster en Nieuwmoer hebben ook hier geen splitsing. Splitsing door een syntaktisch komplement met nog een ander zinsdeel komt in 't onderzochte materiaal niet voor. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Het tweede deel van een voornaamwoordelijk bijwoordAls een van de meest typische Zuidnederlandismen wordt de splitsing door het tweede deel van een vnw.bijw. beschouwd. Vooraf willen we er even op wijzen dat die splitsing toch ook door het volledige vnw.bijw. kan gebeuren, hoewel die gevallen in het onderzochte materiaal schaars zijn. We konden alleen noteren: dat 't maar van de weke moste derin steken (St.B). Invloed van de grammatikale funktie van het vnw.bijw. op het al dan niet splitsen lijkt er niet te zijn. Gesplitst: 38 - B. 3 - E. 2 - St.B. 4 - A. 5 - G. 7 - Ba. 7 - Z. 8 - Wa. 1 - N. 1: da j'er mocht in doppen (B) - 't zijn daar toen nog mensen gaan in wonen (E) - ot 't | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 145]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daar koste van komen (St.B) - we zullen der een keer moeten voor zorgen (A) - dan ze daar zouden willen in werken tegen den eersten januari (G) - daar 'adden mijn grootvader en mijn grootmoeder altijd zitten in weven (Ba) - w'emmen der blijven in liggen (Z) - omdat ge der veel nijger kost mee aveceren (W) - ullie Hugo 'ad er altijd iets vergeten aan te doen (N). Beide laatste zinnetjes zijn belangrijk omdat ze respektievelijk voor Waasmunster en voor Nieuwmoer op de bandopnamen het enige vb. zijn van splitsing van een dubbele wkw.gr. Onrechtstreeks bewijst het dat vooral het tweede deel van een vnw.bijw. het meest geschikt is om een dubbele wkw.gr. te splitsen. Niet gesplitst: 13 - B. 1 - E. 2 - G. 2 - Wa. 1 - N. 7: wien zou er naartoe gaan kijken? (B) - 'k 'ebben daarvan 'oren vertellen (E) - 'ij moest daarvoren niet beginnen drinken (G) - de mensen 'adden der al veel om moeten lachen (W) - dat zou er nog bij moeten komen (N). Het valt op dat slechts voor enkele plaatsen niet-gesplitste konstrukties konden worden genoteerd. In deze zinnen kan het vnw.bijw. zelf gesplitst of niet-gesplitst zijn. Zeer ongewoon lijkt de plaatsing van het tweede deel van het vnw.bijw. onmiddellijk vóór de dubbele wkw.groep, wanneer het vnw.bijw. zelf gesplitst wordt: ze 'ebben zij daar tsanderdaags den docteur voren doen komen (G). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Resultatieve bepalingEr zijn maar weinig zinnen met een resultatieve bepaling. Dat deze onmiddellijk bij de inf. wordt gehouden lijkt normaal, doordat ze er een hechte eenheid mee vormt. Opvallend is toch dat Waasmunster en Nieuwmoer ook hier niet splitsen: ze houden de resultatieve bepaling buiten de dubbele wkw.gr. Gesplitst: 5 - E. 1 - W. 1 - St.B. 2 - Ba. 1: on ze 't willen groot maken (E) - da ze dat daar gaan vol bouwen (W) - ze zou 'em altijd willen buiten gehad 'ebben (Ba) - Een mooi voorbeeld van dubbele splitsing in een drieledige wkw.gr. is:... voor te kunnen banden gaan open doen aan de Leie (St.B). Niet gesplitst: 4 - Wa. 2 - N. 2: dat ge ook uw root (= rij) azo wat recht kost 'ouden (Wa) - mag 'ij die 'ond los laten lopen (N). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V. Indirekt objekt zonder voorzetselEen subst.gr. zonder voorzetsel met de funktie van ind.obj. en in de zin zo geplaatst dat het eventueel de dubbele wkw.gr. zou kunnen splitsen in uiterst zeldzaam in het onderzochte materiaal. Tegenover de niet-gesplitste: en je moet dat al gauw je zone gaan leren (B) kunnen we een zin met splitsing plaatsen: hij moet regelmatig gaan zijn fazanten gaan eten geven (A), waarin weer een dubbele splitsing valt op te merken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI. Een voorzetselobjektDoor de vaste verbinding van het wkw. met een vz. is het voor de dialekten die dubbele wkw.groepen splitsen normaal dat die splitsing ook door een vz.obj. gebeurt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 146]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toch valt het op dat er in verhouding niet zo veel gesplitst wordt door een vz.obj. Gesplitst: 6 - B. 4 - A. 1 - Ba. 1: da' kik moeten achter joender wachten (B) - 'k zou nog moeten aan een man of vier geraken (A) - da' me elk mochten achter twee kilo meel gaan (Ba). Niet gesplitst: 6 - B. 2 - St.B. 1 - G. 1 - Ba. 1 - N. 1: 'k 'eb nu al weer achter een nieuwen bril moeten gaan voor op mijn werk (B) - dat gij nu algelijk aan geld kunt geraken (St.B.) - as ik aan vier kaarten kan geraken (G) - o'me wij bij Fielzen Bakker achter ons broodje moesten gaan (Ba) - ik begon aan mijn eigen gaan te denken (N). