| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
De Gids. Nr. 6/7, 1968
In de rubriek Kroniek & Kritiek is de tekst afgedrukt van de herdenkingsrede In memoriam W.J.M.A. Asselbergs (Anton van Duinkerken), uitgesproken op 31 juli 1968 door Karel Meeuwesse ter zitting van de academische senaat te Nijmegen. - J.C. Bernlef recenseert drie bundels die de neerslag vormen van de pogingen ‘taaldingen’ te maken: Rein Bloem, ‘De bomen en het bos’, Hans Faverey, ‘Gedichten’ en Hans Verhagen, ‘Sterren cirkels bellen’.
| |
Raam. September 1968
Het grootste deel van dit nummer bestaat uit een ‘Liber amicorum in memoriam Anton van Duinkerken’ waarin achttien korte beschouwingen over leven en werk van Willem Asselbergs.
| |
Maatstaf. Augustus 1968
P.J.H. Vermeeren geeft in G.A. Bredero / Terugblik en vooruitzicht een ‘niet-gelijkend’ geschreven portret van deze zeventiende-eeuwer.
September 1968
K. Heeroma schetst in het artikel Het ingekluisde lied aan de hand van vroege en latere gedichten van Suster Bertgen haar poëtische ontwikkeling.
| |
Tirade. September 1968
C. Bittremieux maakt aantekeningen Bij een strofe van Elsschot. - Over Ter Braak schrijft Huug Kaleis: In de schaduwen van Ter Braaks Tweede Gezicht.
Oktober 1968
K.A. Mayer haalt Herinneringen aan J. van Oudshoorn op.
| |
Raster. Oktober 1968
Ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van S. Vestdijk verscheen een nummer geheel aan hem gewijd. Hella Haasse schrijft over thema's en motieven in Vestdijks werk: Geheimen van het hooggebergte. J.J. Oversteegen behandelt de relatie Vestdijk en Forum. Over Vestdijks novellen een artikel van J.J.A. Mooij: Eén op de tien. Rein Bloem belicht inhoud en structuur van een reeks van 150 sonnetten (een onderafdeling van ‘Gestelsche liederen’) in het artikel Het scenario van Madonna met de valken. Kees Fens behandelt Enkele aspecten van ‘Het glinsterend pantser’. In Psychiatrie après la lettre schrijft P.J. Stolk over de romanfiguur als psychiatrisch patiënt bij Vestdijk. J.G. Kooij maakt enkele kanttekeningen bij De Amsterdamse Anton Wachter romans. Alex Brotherton beschouwt Vestdijk vanuit vertaaloogpunt. L. Roelandt bespreekt zijn problemen bij het vertalen van De (Franse) kellner en de levenden. Rob du Mée bekijkt Vestdijk en de film en Ernst Vermeulen gaat na wat Vestdijk over muziek geschreven heeft.
| |
Streven. Augustus/September 1968
Met De chaos als volte en als leegte geeft B.F. van Vlierden een aantal slotbeschouwin- | |
| |
gen van een in het najaar van 1968 te verschijnen studie over de ontwikkeling van de zuidnederlandse roman.
Oktober 1968
In de rubriek ‘Forum’ maakt F. van Tartwijk enige aantekeningen Bij de ‘Nijmeegse colleges’ van Prof. Asselbergs. - Boekbesprekingen o.m.: C. Tindemans geeft een oordeel over P.H.S. van Vreeken, De invloed van het Franse naturalisme in het werk van Cyriel Buysse, en over Reinhard Baumgart, Aussichten des Romans oder Hat Literatur Zukunft?.
November 1968
Boekbesprekingen o.m.: Luud Stallaert, De Carnavalspop en Lieven Rens, De hemel op aarde (J. Gerits); Alfred Kossmann, De vrouwenhaters (C.J. Boschheurne).
| |
Levende Talen. Augustus/September 1968
In het eerste gedeelte van een artikel over Het esbatement vant Gelt als allegorisch stuk (het tweede gedeelte zal volgen) zet J.B. Drewes uitvoerig uiteen, met talrijke verwijzingen naar en citaten uit merendeels theologische literatuur, dat allegoriseren, in het biezonder allegorisch-typologische bijbelexegese, een wezenstrek is van het middeleeuwse denken; tegen die achtergrond moet ook het rederijkerstoneel worden beschouwd. - H. Bruch zet Enkele opmerkingen over het Wilhelmus voort met De Duitse vertalingen. - G.F. Bos uit bedenkingen tegen de werkwijze van de ‘generativisten’: Linguistisch onderzoek en de generatieve grammatica. - R. Vos werkt in een artikel over De zin als ‘Gestaltung van werkelijkheid’ met de begrippen ‘contenance’ en ‘contenu’. - Boekbeoordelingen o.a.: Noam Chomsky, Topics in the Theory of Generative Grammar (H.J. Brinkman); korte aankondigingen van P.J.H. Vermeeren, Hofwyck, P. Maximilianus O.F.M. Cap., Vondelstudies, W.J.M.A. Asselbergs, Nijmeegse Colleges, Garmt Stuiveling, Vakwerk, alle vier door R. Vos; H.M. Hermkens, Fonetiek en Fonologie (H.v.d. Kolk).
