| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Raam. Nr. 33
R.A. Cornets de Groot in Labyrintheek behandelt ‘Kerkhofblommen’ naar aanleiding van de uitgave van J.J.M. Westenbroek, Guido Gezelle's laatste tekst van Kerkhofblommen. - In de Kroniek bespreekt Lambert Tegenbosch van Leo Spitzer, Eine Methode Literatur zu interpretieren. - Als Nieuwe Boeken signaleert José Boyens o.a. de jongste dichtbundel van Remco Campert, Hoera, hoera en van Bert Voeten, Een bord bekijken.
| |
Maatstaf. December 1966
R.A. Cornets de Groot (Balders zelf-kick) mediteert over Gorters Mei.
| |
Tirade. Januari
Dit nummer is gewijd aan W. Walraven. Er is van zijn hand Vroege journalistiek, benevens een artikel van J. De Kadt, De ‘onaangepaste’ Walraven, waarin W.'s brieven behandeld worden, en eenfragment van W. Walraven jr. getiteld Mijn vader, de bodemloze put en de wijnkan.
| |
Streven. XX, Nr. 6
Nieuws in de Nederlandse Literatuur signaleert R.A. Cornets de Groot, De chaos en de volheid, een vijfvoudig essay over S. Vestdijk; S. Vestdijks nieuwe roman De huisbewaarder; W.F. Hermans' essay, Wittgenstein in de mode, van dezelfde schrijver de herdruk van zijn verhalenbundel Een landingspoging op New Foundland; Theun de Vries, Het uurwerk van de eenzaamheid, een boekje met twee van zijn novellen, te weten Forscheyne en De derde dood; Hugo Claus' toneelstuk Het Goudland en '80 en '90 aan het woord, een herdruk van een aantal interviews met bekende schrijvers uit die tijd.
| |
De Nieuwe Stem. Januari
Weverbergh bespreekt Grillige Kathleen, het nieuwe boek van René Gysen.
| |
Forum der Letteren. VII, Nr. 4
W. Blok geeft een interpretatie van De roman ‘Breekwater’ van Sybren Polet.
| |
Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. LXXXIII, Afl. 1
D.P. Oosterbaan beschrijft, naar aanleiding van een rekening over Het Delftse Paasspel van omstreeks 1496, de gang van zaken bij dergelijke spelen. - G.I. Lieftinck stelt zijn voornamelijk paleografisch gefundeerde beschouwing van het Gruuthuse-handschrift naast en tegenover de Avontuurlijke Wetenschap van Heeroma in diens uitgave van liederen en gedichten uit dat handschrift. - K. Kooiman handhaaft tegen G. Geerts, dat Spiegel de schrijver van de Twe-spraack is. - Boekbeoordeling: R. Pennink, Twee uit het Latijn vertaalde Middelnederlandse novellen (R. Lievens).
| |
Levende Talen. December 1966
F. Balk-Smit Duyzendkunst discussieert Over transformationeel, traditioneel en controversieel met de ‘Chomskyaan’ Kraak naar aanleiding van diens proefschrift ‘Nega- | |
| |
tieve zinnen’. - F.L. Zwaan beschouwt ‘dronken’ in ‘Ga niet dronken achter het stuur zitten’ als Een onverbonden zinsdeel, een onverbonden vrije predikatieve toevoeging. - Boekbeoordelingen o.a.: Rederijkersstudiën II, uit het seminarie voor Nederlandse literatuurstudie van de Rijksuniversiteit te Gent (J.J. Mak); Martien J.G. de Jong, Leopolds ‘Cheops’ (W. Blok); Pierre Brachin, Anthologie de la prose néerlandaise, Belgique I (P.H.S. Batelaan).
| |
Tijdschrift voor Levende Talen. XXXIII, Nr. 1
Luc Wenseleers wil in een artikel over Paul van Ostaijen en zijn lyriek, dat aansluit bij de studie van Paul Havermann over de dichter, in die lyriek doen uitkomen ‘het complexe samenspel van innerlijk tegenstrijdige neigingen of verlangens’. - Boekbesprekingen o.a.: E. de Bock, Verkenningen in de eerste helft van de negentiende eeuw (L. Gillet); P. Brachin, Anthologie de la prose néerlandaise, Belgique I (L. Gillet).
| |
Onze Taal. XXXVI, Nr. 1
De inhoud van dit nummer wordt, onder het hoofd ‘Goed Nederlands’, besproken in de rubriek ‘Aankondigingen en Mededelingen’.