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VII. Adverbiale voorzetselbepaling van richtingEen vz.gr. die fungeert als adv.bep. van richting bij werkwoorden als gaan, komen, vertrekken, zenden, dient men te onderscheiden van de andere adv.vz.bep., omdat die bepalingen van richting als een eerste bepaling bij die werkwoorden fungeren. Daardoor kunnen die bepalingen vrij gemakkelijk onmiddellijk voor die werkwoorden staan en zo een dubbele wkw.gr. splitsen. Gesplitst: 17 - B. 4 - E. 2 - W. 1 - St.B. 3 - G. 3 - Ba. 1 - Z. 3: a' je maar alle dagen nog mag naar je werk gaan (B) - zou der 'ier niemand binnenkomen van Vladslo die gaat naar huis gaan (E) - 'k zou met joenen auto kunnen naar 't voetbal gaan (W) - da je ging naar Halle gaan (St.B) - en ge kunt tons (= dan) azo in de sneeuw moeten naar huis komen (G) - 'ij zal moeten naar 't oudmannekens' uis gaan (Ba). - De bepaling van richting kan ook staan onmiddellijk voor een dubbele wkw.gr. waarin een wkw. van beweging zelf aanvulling is: da se ons moesten naar huis laten gaan (Z). Niet gesplitst: 28 - B. 3 - E. 1 - W. 2 - St.B. 2 - A. 1 - G. 10 - Ba. 2 - Z. 2 - W. 2 - N. 3:... lijk een koe op een trein zitten kijken (B) - da ze waarschijnlijk met 't schole een keer naar ginder gingen gaan (E) - dat 'n in 't water gaat vallen (W) - we gaan algelijk (= toch) nog een keer naar mijnen anderen vlaschaard gaan kijken (St.B) - J.v.H. 'eb ik dan ook levend in de vaart zien springen (A) - z'eeft naar Engeland moeten gaan (Ba) - ... 'ad ik naar Hamme moeten gaan (Z) - langs waar da' me naar school moesten gaan (Wa) - die hadden alles naar de bovenste verdieping moeten slepen (N). Er is geen voorkeur voor splitsing. Het valt op dat Waasmunster en Nieuwmoer ook met een adv.bep. van richting niet splitsen. Met de term adv.bep. van richting bedoelen we ook die vz.gr. die een richting noemt bij een wkw. zoals kijken. Hierbij dient nochtans te worden opgemerkt dat bij een dergelijk wkw. in het onderzochte materiaal splitsing door een adv.bep. van richting niet voorkomt, hoewel die ons niet onmogelijk lijkt. Volledigheidshalve wijzen we erop dat 2 zinnen zonder splitsing als dubbele wkw.gr. de verbinding gaan gaan + inf.Ga naar voetnoot1 hebben. Niet alle adv.bep. van richting mogen we interpreteren als mogelijke splitsingen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 147]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Immers, als een vz.gr. die een richting noemt, bepaling is bij de hele dubbele wkw.gr. waarin het hulpwkw. gaan als syntaktische kern fungeert, is splitsing uiteraard niet mogelijk, omdat de bepaling van richting bij splitsing normaal geplaatst wordt voor het wkw. of de wkw.gr. waarbij de bep. van richting bepaling is. De syntaktische kern van dergelijke dubbele wkw.gr. is meestal gaan, soms komen, ook de vorm weest(en), die daar betekent gegaan: ik gong ekik naar Frankrijk gaan werken (St.B) - al de mensen 'ebben naar 'ier kommen wonen (W) - 'ij 'ad voorzekers naar 'uis weest slapen (St.B). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIII. Andere voorzetselgroepenBehalve de adv.bep. van richting kunnen nog andere vz.gr. als adv.bep. de leden van een dubbele wkw.gr. splitsen. De mogelijkheid te splitsen houdt verband met de betekenis van de vz.gr. en van het wkw. of de wkw.gr. waarbij de vz.gr. rechtstreeks als adv.bep. zou kunnen fungeren. Zo zal men bij een wkw. als schrijven, herstellen een bep. van middel of van wijze als meer inherent bij het wkw. kunnen beschouwen dan een bep. van plaats of van tijd, wat uit de onderlinge schikking van die bepalingen kan blijken. We dienen hier niet de onderlinge schikking van die bep. te onderzoeken, maar willen er toch op wijzen dat de sterkere of lossere band van de bep. met het wkw. de verhouding van de splitsing door de verschillende vz.gr. als adv.bep. kan beïnvloeden. Hierbij mag men niet uit het oog verliezen dat in het onderzochte materiaal vooral adv.vz.gr. voorkomen die een plaats noemen. Bij het onderscheid van de adv.vz.groepen interpreteren we de min of meer vaste verbindingen met het wkw. als een aparte groep, waarbij het niet releverend is de betekenis van die vz.groepen te benoemen.
Adv.bep. van middel
Gesplitst: 1 - A 1: ze zouden meer moeten met machienen werken (A) Niet gesplitst: 3 - A. 1 - Z. 1 - N. 1: 'k zal met tram 4 gaan rijden (A) - da ge gij met den auto moeten rijden 'ebt (Z) - a'ge met den auto moest rijden (N). Het negatief kenmerk van de adv.bep. van middel met geen kloefen verklaart waardoor die vz.gr. niet tussen de delen van de dubbele wkw.gr. staat, hoewel ze, als adv.bep. van middel, in de eerste plaats bepaling is bij lopen in: 'k zou alleszins met geen kloefen willen aan mijn voeten lopen (B).
