Gaz zien
Het gebeurt maar zelden, dat we van een nieuwe uitdrukking het ontstaan, zowel wat de tijd als de plaats betreft, exact kunnen vaststellen. In ons geval heeft hiertoe de omstandigheid bijgedragen dat de uitdrukking in een beperkte kring ontstond en vermoedelijk ook daartoe beperkt is gebleven; het N. Wbk. althans heeft haar niet opgenomen.
In Klikspaan's Studentenleven, 1e druk 1844, vindt men op p. 18 de zin:
‘Somtijds gaat er dan een schelle kreet uit den tuin der Sociëteit op of treft eene wijs uit Lucia di Lammermoor uw oor, aangeheven door eenige heeren, die gaz gezien hebben.’
In een Aanteekening op p. 746 leest men dan:
‘Gaz zien, hetzelfde als: een stuk in (zijn kraag) hebben. In het koffijhuis van Francken in het Noordeinde brandde het eerst het gaz portatif, waarmede thans de meeste winkels te Leiden verlicht worden. De nieuwsgierigheid dreef de Academiale jeugd in grooten getale derwaarts, en dat zij duizelig werd bij het kijken in de vlam, en... in het glaasje, spreekt wel van zelf. Vandaar de oorsprong der spreekwijze.’
j.h.j. willems