De Nieuwe Taalgids. Jaargang 61
(1968)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 34]
| |
Twaelf ouderdommen
| |
[pagina 35]
| |
versregels (variërend van 8 tot 14) gewijd, telkens gevolgd door een aantal versregels (variërend van 16 tot 26) over de levensspanne van zes jaar die eraan beantwoordt. Hans Sachs begint zoals vaak met het vermelden van zijn bron: In frantzösischer sprach ich fand
Ein buch, mit sinnreichem verstand
Geschrieben, drinn vergleichet war
Das menschlich leben eynem jar,
Welchs jar ist thailt in zwölff monat
Also das menschlich leben hat
Zwölff thail, wie dieses buch anzeiget,
Ieder thail eym monat geayget,
Und helt in im sechs gantzer jar,
Das also das gantz alter gar
Zwey und sibentzig jar inhelt.
Bondiger is de vergelijking van 's mensen twaalf levensspannen met de twaalf maanden des jaars die voorkomt in Rhetoricale Wercken van Anthonis de Roouere, Thantwerpen 1562; het gedicht is herdrukt in De Gedichten van Anthonis de Roovere, ed. J.J. Mak.Ga naar voetnoot5 Bovenschrift en eerste strofe luiden alsvolgt:
twaelf ouderdommen oft tijden der menschen /
ghecompareert teghens die tweelf maenden
vanden jare
Januarius
Ionck gheboren / onnoosel cleen ick
Cranck / teeder / van cleene saken ween ick
Totten seuen Jaren / dus tsijne meen ick.
Op de namen der twaalf maanden volgen ick-terzinen. Alleen in de eerste tien terzinen wordt het levensjaar genoemd, en zelfs daar is het bestek wisselvallig (7-14-22-29-36-43-52-59-66-73- -). ‘Twaelf ouderdommen’ wil niet in de eerste plaats onderrichten. De dichter is begaan met 's mensen krank vertier. De heruitgever vraagt zich af: ‘Wie weet hebben we niet te doen met een autobiografie.’ Het auteurschap van De Roovere staat voor deze kenner vast; het kittelt hem dat het gedicht (tachtig jaar na De Roovere's dood in druk verschenen) geschreven is ‘in (uitsluitend hier gebruikte!) terzinen’. In opzet is ‘Twaelf ouderdommen’ blijkens de boven verstrekte gegevens niet oorspronkelijk. Is zijn vorm (naam van maand, gevolgd door ick-terzine) oorspronkelijk? Over het eigene van het gedicht en de eigenaardigheden erin laat zich misschien iets meer met stelligheid zeggen na een breder onderzoek naar de herkomst en de verspreiding van de vergelijking der twaalf maanden met twaalf levensspannen des menschen in geschrift, in afbeelding en in afbeelding met bijschrift. j.c. arens |
|