Adv.bep. van wijze
Gesplitst: 4 - B. 2 - A. 1 - Ba. 1: voor kunnen met je vuilig 'eid were te keren (B) - dat ventje zal mogen te voete achtergaan (A) - 'ij zou 'ij moeten op zijn eigen kunnen werken (Ba). Niet gesplitst: 7 - E. 1 - G. 3 - Ba. 1 - N. 2: m'ebben dat eigenlijk met veel plezier kunnen spelen (E) - ge kunt zo wel op uw eigen beginnen uitgaan (G) - 'oe da' me wij toch met vlagskens liepen te zingen op de koer (Ba) - maar dan nog met veel chance kunnen ontsnappen (N). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 148]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Adv.bep. van plaats
Gesplitst: 9 - B. 3 - E. 2 - St.B. 2 - A. 2: 'ad je moeten in mijn klasse zitten (B) - dan ze zouden eigenlijk blijven aan den toog blijvenGa naar voetnoot1 'angen (E) - da' me ne keer mochten in 't eerste spelen (St.B) - z'ebben 'ier tot de vieren moeten in de regen staan (A). Niet gesplitst: 43 - B. 6 - E. 3 - St.B. 2 - A. 1 - G. 4 - Ba. 3 - Z. 6 - Wa. 10 - N. 9: 'k mochten dan een dag of viere op mijn bedde blijven liggen (B) - da se dat aan die blote muren zouden zetten (E) - 'ij 'ad 'em op de zetel liggen slapen (St.B) - 'k kan nog niet op een stoel blijven zitten (A) - ge gaat daar ne keer in de bossen gaan wandelen (G) - zoude gij op een ander prochie willen gaan wonen 'ebben, man? (Ba) - en wij moesten in 't vlas beginnen werken (Z) - dan kunt ge ook uw paard maar aan de kant laten gaan (Wa) - a'ge boven zo'n fles whisky gaat 'angen (N). De grote meerderheid van niet gesplitste tegenover gesplitste konstrukties valt hier op, waarbij men niet uit het oog mag verliezen dat niet alleen Waasmunster en Nieuwmoer, maar ook Brugge, Esen, Gent en Zele die meerderheid helpen vormen. Bij deze dubbele wkw.groepen die niet gesplitst worden door een adv.bep. van plaats, kan de niet-splitsing verband houden met de aard van de dubbele wkw.gr. gaan gaan + inf.Ga naar voetnoot2
Adv.bep. van tijd
In het onderzochte materiaal zijn niet veel zinnen met een mogelijke splitsing door een adv.vz.gr. waarin een tijd wordt genoemd. Gesplitst: 2 - B. 1 - G. 1: da 'k moesten van mijn leven komen te sterven (B) - 'ij zou er willen met nieuwjaar werken (G). Niet gesplitst: 6 - B. 2 - A. 1 - G. 1 - Ba. 1 - Wa. 1: m'adden dan van d' achternoene kunnen kijken (B) - z'ebben 'ier tot de vieren moeten in de regen staan (A) - z'eeft zij nu van den achternoent weest werken (G) - dat 'ij tot zijn 65 jaar moeten gaan doppen 'eeft (Ba) - dan zoude van de morgen tot den avond moeten keernen 'ebben (Wa), met twee elkaar aanvullende bepalingen van tijd bijeengebracht.
Indirekt object
We vonden slechts 1 zin met een vz.gr. die de funktie heeft van ind.obj. en die niet gevolgd of voorafgegaan wordt door een ander zinsdeel. Er is in die zin geen splitsing: die voor 'ulder eigen blijven werken (St.B).
Voorzetselgroepen die een ± vaste verbinding vormen met het werkwoord Het ligt voor de hand dat met dergelijke verbindingen splitsing vaker voorkomt dan niet-splitsing. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 149]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gesplitst: 9 - B. 2 - E. 2 - St.B. 1 - Ba. 2 - Z. 2: da' me ze mochten in onze mage spelen (B) - een mens zou moeten in zijn broek doen (B) - 'k 'ebben een keer zitten t 'ope tellen met B.M. (E) - z' 'eeft moeten op stage gaan verleden week (E) - ze gaan vele moeten in kosten komen (St.B) - maar ge moet dan ook kunnen in 't groensel doen (Ba) - 'k 'eb daar van leven nog ne keer moeten op straffe staan (Ba) - da'men mochten in congé komen (Z) - as ge dus die kappe kunt in verbinding stellen met buiten (Z). Niet gesplitst: 3 - E. 1 - Z. 1 - N. 1: dat 't ook aan je beurt gaat komen (E) - da'k deur den duur in pensioen moest gaan (Z) - 'et begint weer terug in de mode gaan te komen (N). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IX. Een adverbiumZoals bij de vz.groepen dienen we ook hier te onderscheiden naar de betekenis. Het valt nochtans op dat in het onderzochte materiaal een adv. zeer zelden een dubbele wkw.gr. splitst. Wel zijn er enkele zinnen met splitsing door een adv. + een ander zinsdeel.Ga naar voetnoot1 Bepaalde soorten van adv. komen in het materiaal niet voor tussen leden van een dubbele wkw.gr. De meeste ervan lijken ons die plaats niet te kunnen innemen, meestal omdat ze duidelijk bepaling zijn bij de hele dubbele wkw.gr. en niet bij een deel ervan: eens, nog eens, weer(al), vedrom, terug, nog en ook. Deze adv. helpen een of ander aspekt uitdrukken samen met een variatie van de modaliteit. Ook van hun kern gescheiden bepalingspartikels staan onmiddellijk voor de dubbele wkw.gr.: wa moeten m'ier 'eel den dag anders zitten doen? (B) - wa dan de nonnen daar maar moeten doen van werk (G).