Nr. 2
Hierin o.a. een artikel over Lezen en schrijven van zakelijke taal; een aankondiging van een boekje over gieterijterminologie, onder de titel Woorden maken en breken; een stukje over het vooral in samenstellingen veel gebruikte of misbruikte Patroon.
| |
Dietsche Warande en Belfort. Januari
Bernard Kemp handelt als De kringloop van het verlangen, Over de poëzie van J.C. Bloem. - In de Kroniek bekijkt G. Geerts Het gezag van ‘Van Dale’. - De Laatste Ronde bevat o.m. van Lieve Scheer, Puzzelen met Weverbergh, naar aanleiding van Weverberghs Puzzelen met Willem Frederik Hermans. Wij hebben hier te doen met een essay uit de bundel Elf uit Vlaanderen, waarin een poging gedaan wordt Hermans' roman Nooit meer slapen psychoanalytisch te interpreteren.
| |
De Vlaamse Gids. Januari
In Kanttekeningen bespreekt Paul De Wispelaere de nieuwste roman van Hugo Raes, Een faun met kille horentjes.
| |
Spiegel der Letteren. IX, Nr. 4
G. Knuvelder geeft Het slot van de ‘Roman van de Roos’. - In Margine bevat van J.C. Arens, Roemer Visscher en Jacobus Revius naar Scévole de Sainte-Marthe en Ethopeeën van Barlaeus vertaald; voorts werken daarin mee W.E. Hegman met Het ‘Schoon Coninc Spel’ uit ‘Dboec der Amoereusheyt’ (1580), E. De Bock met Nog eens over Houwaert, J. Boets met Spiegelgebruik van de taal. Is ‘Vera Janacopoulos’ een muzikaal gedicht? en tenslotte Martien J.G. De Jong over ‘Dichters en der Schoonheid zonen’: Albert Verwey en Stefan George. - E. Willekens verzorgt het Bibliografisch Overzicht 1964. - In de Boekbeoordelingen wordt de editie van L.Ph. Rank, J.D.P. Warners en F.L. Zwaan van Bacchus en Christus. Twee lofzangen van Daniel Heinsius besproken door O. Dambre; dezelfde recenseert C. Blokland, Willem Sluiter 1627-1673; C.M. Geerars beoordeelt J.B. Wellekens, Verhandeling van het herderdicht, waarvan
| |
| |
een herdruk is verzorgd door J.D.P. Warners; C. Kruyskamp bespreekt van J. Boets, Moderne theorieën in verband met klankexpressie; Cl. Neutjens geeft een oordeel over W. Müller-Seidel, Probleme der literarischen Wertung.
| |
Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. 1966, Afl. 5-6-7-8
Een artikel van Gaston J. Peeters, getiteld Vervoort († 1555), Roecx († 1517), en de ‘Exercitia Tauleriana’ is niet gemakkelijk leesbaar voor iemand die vreemd tegenover de stof staat (bovendien verwijst het enige malen naar een nog niet verschenen werk van de auteur); het treedt over de afhankelijkheid van Frans Vervoort van zijn bronnen in debat met A. Ampe, met wie de auteur ook van mening verschilt omtrent Roecx en de ‘Exercitia’. - Robert Foncke wijst in een studie Over Roemer Visscher en zijn ‘tuyters’ bij Roemer enige navolgingen aan van Ronsard (en diens leerling Des Portes), die totnogtoe niet als zodanig waren herkend. - M. Gysseling heeft Het persoonlijk voornaamwoord tweede persoon nagegaan, vooral in de 13e eeuw, en schetst de ontwikkeling, de geografische spreiding en de gebruikssfeer van de verschillende vormen. - De uitvoerigste bijdrage, die van Karel Roelandts, Familiarismen met anorganische konsonant (types Jakke, Witte, Pelle enz.,), handelt over speelse vervormingen van persoonsnamen in de ‘gevoelssfeer’, met een rijk materiaal uit zuidnederlandse dialecten en ook van buiten het nederlandse taalgebied, vooral uit de skandinavische talen. - Drie overledenen worden herdacht: V.F. Vanacker wijdt een ‘Hulde ter nagedachtenis’ aan Franz de Backer, E.H.J. Aerts een ‘Rouwhulde ter nagedachtenis’ aan P. de Keyser en Maurice Roelants.
