‘Katholieke’ zussen
Dat ‘op de eerste plaats’ = ‘en premier lieu’ kenmerkend is voor katholieke schrijvers of sprekers, is overbekend. Zo overbekend dat sommige mensen oprecht menen dat geen katholiek ooit ‘in de eerste plaats’ schrijft of zegt. Weinig aandacht heeft, zover mij bekend, tot nog toe getrokken het specifiek-katholieke gebruik, ook in geschrifte, van zus, meervoud zussen, zonder de ietwat ‘gemeenzame’ tint die dat woord voor de meeste niet-katholieke ‘ABN’-sprekers heeft. Een katholiek neerlandicus uit Den Haag, die in verband met een sollicitatie in Deventer een onderhoud had met wijlen Dr. Staverman, kon daarbij de geruststellende mededeling doen, dat de woningnood voor hem niet klemde, omdat een zuster van hem in Deventer woonde: ‘ik kan bij m'n zus inwonen’. Waarop de neerlandicus Staverman ontsteld vroeg: ‘Zegt U dat ook voor de klas?!’ Veel Nederlanders zullen die ontsteltenis kunnen begrijpen: ‘m'n zus’ geeft geen pas voor een moedertaaldocent, die zijn leerlingen behoort voor te gaan in ‘verzorgd Nederlands’! Was het niet bepaald ontsteltenis, dan toch wel grote verbazing die mij - en zeker velen met mij - beving, toen niemand minder dan een Minister van Onderwijs (het was, meen ik, bij een televisie-uitzending van een Tweede-Kamervergadering) vertelde dat hij, samen met zijn zussen, zijn moeder een televisietoestel cadeau had gegeven. Evenzeer verbaasde het mij, in Utrecht eens uit de keurig beschaafde mond van een statige franciscanes te horen dat er van een overleden pater nog twee zussen in leven waren. Door die ervaringen wijs geworden, verbaasde het mij niet meer, bij Dr. G.R.W. Dibbets, Nederduitse Orthographie van Pontus de Heuiter, 24, te lezen van een ‘Petronella, de zus van de zojuist genoemde Jan Jansz.’, en bij W.J.M.A. Asselbergs,
Nijmeegse Colleges, 263: ‘de laster van de zussen der onwaardig begunstigde dichteres’.
Dat hogere peil van zus bij katholieken hangt misschien hiermee samen, dat zuster = ‘religieuze’ in katholieke kringen veel meer gebruikt wordt dan daarbuiten. Dat kan de neiging hebben doen ontstaan, het woord voor ‘vleselijke zuster’ daarvan te differentiëren. Of, voorzichtiger geformuleerd: dat kan zus een goede kans gegeven hebben tot stijgen op de waarderingsladder.
Merkwaardig is overigens, dat voor alle Nederlanders, ongeacht hun gezindte, zusje, meervoud zusjes, het gewone verkleinwoord is bij de verwantschapsnaam zuster. Een zustertje is ook voor niet-katholieken een verpleegster of een religieuze.
C.B.v.H.