Een modaal adverbium In 12 zinnen gebeurt geen splitsing door de volgende modale adverbia: toch, wel, maar, dan, misschien, gaarne en juist (= toevallig). Splitsing lijkt er ons trouwens niet mogelijk. Tegenover de niet-splitsing door eigenlijk in: voor de prijs da je't eigenlijk kunt kopen (E), staat een zin die duidelijk kenmerken vertoont die wijzen op een sterk analytische voorstelling: 't was niet lijk nu dan ze zouden eigenlijk blijven aan den toog blijven hangen (E).
Een adverbium van plaats
Gesplitst: 2 - B. 1 - Ba. 1: 'k'eb een keer moeten buiten staan (B) - maar altijd drie, vier minuten blijven buiten zitten (Ba). Hier is buiten duidelijk rechtstreeks bep. bij de volgende inf. Niet gesplitst: 21 - B. 1 - E. 2 - W. 5 - St.B. 2 - G. 2 - Z. 3 - Wa. 3 - N. 3: De voorkeur voor niet-splitsing staat duidelijk in tegenspraak met het feit dat het | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 150]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
adv. van plaats meestal rechtstreeks bep. is bij het laatste wkw. In de meeste gevallen lijkt splitsing zonder speciale aksentuering zelfs niet mogelijk: wa moet ik dan daar zitten doen? (B) - o'je gij daar wilt gaan (E) - 't is nog niet slecht, he, 'ier kommen zitten in een zetel (W) - azo 'ele dagen daar meugen zitten (St.B.) - 'ij 'eeft 'aar daar zien zitten (G) - omda'men ginder gaan lopen waren (Z) - dan ben ik thuis beginnen werken (Wa) - a'se het daar moesten gaan zoeken (N).
Een adverbium van tijd
Gesplitst: 1 - B. 1: zou 'k nog niet een week of twee van de vakantie mogen eerst doorbrengen? (B). Deze splitsing lijkt wel ongewoon. Niet gesplitst: 32 - E. 3 - W. 1 - St.B. 3 - A. 3 - G. 3 - Ba. 3 - Z. 5 - Wa. 7 - N. 4: Dat de dubbele wkw.gr. door een adv.v.tijd of duur niet wordt gesplitst, houdt verband met het feit dat die adv.bep. van tijd in de meeste zinnen bij de hele groep behoort:... dan de mensen toen moesten dragen (E) - ze gaat dikwijls gaan werken met den auto (St.B) - wat moet gij daarachter gaan eten? (A) - dan ze 't eerst moeten weken (G) - dat ge toens (= dan) gingt kontroleren (Ba) - we waren tsondags gaan lopen (Z) - as ge nu moest smijten (Wa) - we 'ebben 'em dan zien lopen (N). Het adv. van tijd of van duur zou als rechtstreekse bep. bij het zelfst. wkw. kunnen worden geïnterpreteerd in: o'j'em lange laat liggen (W) - dan ze lange kunnen staan (A) - dat ik vroeg moest doorrijden (Wa). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X. Een substantivisch element met adverbiale funktieIn de meeste gevallen helpt een subst.gr. of een substantivisch gebruikt woord een aspekt uitdrukken, vaak samen met een modaliteitsschakering. Het valt op hoe hier de niet-gesplitste dubbele wkw.groepen duidelijk in de meerderheid zijn. Gesplitst: 4 - E. 1 - W. 1 - St.B. 1 - Z. 1: Met een subst.gr. waarin de kern een tijdseenheid noemt: da' me wijder mosten een dag en 'alf werken... (E) - 'k 'eb alleszinsen moeten twee maanden wachten... (W) - 'k zou 'k ik moeten een 'elen dag zitten,... (St.B). Men kan in deze zinnen de subst.gr. wel telkens als bep. bij de volgende inf. interpreteren. Slechts in 1 zin staat de groep een keer tussen het Vf en een inf.gr., die hier niet gesplitst zou kunnen worden. Dat een keer werkelijk bep. is bij de inf.(gr.), blijkt uit de nevengeschikte inf. die zelf aangevuld wordt door een keer + dir.obj.: al die moest een keer gaan pissen of een keer zijn broek afdoen, die mocht eruit (Z).Ga naar voetnoot1 Niet gesplitst: 59 - B. 16 - E. 5 - W. 4 - St.B. 8 - A. 8 - Ba. 4 - Z. 4 - Wa. 2 - N. 2: De grote voorkeur voor niet-splitsing staat wel in verband met het feit dat in de meeste gevallen het subst. element als bep. bij de hele dubbele wkw.gr. kan worden geïnterpreteerd. Als subst. element komt vooral een keer voor met adv. funktie, waarbij een momentaan aspekt, soms samen met een enigszins beperkende modaliteit | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 151]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wordt uitgedrukt: je zou 't een keer moeten zien (B) - m'ebben daar een keer gaan kijken over een jaar zeker (E) - 'k zou een keer willen gaan vissen (W) - da'k naar daar een keer moest gaan (G) - da' k'em