| |
Ons Erfdeel. X, Nr. 3
Na een In Memoriam Prof. Dr. P. Geyl, van A.W. Willemsen, volgt een artikel van L.E. Schmitt, De Nederlandse taal in de Europese ruimte. - Uit de Gruuthuse-uitgave van K. Heeroma is een gedeelte overgenomen, de Klacht om Egidius, en daarna komen vertalingen van het Egidiuslied in het Engels, Frans, Duits, Spaans en Hongaars. - Van een artikel van M. van Haegendoren over Brussel en de Vlamingen staat een franse versie naast de nederlandse. - In de reeks ‘Taalminderheden in Europa’ behandelt Yann Brékilien Bretanje en het Bretonse volk. - Rik Lanckrock beschouwt in een tweede artikel over Toneel in Vlaanderen voornamelijk het amateurtoneel. - Onder de ‘Steden van Frans-Vlaanderen’ stellen F. en L. Pittery Sint-Omaars aan de orde. - Van Anton Claessens een artikel Literaire kritiek in Nederland: Merlyn (1962-1966). - De zesde bijdrage van L. Debevere over een Middelnederlands getijdenboek gevonden te Belle in Frans-Vlaanderen gaat na, wat de historische waarde is van de overlevering aangaande de ‘Thebaanse martelaren’ en Sint-Mauritius. - Een lijst van Het Nederlandse boek in vertaling, samengesteld door Jozef Deleu, vermeldt 62 in 1966 verschenen vertalingen. - Verder enige andere artikels die hier uit overwegingen van plaatsruimte onvermeld blijven, en de gewone, door verscheiden auteurs verzorgde en verscheiden onderwerpen aanroerende rubrieken Kulturele Kroniek, Tijdschriften en Boeken en Aantekeningen en Verslagen.
| |
Ons Geestelijk Erf. X, Afl. 4
B. Spaapen vraagt zich af Hebben onze 13de-eeuwse mystieken iets gemeen met de
| |
| |
Broeders en Zusters van de Vrije Geest? - Heinrich Rüthing publiceert en voorziet van commentaar Vier neue Briefe Geert Grootes. - Mededelingen bevat van R. Vos Gemeenplaatsen rondom de priester in de Elckerlijc, bij Jan van Boendale, Anthonis De Roovere en Cornelis Everaert; van R. Lievens Een vijfde handschrift van Alijt Bakes vier kruiswegen; en van E. Persoons Enkele nota's over drie handschriften van Ruusbroec en Alijt Bake.
| |
Zeitschrift für Mundartforschung. XXIII, Heft 3/4 (Dec. 1966)
Jan Goossens pleit voor Distributionskarten, die een dialectgeografisch beeld moeten geven van de foneemdistributie in een aantal dialecten. - W. Mitzka beoordeelt aflevering 5-8 van S.A. Louw, Afrikaanse Taalatlas.
| |
Etudes Germaniques. XXII, Nr. 1
In de rubriek ‘Bibliographie critique’ een korte bespreking van Marc Galle, Couperus in de kritiek, door P. Brachin.
| |
Language. XLII, Nr. 3, Part 1 (September 1966)
In dit deel komt een beoordeling voor van H. Roose, Het probleem van de woordsoorten (W.Z. Shetter).
| |
Volkskunde. LXVII (1966), Nr. 3-4
J. Volckx, die een uitvoerige studie over het Fortunatus-motief onder handen heeft, deelt als voorloper daarvan iets mede over de drukken van Het volksboek van Fortunatus. - J. Nijssen beschrijft Kronen en kransen voor ongehuwden op oude grafkruisen, die veel voorkomen tussen Maas en Vesder, met de tekst op de kruisen. - P.J. Meertens bespreekt een boek, dat handelt over een honderd jaar geleden ingestelde enquête naar Oogstgebruiken in de negentiende eeuw. - Het verslag over de Resultaten van het sagenonderzoek in het Nederlands taalgebied wordt voortgezet met Het Noord-Westen van Limburg en Het marktgebied van Diest, die onderzocht zijn onderscheidenlijk door I. Kenens en H. Houtmeyers. - Voorts enige Kleine Mededelingen, waaronder een van P.J. Meertens over Aftelversjes en rijmpjes door de dichter J.C. van Schagen gemaakt, een Kroniek en een aanzienlijk aantal Boekbesprekingen.
|
|