Oktober 1968
In het tweede gedeelte van zijn artikel over Het esbatement vant Gelt geeft J.B. Drewes ook kritische aantekeningen bij de tekstverklaring van de uitgever Kruyskamp. - P.E.L. Verkuyl, stilstaande Bij een probleem in Het Koningsgraf van Aafjes, stelt vast, wat totnogtoe niet was opgemerkt, dat bij juiste telling éen sonnet ‘overtollig’ is, en meent dat te herkennen in ‘Vreugde der aarde’; voorts geeft hij beschouwingen over de bouw van de driedelige bundel, waarbij hij een oorspronkelijke opzet vermoedt, waaraan de dichter niet heeft vastgehouden. - Boekbeoordelingen o.a.: Rhijnvis Feith, Het Ideaal in de Kunst, uitg. P.J. Buijnsters (L. Strengholt); J. Kamerbeek Jr., De poëzie van Bloem in Europees perspectief (H.A. Wage).
| |
Nieuw Vlaams Tijdschrift. XXI (1968), Nr. 6
Hedwig Speliers schrijft Omtrent Streuvels, een anti-essay, waarin hij het mensbeeld dat Streuvels schept poogt te verklaren uit zijn jeugd, milieu en erfelijke belasting. - R.A. Cornets de Groot (Taal voor ontschoolden) geeft zijn visie op het gedicht ‘Horror’ van Lucebert. - Erik van Ruysbeek (Vernieuwing in onze poëzie, 2) bespreekt ‘Winterrunen’ van Roger De Neef.
Nr. 7
J.J. Wesselo behandelt De structuur van De Hondsdagen, van Hugo Claus.
| |
| |
Nr. 8
Jean Weisgerber (Proefvlucht in de literaire ruimte, 5) bespreekt uitvoerig de novelle Werther Nieland van G.K. van het Reve.
| |
Dietsche Warande & Belfort. Augustus 1968
De redactie herdenkt † Anton van Duinkerken. - W. Schrickx bespreekt Shakespeare in de Nederlandse vertaling van Willy Courteaux. - Albert Westerlinck begint zijn reeks Gesprekken met Walschap, serieuze kritische ondervragingen die een door Westerlinck voorgenomen studie over de schrijver moeten vervangen. - Hugo Brems recenseert twee verzamelbundels, ‘Rameau in maart’ van Nic van Bruggen en ‘Mercantile marine engineering’ van Patrick Conrad, in Estheticisme en manierisme. - Boekbesprekingen o.m.: Hugo Brems bespreekt in Het nulpunt een studie over Bert Schierbeek: ‘De bladen voor de poëzie’ van Frans Depeuter; Leo Geerts recenseert in Toneel van W.F. Hermans de ‘Drie Drama's’ van deze auteur.
September 1968
Van redactionele hand is er een Afscheid van Ernest Claes. - Albert Westerlinck zet zijn reeks Gesprekken met Walschap voort. - André Demedts beschouwt het Dichten al denkend in de bundels ‘Geworpen in deze wereld’ van Herwig Heusen en ‘De hemel op aarde’ van Lieven Rens. - Lieve Scheer concludeert aan de hand van ‘De coladrinkers’ dat Jos Vandeloo op rust is. - Boekbesprekingen o.m.: Astère Michel Dhont, ‘De wilde jacht’, en Paul Vanderschaeghe, ‘De twee honden’, besproken door A. Demedts.
Oktober 1968
Bernard Kemp houdt Inleidende beschouwingen over de Roman. - Albert Westerlinck vervolgt zijn reeks Gesprekken met Walschap. - In de rubriek ‘De laatste ronde’ schrijven Frans de Wilde (Van mens tot mens), P.G. Buckinx (Wij zullen zijn stem niet meer horen) en A.D. (Van Duinkerken en Frans-Vlaanderen) in memoriam Anton van Duinkerken; Pieter Buckinx schrijft in memoriam Ernest Claes: Ontmoetingen met Claes. - Boekbesprekingen o.m.: Hans Plomp, ‘De ondertrouw. Een somber herenboek’ wordt in Voor alle nieuwigheden, een adres: Hans Plomp besproken door Lieve Scheer, die ook Aandrift en slordigheid bij W.F. Hermans constateert in diens ‘Een wonderkind of een total loss’; n.a.v. ‘Copernicus of de bloemen van het geluk’ van Jos Vandeloo constateert Hugo Brems, dat De mantel van Manteau de dichter nog niet maakt, evenmin als de kleren de man.
