De Nieuwe Taalgids. Jaargang 62

[p. 471]

Op een roos, ‘Uit het Spaans’ van Góngora

Van het sonnet op een roos door Luis de Góngora y Argote (1561-1627) bestaat ook in het nederlands een zeventiende-eeuwse ‘vertaling’, door F.D.K., opgenomen in de bundel Gemengelde Parnas-loof, Amsterdam 1693¹, p. 281-2, met het bovenschrift

Klink-dicht op een Roos,
Overgezet uit het Spaans van Don Louis de Gongera
Ajer naciste y moriras mannana.

Vertaler of zetter lijkt de naam van de spanjaard verfrommeld te hebben. De aangehaalde spaanse beginregel lijkt een waarborg dat het sonnet uit het spaans is vertaald. Noch het een noch het ander is zo. De naam blijkt nauwkeuriglijk, de beginregel slordigjes overgenomen uit het bovenschrift fan de niet vermelde tussenbron, een franse vertaling (met bewerking) door M.D.M., luidende (in Les Delices de la Poesie Galante, Seconde Partie, Paris 1666, p. 169)

Traduction d'un sonnet de
Dom Louis de Gongera Espagnol
Ayer naciste y moriras manana.

Sir Richard Fanshawe (1608-1666) heeft Góngora's sonnet eveneens bewerkt². Hij heeft de navrante eerste terzien (de teksten volgen onder) in twee grofgespierde regels samengebald. De fransman verkoos galantificatie. De nederlander heeft de fransman wat opgedirkt.

Cuando te corte la robusta mano,

Ley de la agricultura permitida,
Grosero aliento acabará tu suerte.

Some Clownes course Lungs will poyson thy sweet flow'r

If by the carelesse Plough thou salt be torne:

Quand la cruelle Iris qui fait nos destinées,
Voyant tant te beautez les aura moissonnées,
Sa main comme vn orage acheuera ton sort.

Als Iris wreede hand, en 't oog dat ons doed lyden,
U ziet; zal ze in de stronk van uw' geboorte snyden,
Gelijk een woedend weêr de hooge boomen treft.³

j.c. arens

1 ‘De Twede Druk’ van 1716 is een heruitgave.

2 Góngora en Fanshawe worden hier aangehaald naar H. Thomas, ‘Three Translators of Góngora and other Spanish Poets During the Seventeenth Century’, Revue Hispanique 1918, (extract) p. 60, n. 1.

3 Hier volgen twee latere vertalingen van het eerste terzien, door E. Churton, Gongora An Historical & Critical Essay, Vol. II, London 1862, p. 137, en door G.J. Schoute, Góngora Bloemlezing uit zijn werk, Haarlem 1934, p. 152.

When some strong hand hath pluck'd thee, - such must be

Thy fate by field or grove, - all after-strife

Will cease beneath the wind's first ruffling breath:

Zij (uw schoonheid) lokt de ruwe hand, die niets belet

U af te rukken; en, uw geuren spreidend,
Zult gij in enk'le uren onder gaan.