een keer zou moeten uitnodigen (Wa). Een bepaalde tijd wordt door het subst. element uitgedrukt in: 'ij gaat toch maandag gaan werken (B) - 'ij 'eeft gisterenavond moeten waken (A). Door alle in de subst.gr. wordt herhalling uitgedrukt: en ze mochten dat dan alle drie maanden uit gaan wisselen (B) - da 'k alle dagen moesten meegaan met je (B) - dat zouden we alzo alle weken moeten 'ebben (A). Er zijn ook heel wat subst.groepen die een duratief aspekt helpen uitdrukken: wa moet ik 'ier 'eel den dag zitten doen? (B) - die 'eeft vier maand zitten wachten achter een kamer (Z). Hierbij kunnen we ook een beetje en een letje vermelden, die ook graadbep. zijn:... voor in de Steenstrate een letje te gaan wandelen (B) - 'ij 'eeft dan achter zijn uren een beetje gaan 'elpen naar Maries (W). De graadbep. wat staat voor de dubbele wkw.gr., hoewel ze duidelijk alleen het zelfst.wkw. bepaalt: maar de woensdag toch eerst de schoenen wat gaan kuisen (W). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XI. Een attributief-predikatieve bepaling bij het subjektIn de zinnetjes met zelf en elk als attr.-pred. bep. bij het subjekt staan deze voor de dubbele wkw.gr., die ze duidelijk als een geheel bepalenGa naar voetnoot1: dan zullen we ze op 't laatst toch nog zelf moeten melken (N) - da' me elk mochten achter 2 kilo meel gaan (Ba). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Splitsing door meer dan 1 zinsdeel(stuk)Het aantal gevallen waarin de splitsing gebeurt door meer dan 1 van de hierboven beschreven zinsdelen of zinsdeelstukken, is gering. Doordat we de niet-splitsing als mogelijke scheiding alleen het zinsdeel(stuk) hebben genomen dat vlak voor de dubbele wkw.gr. staatGa naar voetnoot2, kunnen we hier gesplitste en niet-gesplitste dubbele wkw.groepen niet tegenover elkaar plaatsen. De door meer dan 1 zinsdeel(stuk) gesplitste dubbele wkw.groepen bewijzen nochtans duidelijk de tendens zinsdelen (en zinsdeelstukken) die naar de betekenis bij het volgende wkw. horen, onmiddellijk vóór dit wkw. te plaatsen. Het materiaal schikken we volgens het eerste zinsdeel(stuk). Het is normaal dat hierna vooral zinsdelen voorkomen die een duidelijke neiging hebben om afzonderlijk een dubbele wkw.gr. te splitsen.
Direkt object
+ tweede deel van een vnw.bijw.: as ge gij daar iemand kunt een plezier mee doen (Ba). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 152]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
+ adverbia van plaats: en 'ij 'eeft dan beginnen al zijn werkers daar binnen roepen (W). De kontekst maakt het niet mogelijk uit te maken of daar een nabepaling bij de substantiefgroep zou zijn. + verschillende adv.bepalingen: Heel duidelijk is het analytisch beschrijven van de handeling in: en asde (=als je) tons per ongeluk durft uwen enen voet alzo een keer tegen de grond toetsen (= duwen, stoten) (G). Opvallend is wel: dat'en moste dat alzo zeggen op die maniere (E), omdat op de band niet kan worden gehoord of het pron. dat speciaal geaksentueerd wordt.Ga naar voetnoot1
Het tweede deel van een vnw.bijwoord
In het materiaal zitten slechts 2 zinnen waarin de dubbele wkw.gr. door meer dan het tweede deel van het vnw.bijw. wordt gesplitst. In beide gevallen is het een adv.vz.gr. die semantisch nauw met de volgende inf. verbonden is: ze zouden der bij mij niet moeten mee voor den dag komen (St.B) - ge moet er kunnen mee naar de veiling rijden (Ba).
Een voorzetselgroep
Voorafgegaan door een tussengevoegde krachtterm, die de splitsing van mogen t.o.v. wat volgt nog versterkt, noemt de vz.gr. het indirekt objekt, waarop dan nog een direkt objekt volgt: da'k moesten van mijn leven kommen te sterven, zouden ze mogen, godverblomme, voor mijn een rondetje doen (B). De splitsing gebeurt door 2 adv.bep. van plaats die elkaar in betekenis aanvullen: ... is grootvader Frederik gekommen van Alveringem naar Esen wonen (E). De adv.bep. van middel gaat de adv.bep. van plaats vooraf: dan ze moesten met 'under gat in de boter zitten (B). Een drieledige splitsing door een adv.vz.bep. van wijze + een substantiefgroep met adv. funktie + een adv.vz.bep. van richting, is er in: omda'k moesten met joen zo'n einde naar 't schole gaan (B).