| |
De Vlaamse Gids. Oktober 1968
Hedwig Speliers schrijft een studie Omtrent Streuvels.
| |
Ons Geestelijk Erf. XLII, Afl. 3
B. Spaapen vervolgt zijn in 1961 begonnen en in 1966 en 1967 voortgezette verhandeling over Middeleeuwse Passiemystiek / V. De kloosteronderrichtingen van Alijt Blake / 2. De lessen van Psalmzondag. - Boekbesprekingen o.m.: George Misch, ‘Geschichte der Autobiographie’, Band IV, 1. Hälfte, besproken door B.S.
| |
Spiegel der Letteren. XI, Nr. 1
De aflevering opent met een redactioneel In memoriam Prof. Dr. W.J.M.A. Asselbergs. -
| |
| |
K. Meeuwesse beschouwt Willem Asselbergs en de literatuurhistorie. - P.J. Buijnsters toont aan dat de Burmanniaanse latiniteit allengs haar aantrekkingskracht op Van Alphen verloor: Hieronymus van Alphen en de School van Burman. - Dina van Berlaer-Hellemans geeft een Stilistische ontleding van twee gedichten van Richard Minne. - In Margine bevat: P.J.H. Vermeeren, Huygensparallellogram; O. Dambre, Onaanvaardbare teksttransplantatie, te weten in ‘Spectrum van de Nederlandse Letterkunde’. - Boekbeoordelingen: Den Tempel onser Sielen, uitgegeven door Alb. Ampe S.J. (besproken door K. Porteman); Den spieghel der salicheit van Elckerlijc, uitgegeven door R. Vos (G. Jo Steenbergen); Leonard Forster, Janus Gruter's English Years (L. Roose); G.J. Helmer, Den Gheestelijcken Nachtegael (E. Rombauts); P.H. Nelde, Flandern in der Sicht Hoffmanns von Fallersleben (L. Simons); C. de Deugd, Het metafysisch grondpatroon van het romantische literaire denken (M. Rutten); R. Wellek, Grundbegriffe der Literaturkritik, de vertaling van ‘Concepts of Criticism’ (Clem Neutjens).
| |
Leuvense Bijdragen. LVII, Afl. 2 (Bijblad)
De aflevering is grotendeels gevuld door boekbesprekingen, o.a.: E.H. Raidt, Geskiedenis van die byvoeglike verbuiging in Nederlands en Afrikaans (J.L. Pauwels); Guiseppe Francescato, Contributi allo studio degli elementi italiani in olandese (H. Plompteux); Nederlands repertorium van familienamen (J. Goossens); Garmt Stuiveling, Van den lande van ouer zee (Rob. Antonissen); G.R.W. Dibbets, Abraham de Koning, Tragedicomedie over de doodt van Henricus de vierde Koning van Vrancrijk en Navarre (J.J. Mak); P.H. Nelde, Flandern in der Sicht Hoffmanns von Fallersleben (L. Simons). Voor de neerlandistiek is ook van belang een uitvoerige, zeer ongunstige bespreking, door M. Gysseling, van Joseph Balon, Traité de Droit Salique. Etude d'exégèse et de sociologie juridiques. Verder bevat de Kroniek verscheiden korte aankondigingen van recente neerlandistische publikaties.
| |
Wetenschappelijke Tijdingen. XXVII, Nr. 5
J. van de Zande stelt zich de vraag: School en samenleving: remmen of hefbomen voor het ABN [in Vlaanderen]?, en zijn antwoord op die vraag is verre van gunstig. - Onder ‘Personalia’ o.a. een artikel In Memoriam Anton van Duinkerken van Marcel Janssens.
| |
Nu Nog. XVI, Nr. 5
V.F. Vanacker wijst op Andere moeilijkheden met jullie en je dan de door hem in het vorige nummer behandelde werkwoordsvormen. - Verder o.a. een uitgebreide rubriek Brievenbus - Taaladvies.
