De Nieuwe Taalgids. Jaargang 60
(1967)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Nummer 4]Het effect van de voorstellen van de commissie voor de spelling van de bastaardwoorden op de woordtekens in krantentaal§ 1 Doel van het onderzoekEen van de moeilijke punten bij de, vaak emotionele, discussie over een spellinghervorming is dat men meestal slechts oog heeft voor het effect van de herziening op woordtypen en geen rekening houdt met de frequentie van die woordtypen, dus met de woordtekens in de tekst. Een extreem voorbeeld kan dit duidelijk maken: Stelt men voor om de woorden ‘het’ en ‘zijn’ (bezitt. voornmw.) te schrijven als ‘'t’ en ‘z'n’ dan worden daarmee slechts 2 woordtypen van spelling veranderd. Stelt men anderzijds voor om de ‘ei’ overal als ‘ij’ te schrijven, dan worden daarmee duizenden woorden van spelling veranderd. Het aantal woorden in een Nederlandse tekst echter dat door de eerste spellinghervorming wordt veranderd bedraagt 3,8%, door de tweede 2,4%. Het heeft dus weinig zin te spreken over de ‘ingrijpendheid’ van een spellingmaatregel wanneer men er niet bij zegt of men het effect op de woordtypen of op de woordtekens bedoelt. In het eerste hoofdstuk van haar rapportGa naar voetnoot1 schrijft de commissie voor de spelling van de bastaardwoorden: ‘Tenslotte moet worden opgemerkt, dat de commissie de woordfrequentie om meer dan één reden heeft afgewezen als leidend beginsel bij de vernederlandsing van de spelling van de bastaardwoorden. In de eerste plaats zijn onvoldoende voorstudies op het terrein van de frequentie van bastaardwoorden verricht. Het is volstrekt onmogelijk in dit tekort te voorzien zonder dat dit een vertraging van jaren met zich mee zou brengen. In de tweede plaats is de woordfrequentie een te sterk wisselende grootheid om daarop een voor tientallen jaren geldende spellingregeling te kunnen baseren.’ De eerste reden is maar al te waar. De tweede reden lijkt minder doorslaggevend, als men bedenkt dat ook de andere kriteria voor bastaardwoorden, door de commissie genoemd, sterk met de tijd zullen wisselen, en zeer waarschijnlijk in hoge mate met de woordfrequentie correleren. In feite is, door de eerste reden, weinig over de constantie van woordfrequenties in het algemeen bekend. Maar het lijkt toch niet onmogelijk een zekere drempelwaarde voor de frequentie aan te geven waarboven een vreemd woord als een bastaardwoord kan worden beschouwd. Om een kwantitatieve indruk te krijgen van het effect van de inGa naar voetnoot1 voorgestelde spellingregels op de woordtekens hebben wij de woordtekens uit tien Nederlandse kranten van dezelfde dag uit 1956, zoals die geteld werden inGa naar voetnoot2 vergeleken met de regels uitGa naar voetnoot1, en wel zó dat de effecten van de tientallen regels afzonderlijk berekend werden. Verschillende moeilijkheden doen zich hierbij voor, voornamelijk als gevolg van tekortkomingen inGa naar voetnoot1 enGa naar voetnoot2. De preciese bedoelingen vanGa naar voetnoot1 zullen pas duidelijk worden wanneer een nieuwe woordenlijst op grond daarvan wordt opgesteld. De woorden inGa naar voetnoot2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
zijn niet altijd gespeld volgens de in 1956 bestaande voorkeurspelling (er komen b.v. drukfouten in voor). Zolang de uitspraak niet is vastgelegd kan van een aantal woorden in2 de volgens1 veranderde spelling niet bepaald worden (zie b.v. § 3, regel 28). Al deze moeilijkheden maakten het onmogelijk het effect van1 op 2 formeel te bepalen. We hebben daarom de - geheel formeel werkende - computer alleen kunnen gebruiken om woorden die wellicht voor verandering in de spelling in aanmerking komen uit de lijst te lichten. Uit de alfabetische lijst van 9380 woordtypen (44299 woordtekens) werden hiertoe automatisch de woorden (met hun frequenties) gelicht die:
Achtereenvolgens worden bekeken: de verandering in de spelling van de klinkers (§ 2), de medeklinkers (§ 3), de tussenletters, het koppelteken en het weglatingsteken (§ 4), en de voorstellen die in Nederland wijziging van de spellingwet vereisen (§ 5). De veranderde Engelse woorden zijn te vinden in § 6, en § 7 geeft de conclusie. De voorgestelde nieuwe regeling van het gebruik van hoofdletters kon helaas niet behandeld worden daar deze in onze lijst vervangen werden door kleine letters. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
§ 2 De klinkersIn hoofdstuk iia van1 doet de commissie 19 voorstellen over de spelling van de klinkers. In ons materiaal vonden wij hierbij de volgende aantallen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
In totaal zijn, rekening houdende met dubbeltellingen, door verandering in de schrijfwijze van de klinkers 84 typen, 145 tekens veranderd. De belangrijkste groep is die van de woorden met ‘y’, de andere groepen zijn bijna verwaarloosbaar in omvang. Van de 84 typen, 145 woordtekens waarvan de spelling in klinkers gewijzigd werd, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 220]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
zijn er 45 typen, 68 tekens die reeds om een reden, geen verband houdende met klinkers, een andere spelling kregen.
