Er bestaat zintuig en zintuig
In het Duits heten de vijf zintuigen, zoals men weet, Gesicht, Gehör, Gefühl, Geruch en Geschmack. Ogenschijnlijk vijf parallelle formaties. Doch de eerste drie woorden zijn onzijdig, de laatste twee mannelijk. In het Nederlands zou zo iets onmogelijk zijn, daar alle tweelettergrepige zn, bestaande uit een werkwoordelijke wortel en het voorvoegsel ge-, onzijdig zijn. Het verschil wordt dan ook nog radikaler uitgedrukt: tegenover het gezicht, het gehoor, het gevoel staan de reuk en de smaak. Hoe te verklaren dat beide talen zo'n behoefte hebben om scherp onderscheid te maken tussen zien, horen en voelen aan de ene, ruiken en smaken aan de andere kant?
p. brachin