| |
Etudes Germaniques. XXIII, Nr. 3
Een gedeelte van deze aflevering is gewijd aan ‘langue et littérature néerlandaises’. Pierre Brachin overziet de verschillende theorieën over het ontstaan van La ‘double négation’ en ‘afrikaans’, en wil zelf van de kwestie ‘vreemde invloed dan wel voortzetting van in het moederland al aanwezige tendentie’ geen òf-òfdilemma maken. - André van Seggelen ziet in Le ‘Cluys-Werck’ de Constantijn Huygens een strikt volgens de regels van de rhetorica opgebouwd betoog. - Een artikel van Walter Thys, Socialistes et esthètes: un débat héroïque en Hollande à l'occasion du couronnement d'un Tsar, behandeld de hevige discussie tussen socialisten en ‘individualisten’ die ont- | |
| |
ketend werd door de bewonderende beschrijving die de schilder Marius Bauer gaf van de feestelijkheden bij de kroning van tsaar Nicolaas II. - In de rubriek ‘Notes et Discussions’ de volgende bijdragen: Simon Kalifa, L'étude du gotique dans ‘les pays bas près de la mer’: een bespreking van R.G. Van de Velde, ‘De studie van het Gotisch in de Nederlanden’; A. van Loey, Onomastique gantoise de 1000 à 1253, een bespreking van C. Tavernier-Vereecken, ‘Gentse Naamkunde van ca. 1000-1253’; André van Seggelen, Le manuscrit de Gruuthuse: een bespreking van Heeroma's uitgave van liederen uit het Gruuthuse-handschrift; Pierre Brachin, Hooftiana: een bespreking van W.A.P. Smit, ‘Hooft en DIA’, de uitgave van Hoofts gedichten voor Huygens door Tuynman en Zwaan, en F. Veenstra, ‘Ethiek en moraal bij P.C. Hooft’. - In de rubriek ‘Bibliographie critique’ beoordelingen o.a. van: G. Geerts, Genus en geslacht in de gouden eeuw (P. Brachin); Marius F.
Valkhoff, Studies in Portugese and Creole, with special reference to South Africa (P. Brachin): Paul Hadermann, De dichterlijke wereld van Paul van Ostaijen (Roger Goffin); Th. Oegema van der Wal, Herman Teirlinck (Roger Goffin); Pierre Brachin e.a., Anthologie de la prose néerlandaise, Belgique I en II (Jean Weisgerber). - Drie herdenkingen: Theodor Frings, door J. Fourquet; Herman Uyttersprot, door Michel Vanhelleputte; Pieter Minderaa, door C. Zaalberg.
| |
Standpunte. XXI, Nr. 6 (Aug. 1968)
F.I.J. van Rensburg levert een bijdrage over Letterkunde en Moderne Tyd. - Elize Botha bespreekt Aspekte van die Vormgewing in ‘Dood van 'n Maagd’ deur Henriette Grové. - P.D. van der Walt roemt de wijze waarop de prozaïst Etienne Leroux het Afrikaans hanteert (Etienne Leroux se Belangrikste Prestasie?).
| |
Rheinische Vierteljahrsblätter. XXXII, Heft 1-4 (1968)
Johannes A. Huisman behandelt Die niederländischen Burgennamen, namen op -borg/ burg, -stein, -horst e.a., geografisch en historisch. - Boekbeoordelingen o.a.: Frankisch, Merovingisch, Karolingisch, onder redactie van A. Weijnen (Cola Minis); R.G. van de Velde, De studie van het Gotisch in de Nederlanden (Cola Minis); J. Buntinx en M. Gysseling, Het oudste goederenregister van Oudenbiezen I (Heinrich Neu).
| |
Zeitschrift für Mundartforschung. XXXV, Heft 2 (Juli 1968)
Frans Beersmans bespreekt Wat zijn Nederlandse dialecten? van J. Goossens en de tot dusver verschenen delen van het Nederlands Repertorium van Familienamen.
| |
Volkskunde. LXIX, Nr. 2
In een artikel over Een spreekwoordenprent van J.C. Jegher, Antwerpen 1618-1660 verklaart M. de Meyer de onderschriften onder voortdurende vergelijking met die op een ongeveer gelijktijdige prent van Van der Haeghen. - Wilhelm Schoof deelt een en ander mede over Freiligrath, die enige jaren in Amsterdam gewoond heeft, als Mitarbeiter Uhlands auf den Spuren niederländischer Volksliedforschung. -A. van Hageland belicht De angst in de volkspoëzie als algemeen menselijk verschijnsel. - R. Lecotté levert een bijdrage over Corporations et vie populaire en France, in het kort Dans le passé, en uitvoeriger Dans le présent. - De Resultaten van het sagenonderzoek in het Nederlandse taalgebied worden voortgezet met verslagen van G. Speecke, die In de roede van
| |
| |
Menen en enkele aanpalende gemeenten gewerkt heeft, en van G. de Geest, die het Sagenonderzoek in het Hageland heeft verricht. - Verder o.m. Mededelingen van de in 1968 gestichte vlaamse Vereniging voor Volkskunde, enige herdenkingen, o.a. van J.M. Gantois (1904-1968), door K.C.P(eeters) en een aantal boekbesprekingen.
|
|