Met instemming zie ik, dat de spelling van illegaal, innovatie, irreëel en signaal wegens de tweeërlei uitspraak van de i (als ie of i) gehandhaafd blijft. (Een uitspraak van signaal met i was mij onbekend). Dat de y in Griekse leenwoorden als hymne, hypnose en systeem overal door i vervangen wordt, ‘omdat de i ook in woorden als illegaal, immanent en irreëel nooit een beletsel heeft gevormd voor de ie-uitspraak’, verbaast me echter. Veel van die woorden zullen, als hymne en hypnose, tot het bijzondere taalgebruik behoren, en voor lang niet alle geldt, dat ze zowel met i als met ie gesproken worden. Het zou beter geweest zijn, te wachten tot de strijd (als die er is tenminste) tussen i en ie gestreden is. Daarna kan, zo nodig, vernederlandsing plaats hebben.
Merkwaardig ten opzichte van de opdracht tot beperking van de keuzemogelijkheden in de spelling van bastaardwoorden is de beslissing karter, ponnie, rapalje en kanalje voor te schrijven, maar tevens de vreemde spelling toe te staan aan hen die deze woorden op Engelse en Franse wijze uitspreken. In het laatste geval beschouwt de commissie deze woorden terecht als vreemde woorden. Ze vergt nu van de taalgebruiker, zich er rekenschap van te geven, of hij een bastaardwoord of een vreemd woord gebruikt. Hoe moet de leraar in het Nederlands met deze woorden handelen? Soortgelijke overwegingen hebben geleid tot het voorstel, rekwizitoor te spellen, dat voor veel Nederlanders die het geregeld gebruiken, een belediging voor het oog zal zijn. Had requisitoir, als behorend tot bijzonder taalgebruik, niet zonder schade gehandhaafd kunnen blijven?
De commissie zal mij tegenwerpen, dat zij niet kon steunen op wetenschappelijk vooronderzoek omtrent de gebruikssfeer en de gebruiksfrequentie van de woorden waarover zij beslissen moest (blz. 11). Ik betreur het, dat zij haar opdracht om deze reden niet van de hand gewezen heeft. In feite kon ze nu niet veel anders doen, dan trachten regels voor een transcriptie van vreemde woorden in het Nederlands op te stellen, voor zover die niet door onnederlandse fonemen verhinderd werd. Zij ontwierp die regels voor de c, die, al naar de klank, in een hoeveelheid woorden door k of s vervangen wordt, voor de intervocalische s, die door z vervangen wordt als er een z gezegd wordt, voor de ae, ai en a die in een aantal gevallen door e of ee vervangen worden, voor de x die voor ks moet wijken en voor de y die door i, ie of j vervangen wordt.
Zoals ook hierboven al gebleken is, deinst de commissie voor een ongeremde toepassing van haar transcriptieregels terug. Dat leidt soms tot verduistering van de morfologie: Calvijn is de vader van het kalvinisme, de volgelingen van Castro zijn kastrist, naar Caesar heet het sezarisme, enz.
Ik acht dit verschijnsel op zichzelf geen voordeel. Een bijkomend nadeel is, dat in deze gemoderniseerde spellingen een historische samenhang miskend wordt. Bovendien blijven we zitten met spellingregels met vele uitzonderingen, die allemaal maar weer aangeleerd moeten worden.
Wie vinden er nu baat bij deze spellingveranderingen? Niet de specialisten in wier gebied de leen- of bastaardwoorden in kwestie thuis horen. Niet de meer ontwikkelde Nederlanders, die de puur specialistische woorden niet in hun geschriften gebruiken, maar wel een aantal hun door hun opleiding bekende leen- en bastaardwoorden. Leveren de veranderingen wel een voordeel op voor de Nederlanders die alleen een lagere-schoolopleiding hebben en die 99% van de woorden in kwestie nooit