Een adverbium
Modaliteit: Met de volgende adv.vz.bep. van richting is het adv. gaarne duidelijk een bep. bij de volgende inf. gaan en niet bij de syntaktische kern beginnen. De splitsing is hier zeer normaal: 'k 'ebben maar beginnen gaarne naar 't schole gaan... (E).Ga naar voetnoot2 Wijze: Het analytisch weergeven van de gedachte blijkt niet alleen uit de splitsing door het adv. alzo en de 2 volgende vz.bep., maar ook door de vz.bep. die na de inf. nog wordt uitgedrukt: 'k zou algelijk (= toch) nog een keer willen alzo bij familie voor een dag of veertiene gaan op vakantie (B). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 153]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De splitsing door een adv.v. wijze en een dir.obj. lijkt heel gewoon in: want w ebben nog mogen zere (= vlug) water scheppen en muurkes zetten (A). - Immers, zere is in de eerste plaats een bep. bij water scheppen, eventueel ook bij muurkes zetten. Graad: Het adv. van graad wreed is duidelijk bep. bij de volgende verbale uitdrukking: 'ij zou alzo ne keer moeten wreed in nesten zitten (St.B). Plaats: Wel ongewoon schijnt de tussenplaatsing van daar en het adverbiale een beetje, terwijl de plaatsbepaling in d'achter'oek onmiddellijk voor de groep gaan zitten wel enigszins uit het verband kan worden verklaard: m'ebben dan moeten daar een beetje in d' achter' oek gaan zitten van de kerke (B), waarin de attributieve van-bep. als een toegevoegde verklaring fungeert. Tijd: Hoewel de tijdsbep. eerder het voorafgaand wkw. moeten bepaalt, vormt het de splitsing met een vz.gr. die men als een ± vaste verbinding met het volgende wkw. kan beschouwen: we zullen z'alleszins moeten binnenkort in de kuis doen (= laten kuisen, stomen) (A).
Een substantiefgroep met adverbiale funktie
+ direkt object: De 6 Brugse zinnetjes met een keer voor de dubbele wkw.gr.Ga naar voetnoot1 mogen niet laten veronderstellen dat die voorplaatsing vast is, want we konden ook noteren: da'me kosten een keer een kleedje krijgen (B), waarin een keer nochtans in de eerste plaats niet bep. is bij de dubbele wkw.gr., maar wel bij een kleedje krijgen. Dezelfde syntaktische verhouding is er ook in: al die moest een keer pissen of een keer zijn broek afdoen,... (Z).Ga naar voetnoot2 + tweede deel van een vnw.bijwoord: Hier lijkt de tussenplaatsing van een keer wel enigszins vreemd, omdat het eerder als bep. bij wilt gaan kijken kan worden geinterpreteerd in: o'je daar wilt een keer naar gaan kijken (E). + voorzetselgroep: Of de subst.gr. bij de dubbele wkw.gr. ofwel alleen bij de inf. behoort, is moeilijk uit te maken. Het vz. kan men als vast beschouwen: dat 'n azo koste een keer bij een geraken, alzo in Overleie,... (W) - en da mama niet kan alle dagen achter je kommen (= komen halen) en meegaan (B).
Een attributief-predikatieve bepaling bij het subjekt
Duidelijk is zelve in de eerste plaats bep. bij het zelfst. wkw. in: je gaat moeten zelve de tournevis pakken (W). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De splitsing en de aard van de dubbele werkwoordgroepIn het onderzochte materiaal komt splitsing van 2-ledige dubbele wkw.groepen in de bijzin alleen voor bij dubbele wkw.groepen waar het Vf. van de syntaktische kern wordt aangevuld door een (te)-inf., doordat deze steeds volgt op het Vf. Splitsing is | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 154]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet mogelijk waar een v.D. aanvulling is, want het v.D. is in de bijzin voor het Vf geplaatst. In meer-dan-2-ledige wkw.groepen gebeurt de splitsing in hoofd- en bijzin ook meestal tussen infinitieven, doordat bij het Vf van hebben of zijn in de aanvulling, die zelf een dubbele wkw.gr. is, een inf. gebruikt is i.p.v. een v.D.: hij heeft moeten de volle som betalen. Hier moeten we wijzen op de vorm weest, die oorspronkelijk v.D. zonder prefix is en in de dubbele wkw.gr. betekent gegaan. Soms wordt dat oorspronkelijk v.D. morfologisch aan een inf.vorm aangepast door bijvoeging van -en. Ook weest(en) en de volgende inf. kunnen gesplitst worden, hoewel dat niet zo vaak gebeurt: 14 dagen lang 'eb 'kik naar Letterhoutem weesten witloof trekken (Ba) - 'k 'eb er een keer weesten naar kijken bij M. in Oordegem (Ba). - Dat in de andere zinnen met weest(en) niet wordt gesplitst, houdt vermoedelijk vooral verband met het feit dat het zinsdeel dat zou splitsen, een funktie heeft die zich daartoe minder leent en ook bep. is bij de groep weest(en) + inf.: als Maurice daar naar de voetbal weesten kijken 'eeft (Ba) - 'ij'ad voorzekers naar' uis weest slapen (St.B) - ze 'eeft zij nu van den achternoenent weest werken (G) - wat 'eeft de pastoor nu weeral weesten doen bij u? (Ba) - 'k 'eb die putten ginder weesten vullen, naar Frankrijk (Z) - 'k 'eb 'kik nu een jaar of viere weest doppen (Ba). - Hierbij behoren ook de 6 Nieuwmoerse zinnetjes met weesten, waar de niet-splitsing overeenkomt met de algemene tendens van dat dialekt. Niet altijd is een lid van de dubbele wkw.gr. een Vf. Ook na een vz. of in zinnen zonder Vf kan een dubbele wkw.gr. gesplitst worden. Een verband tussen het al dan niet splitsen en dit gebruik van de dubbele wkw.gr. lijkt er niet te zijn. Bij verschillende niet-splitsingen hebben we hierboven opgemerkt dat daar gevallen waren van wkw.gr. die bestaan uit gaan gaan + inf. Dergelijke groepen komen vooral op de bandopnamen van Brugge (7), Esen (7), Wervik (9) en St.