R Parisiensis
Bij de behandeling van de medeklinker r en zijn tweeërlei realisering in het Nederlands, dentaal en velaar, zegt Heeroma in WNT 12, kol. l: ‘Opzettelijk werd en wordt door personen die van nature de tong-r spreken, de keel-r toegepast in geaffecteerde uitspraak. Hierbij ligt fransche (parijsche) invloed wel zeer voor de hand. De meeste sprekers van de keel-r zijn echter niet in staat een tong-r voort te brengen en bij dezen kan hoogstens indirect een fransche invloed gewerkt hebben’. En eerder: ‘Oorspronkelijk moet de tong-r voor alle nederlandschsprekenden de normale uitspraak van de r geweest zijn en de keel-r een incidenteel voorkomend spraakgebrek’.
Beide hier genoemde aspecten, de franse invloed en het spraakgebrek, zijn ook elders geconstateerd, echter dan niet als successieve, maar als gelijktijdig waar te nemen verschijnselen. Tot de eigenaardigheden namelijk die tesamen de figuur bepalen van ‘el tío Frasquito’ in de roman Pequeñeces van de spaanse schrijver Luis Coloma (1891) behoort zijn manier om de r uit te spreken, te weten ‘de manera gutural’. De normale manier is in het Spaans evenals in het Italiaans de dentale. Oom Frasquito echter, aldus Coloma, ‘pronunciaba las erres de esa manera gutural y arrastrada (“slepend”), propia a los parisienses, que imitan en España algunos afrancesados elegantes, y es defecto natural en otros muchos, para quienes se inventó aquello de: El perro de San Roque no tiene rabo, porque Ramón Ramírez se le ha robado’.
Waar in het vervolg van het verhaal het bedoelde personage aan het woord is, staan zijn r's dubbel gespeld, op de wijze van engelse auteurs die verlegen zijn om een symbool dat de schotse r onderscheidt van de engelse (niet-)r. Onze spaanse auteur kent twee gebruiksgebieden van zijn ‘kelige’ r: francofiele dandy's, bij wie ze op imitatie berust, en niet weinige anderen bij wie die articulatie een spraakgebrek is. Om deze laatsten aan stof tot oefening en verbetering te helpen is het testzinnetje gefabriceerd over de staart van de hond van St. Rochus, welk siersel er niet meer is, omdat de boze Ramon Ramirez hem ervan beroofd heeft.
Uit de kwalifikatie ‘arrastrado’ valt af te leiden, dat deze gutturale (of velare of uvulare) r in vergelijking met de normale spaanse r langer werd, resp. wordt aangehouden, of misschien slechts, door het opvallende van de afwijking de indruk daarvan maakte. Het is wel opmerkelijk, dat de spaanse auteur en de Engelsen gelijkelijk gebruik maken van de dubbelspelling, om orthografisch het afwijkende te markeren, de een ter aanduiding van het gutturale, de anderen van een dentale consonant. ‘In Scotch - aldus H.C. Wyld - it is the point of the tongue which trills just behind the teeth’. Mogelijk is er een correlatie tussen afwijking en duur: het afwijkende lijkt ook langer aanwezig te zijn. Wanneer het al niet voldoende is te vragen, op welke andere wijze het mogelijk is, zonder zich van een diacritisch teken te bedienen, de afwijking kenbaar te maken.
Nijmegen, juli 1968
l.c. michels