Relatief gesproken: 0,9 % van de typen, en 0,3 % van de tekens ondervindt verandering in de klinkers. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
§ 3 MedeklinkersIn hoofdstuk iib van1 doet de commissie 25 voorstellen over de spelling van de medeklinkers. In ons materiaal vonden wij hierbij de volgende aantallen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Totaal werden, rekening houdend met dubbeltellingen, 624 typen en 1240 tekens gewijzigd door voorstellen inzake medeklinkers. De c is hierbij betrokken voor 76% van de typen en 80% van de tekens.
Relatief gesproken: 6,7% van de typen, en 2,8% van de tekens ondervindt verandering in de medeklinkers. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
§ 4 De tussenletters, het koppelteken en het weglatingstekenIn hoofdstuk iii doet de commissie voorstellen over de spelling van de tussenletters in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
samenstellingen en afleidingen, het koppelteken en het weglatingsteken (de apostrof). De voorstellen over de verdeling van de woorden in lettergrepen en het gebruik van hoofdletters worden hier niet behandeld.
Relatief gesproken: 1,2 % van de typen, en 0,4 % van de tekens ondervindt verandering in tussenletters of apostrof. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
§ 5 De voorstellen die een wijziging van de spellingwet vereisen.In hoofdstuk iv doet de commissie enige voorstellen die in Nederland wijziging van de spellingwet vereisen.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
In totaal beïnvloeden de voorstellen uit hoofdstuk iv 105 typen, 358 tekens, waarvan het merendeel op rekening van -isch komt.
Relatief gesproken: 1,1% van de typen, en 0,8% van de tekens vereisen wijziging van de spellingwet. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
§ 6 De Engelse woordenVoor een klein aantal Engelse woorden stelt de commissie in ia.4 spellingswijziging voor. In ons materiaal vonden we, de keuze blijft subjectief, de volgende 5 woorden: opleidings- en trainingsmogelijkheden In totaal 5 tekens | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
§ 7 Conclusies van het onderzoekRekening houdend met dubbeltellingen vinden we dat door alle voorstellen tezamen (behoudens de regeling voor de hoofdletters) 8,9% van de woordtypen en 3,8% van de woordtekens van spelling verandert. Ter vergelijking: de woordtekens met ‘ei’, ‘ij’, ‘ou’, ‘au’ vormen resp. 2,4%, 6,8%, 0,4% en 1,5% van een Nederlandse tekst. In een krantentekst van 1000 woorden (1 kolom) veranderen 38 woorden van spelling, waarvan 16 doordat een c k wordt, 7 doordat een c s wordt, 6 doordat de uitgang -isch als ies wordt geschreven, 4 doordat een s tussen klinkers een z wordt, en 2 doordat in een samenstelling de tussenletter n verdwijnt. Voor 8 van deze woorden is wijziging van de spellingwet vereist.
Doordat tellingen aan ander materiaal ontbreken is niets te zeggen over de meer algemene geldigheid van deze conclusies over krantentaal. Wel lijkt het aantal bastaard-woorden in krantentaal hoog te zijn in verhouding tot teksten van andere soort.
Mathematisch Centrum, Amsterdam h. brandt corstius |
|