-Baafs-Vijve (3) voor, maar ook op die van Aalter (1), Gent (1), Bavegem (1), Zele (1) en Waasmunster (1). Dat gebruik van gaan gaan heeft geen dubbele betekenis, want met dergelijke groepen wordt in die zinnen alleen een soort inchoatief aspekt uitgedrukt. Eventueel zou men het tweede gaan zelfs als expletief kunnen interpreteren.Ga naar voetnoot1 Nu is het wel merkwaardig dat die dubbele wkw.groepen nooit splitsing vertonen tussen het tweede gaan en de inf. Die splitsing is nochtans mogelijk, maar dan zou er een betekeniselement bij komen. Het Vf van het eerste gaan drukt dan een futurum uit, terwijl het tweede gaan het inchoatief aspekt blijft uitdrukken. Zo bestaat er een tegenstelling tussen: en ze gongen een druppele gaan drinken (B), met alleen inchoatief aspekt, doordat gaan en drinken niet gesplitst zijn, tegenover: en ze gongen gaan een druppele drinken (B), dat, door de splitsing van gaan en drinken, in het ABN omschreven kan worden als: ze zouden een druppel (= glaasje) gaan drinken. Geen enkel van de dubbele wkw.groepen met gaan gaan + inf. heeft | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 155]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
splitsing tussen het tweede gaan en de inf., maar in al de genoteerde zinnetjes waar die splitsing theoretisch mogelijk zou zijn, wordt ook geen futurum uitgedrukt: en 'k gingen ik in de cinema de Memling gaan staan (B) - 'k gaan 'eel den dag aan 't Minnewater gaan zitten (B) - 'ij gaat toch maandag gaan werken (B) - 'k gingen ik naar de Kalkoven een halfuurtje gaan dansen (B) - 'k gaan toch een keer gaan vragen aan den baas (B) - Armand gaat regelmatig etwaar voordrachten gaan geven (E) - en 'ij ging subiet gaan kijken (E) - die naar de fabrieken gaan gaan werken (E) - we gaan een keer gaan kijken (E) - en die oude inspecteur gaat een beetje gaan klappen tegen 'em (E) - we gaan koffie gaan drinken (W) - we gaan koffie gaan maken (W) - elkendeen gaat een kurieuze pinte gaan drinken (W) - 'k ga mijn trompette gaan 'alen (W) - en we gaan mossels gaan eten (W) - we goengen alsan onze goede druiven gaan 'alen naar 't Franse (W) - o'je druiven ging gaan 'alen (W) - ot'n zijn 3 dagen goeng gaan doen (W) - o'kik daar ging gaan weunen (W) - da j'een slijtcampagne gong gaan doen (St.B) - we gaan algelijk nog een keer naar mijnen anderen vlaschaard gaan kijken (St.B) - ze gaat dikwijls gaan werken met den auto (St.B.) - de zaterdag gaat hij altijd gaan werken (A) - ge gaat daar een keer in de bossen gaan wandelen (G) - 'ij ging bij W. naar de lotjes gaan kijken (Ba) - ik ging een keer gaan kijken... (Z) - maar naar dat dat alzo een jaar gaat gaan worden (Wa). Bij deze zinnetjes met mogelijke splitsing tussen het tweede gaan en de inf. en met bijgevoegde futurumbetekenis van de hele dubbele wkw.gr. behoort niet: da' je gij geerne gaat gaan kaarten (B), omdat het modaal adv. hier vermoedelijk buiten de hele dubbele wkw.gr. moet blijven.Ga naar voetnoot1 Tenslotte willen we er nog op wijzen dat de groep gaan gaan + inf. geen futurumbetekenis zou krijgen bij splitsing tussen het tweede gaan en de inf., wanneer de hele gr. zelf aanvulling is bij een ander wkw.Ga naar voetnoot2 Splitsing lijkt hier zelfs zeer moeilijk:... da' je 3 dagen moest gaan werken (B) - z' 'adde nog een deel pistolets gaan gaan tjoepen (= nemen) (E) - die kosten in die of die fabriek gaan gaan werken,... (E). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Besluit1. Splitsing gebeurt vooral door een subst.(gr.) met dir.obj. funktie, door een syntaktisch komplement bij een koppelwkw., door het tweede deel van een vnw.bijw., door een adv.vz.bep. van richting en door een vz.groep die een ± vaste verbinding vormt met het volgende wkw. Sommige adv.vz. groepen en adverbia, vooral die van middel en van wijze, kunnen splitsing veroorzaken, maar dat komt niet zo vaak voor. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 156]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overzichtstabel
Uit de tabel, waarin alleen de zinsdelen zijn vermeld die gemakkelijk splitsen, blijkt dat de cijfers per plaats en per zinsdeel nog vrij klein zijn. Ver strekkende konklusies kan men daardoor niet trekken. Toch valt op dat, behalve met het dir. obj. en de adv. bep. van richting in de plaatsen die splitsen, de gesplitste konstrukties in de meerderheid zijn. Voor het dir.obj. geldt dat nochtans alleen voor Esen en Aalter, en dan nog respektievelijk met de verhoudingen 16-15 en 9-6. Dialekten die met andere dan in de tabel vermelde zinsdelen of door meer dan 1 zinsdeel(stuk) splitsen, mag men duidelijk karakteriseren als dialekten met splitsing.
2. Wanneer men de 10 onderzochte dialekten onderling vergelijkt, dan merkt men dat de intensiteit waarmee de splitsing gebeurt, sterk kan verschillen. Zo valt op dat Gent, behalve met het tweede deel van een vnw.bijwoord, een gelijk aantal splitsingen en niet-splitsingen heeft bij het syntaktisch komplement en minder splitsingen bij de andere zinsdelen. Duidelijk staan Waasmunster en Nieuwmoer tegenover de andere plaatsen, want beide plaatsen hebben elk slechts een enkel voorbeeld van splitsing. Die gebeurt door een tweede deel van een vnw.bijw., in Nieuwmoer nochtans in een verhouding 1-7. We zouden Waasmunster en Nieuwmoer daarom, tegenover de andere 8 plaatsen, als niet-splitsend willen karakteriseren, omdat ze systematisch andere zinsdelen buiten de dubbele wkw.gr. houden. Trouwens, het tweede deel van een vnw.bijw. schijnt het gemakkelijkst de delen van een dubbele wkw.gr. te splitsen, wat geïllustreerd wordt door het enige voorbeeld van splitsing in Waasmunster en Nieuwmoer.
3. Vooral bij de adv. bepalingen hebben we hierboven opgemerkt dat het al dan niet splitsen geïnterpreteerd dient te worden als een verschil in struktuur: het splitsend deel is in de eerste plaats bep. bij het volgende wkw., het niet-splitsend bij de hele wkw.gr. Dat verklaart zeker de duidelijke voorkeur voor splitsing door het syntaktisch komplement bij een koppelwkw. Nochtans, hechte binding van het tweede deel | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 157]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van het vnw.bijw. aan het volgende wkw. kan moeilijk de voorkeur voor splitsing verklaren. Vaak, behalve met de dubbele wkw.gr. gaan gaan + inf.Ga naar voetnoot1, is er geen verschil in de globale betekenis te merken bij het al dan niet splitsen. Men kan zich dan, o.m. bij mogelijke splitsing door een dir.obj., afvragen of splitsing en niet-splitsing gewoon een oppervlakteverschijnsel is ofwel of het een uiting is van een verschillende dieptestruktuur. Het antwoord op die vraag kan men maar vinden, wanneer men betrouwbaar materiaal uit een enkele plaats op dat punt kan vergelijken. Ongelukkig biedt op de band opgenomen vrij gesprek niet vaak de mogelijkheid identiek dezelfde dubbele wkw.groepen met gelijk al dan niet splitsend deel te vergelijken. Toch kunnen we 2 zinnetjes die door dezelfde spreker werden gezegd, tegenover elkaar plaatsen. Bavegem: die 'eeft pertang moeten vele geven voor heur tanden - ..., 'ad ze ook al dat geld moeten geven. Voor deze zinnetjes zou het al dan niet splitsen misschien nog in verband kunnen worden gebracht met de verschillende vorm van het dir.obj. Maar die verschillende vorm is er niet in de Wervikse zin: 'k 'eb z'alle twee moeten kopen, ee, enfin, 'k 'ad ze moeten alle twee kopen. - Hier is er wel degelijk een zelfde deel van het dir.obj., want de plaatsing van ze buiten de dubbele wkw.gr. moeten geven, komt overeen met de algemene tendens.Ga naar voetnoot2
4. Uit de tabel blijkt dat een adv.bep. van richting niet zo gemakkelijk splitst. Dat kan ook wel verklaren waarom in de rnd zin 53 (Zijn vader heeft hem 6 jaar (lang) laten naar school gaan) geen splitsing opgeeft voor Aalter en Gent, die in ons materiaal, globaal gezien wel splitsen. Interessant is wel dat Zele en Waasmunster, die twee aan elkaar grenzende gemeenten zijn, op het bandmateriaal duidelijk tegenover elkaar staan als splitsend en niet-splitsend. Als zodanig verschijnen ze ook uit de opnamen in de dialektatlas, die hier dus wel een betrouwbare aanwijzing geeft. In verband hiermee herinneren we eraan dat het niet-splitsend Nieuwmoer in het Antwerpse gebied ligt dat volgens de atlas niet splitst. Vergelijkend syntaxisonderzoek van dialekten brengt niet altijd zeer duidelijke tegenstellingen aan het licht, vooral wanneer men gekonfronteerd wordt met uitgebreid betrouwbaar materiaal. Uit ons onderzoek zijn toch enkele tendensen te voorschijn gekomen, die het mogelijk maken Waasmunster en Nieuwmoer tegenover de andere 8 plaatsen, duidelijk als niet-splitsend te beschouwen. Verder onderzoek zal moeten aantonen in welke dialekten en in welke syntaktische konstrukties de ‘Zuidnederlandse’ tendens tot splitsen zich het sterkst manifesteert. v.f. vanacker |
|